Hoewel steeds meer mensen interesse hebben in streekproducten, valt het nog niet altijd mee om die aan de man te brengen. Dat hebben de initiatiefnemers van coöperatie De Proefschuur op Voorne-Putten ervaren. De 52 boeren en tuinders erachter, wilden meer lokale producten in de supermarkt krijgen. Helaas moesten ze, nog voor de corona-crisis de stekker eruit trekken.
Kees Vermeer
Vorige week stonden de initiatiefnemers in een bijeenkomst uitgebreid stil bij de lessen die ze hadden geleerd. De Proefschuur startte in 2017 veelbelovend. “Onze opzet was om lokale producten van Voorne-Putten makkelijk bereikbaar te maken voor consumenten”, vertelt voorzitter Arnout den Ouden. “We hebben daarbij gekozen voor verkoop via supermarkten. Want tachtig procent van al het voedsel wordt gekocht in de supermarkt. Maar het lukte niet om onze streekproducten daarin in te passen.”
Te kleine speler
Het probleem was dat inkoop en logistiek rond voedsel in supermarkten al strak is georganiseerd. “Voor die grote organisaties ben je een te kleine speler. Een verstoring van het systeem”, legt Den Ouden uit. “Er komt een extra leverancier aan de deur, en de supermarktmedewerkers moeten aparte productlijnen gaan bijhouden en weer zelf bestellingen doen. In supermarkten is dat allemaal geautomatiseerd.”
De logistiek wordt via algoritmes geregeld vanuit het hoofdkantoor. Als een leverancier niet constant kan leveren, raakt het algoritme in de war. “Hun systemen zijn gericht op minimale arbeid en dan ben je al snel te veel. Hoe goed je het als nieuwkomer ook doet.” Daarbij moet een leverancier het hele jaar door kunnen leveren. De super houdt geen rekening met seizoensgroenten en -fruit. Voor de boeren is dat natuurlijk een probleem.
Groenten te goedkoop
Een aantal franchise supermarkten verving de gangbare producten wel door die van De Proefschuur. “Zij hebben serieus hun best gedaan”, zegt Den Ouden. “Maar we konden toch niet de groei halen die we wilden. Hoewel veel mensen achter ons idee staan, zijn er te veel zaken die tegenwerken. Zaken waar wij niets aan kunnen doen.”
“Daarnaast zijn bestaande subsidies alleen bedoeld voor het opstarten van een initiatief. Terwijl het ook gaat om continuïteit en omzet. Het zou helpen als bijvoorbeeld overheidsinstellingen hun inkoopbeleid aanpassen naar lokaal. Zelfs daar liepen wij als Proefschuur tegen een muur aan.”
Financieel komt daar nog iets bij: de huidige groenteprijzen zijn bij lange na niet kostendekkend. De lokale producten zouden zelfs onder de kostprijs geleverd moeten worden om het initiatief te laten slagen.
Doorgeslagen efficiëntie
Een doorstart zit er momenteel niet in, hoewel Den Ouden wel denkt dat het concept levensvatbaar is. Maar dat vraagt een ander bewustzijn over prijs en kwaliteit: “De efficiëntie in supermarkten is doorgeslagen. Er is grote concurrentie op prijs, terwijl voedsel in Nederland al erg goedkoop is. Er zou een bodem moeten zijn, maar dat punt zijn we allang voorbij.”
“In supermarkten zie ik vaak producten waar ik niet trots op zou zijn. Ik vraag me ook af consumenten dit zo willen. Voedsel komt van heel ver en is vaak van slechte kwaliteit. Terwijl we in Nederland heel mooie producten verbouwen.”