“Al die stalletjes langs de weg zijn illegaal!”, zegt de groenteboer waar ik ook weleens mijn inkopen doe. Ik antwoord dat ik dat als consument aan de buitenkant natuurlijk niet kan zien. En dat ik ervan uitga dat ze daar toestemming voor hebben, als ze een groot bord langs de weg plaatsen om hun waar aan te prijzen. Ook handhavers van de gemeente en de belastinginspecteur kunnen namelijk langs fietsen om te controleren. Voor mij geven die leuk aangeklede stalletjes een nostalgisch tintje aan mijn fietstochten. Voor de groenteboer met een huurcontract voor een winkelpand en personeelskosten is dat natuurlijk een ander verhaal.
Marja van der Ende
Het is al geruime tijd een discussie in de Gemeente Westland. Eerst waren het de stalletjes die producten verkochten die onmogelijk in onze kassen geteeld konden worden, zoals bananen en mango (zie mijn eerdere column). Daarna werd gekeken naar de verkoop door particulieren. Een fenomeen dat zeker tijdens de eerste lockdown veel voorkwam, met het doel de noodlijdende sierteler een handje te helpen door in de eigen voortuin een kar met bloemen of perkgoed neer te zetten. Nu gaat de discussie over de verkoop van producten die niet door de verkoper zelf geteeld zijn en soms zelfs van buiten de gemeente vandaan komen.
Onlangs werd ik als ‘stalletjesexpert’ nog gebeld door de regionale TV, om een half uur na dit telefoontje nog even op beeld mijn voorkeur voor het kopen bij stalletjes nogmaals uit te spreken. Het werd een haastklus waarbij ik in het eindresultaat pas merkte dat het een soort ‘de stalletjes ten koste van de winkeliers’ tweekampenstrijd was. Terwijl we in de Facebookgroepen Fietsen voor m’n eten en Fietsen voor m’n bloemen juist ook de kleine winkelier als de groenteboer, bakker, slager en bloemist zichtbaarheid geven.
Dat collegevragen in de gemeente gesteld worden over de stalletjes langs de weg, geeft mij een dubbel gevoel. Ten eerste wil ik natuurlijk tot in lengte van dagen op deze manier mijn eten bij elkaar fietsen. Met deze manier van shoppen dragen we steentjes bij aan een betere wereld: minder voedselverspilling, minder verbruik van verpakkingen, een eerlijke prijs voor de lokale voedselproducent, gezond bewegen in de buitenlucht….
Ten tweede ben ik ook een voorstander van duidelijkheid. Dat de kleine winkelier last heeft illegale stalletjes langs de weg, is natuurlijk een vervelende zaak. Ook al worden hierdoor stalletjes verwijderd door handhaving door de gemeente, het stopt wel de wildgroei van stalletjes van mensen die een graantje denken mee te pikken en de oneerlijke concurrentie voor de winkeliers.
Handelaren verkopen fruitboxen en -tassen met producten van onbekende herkomst, die iedere handelaar bij de groothandel kan inkopen
Marja van der Ende
In onze Facebookgroepen kunnen daarom door de leden berichten van ‘onduidelijke aard’ gerapporteerd worden bij het beheer. We gaan als beheerders op onderzoek uit welke constructie erachter zit en sluiten of verwijderen berichten die we niet in onze groep vinden passen. Zo hopen we iedereen die het moeilijk heeft, te kunnen ondersteunen. Maar wel volgens de door de gemeente gestelde regels.
Zo hebben we al een aantal groente- en fruitboxen en -tassen die inclusief bezorging werden aangeboden, geweerd. Natuurlijk ook omdat er geen duidelijk verkooppunt was waar je naartoe kunt fietsen om af te halen, maar vooral omdat dit producten waren van onbekende herkomst, die iedere handelaar bij de groothandel kan inkopen, in een tas of box kan stoppen en met winst kan doorverkopen. De ‘ondernemers’ achter deze handel woonden niet eens in onze streek.
Gelukkig hoef ik me in mijn regio Westland – Midden-Delfland niet bezig te houden met de vraag of er straks nog voldoende stalletjes langs de weg over blijven. Er zijn hier zoveel samenwerkingen tussen lokale voedselproducenten, boerderijwinkels, kleine winkeliers die streekproducten verkopen, automaten bij kwekers en stalletjes met eigen teelt, daar kan ik voorlopig mee vooruit. Voldoende variatie en aanbod om mijn fietstochtjes invulling te geven. En ook die kleine groenteboer met pand en personeel kan regelmatig op mijn bezoek blijven rekenen. Ik heb hem hard nodig om mijn boodschappenlijstje compleet te maken, vooral in de winterperiode.