De Kortste Weg

Bezorgdiensten voor de dagelijkse boodschappen schieten als paddenstoelen uit de grond. Per fiets, elektrisch wagentje of bestelauto worden de spullen snel thuisbezorgd, maar is er in die moordende concurrentie wel plaats voor duurzaamheid en lokale producten? We peilden dat bij Picnic, Lokaal Ideaal, Bio Aan Huis en flitsbezorger Gorillas.

Kees Vermeer

Het resultaat? Wisselend. Alle diensten zeggen zo duurzaam mogelijk te willen werken, maar de praktijk is vaak weerbarstig. Al gaat er ook veel goed, omdat bezorgdiensten amper voorraad hoeven te houden. 

Zo vertelt Romke Spierdijk van Picnic dat de online supermarkt verspilling van versproducten tegengaat: bestellen kan tot tien uur ’s avonds, waarna precies het aantal bestelde producten wordt ingekocht bij de leveranciers. Die producten worden de volgende dag bij de klanten bezorgd. ‘Wij hebben geen voorraad van versproducten, maar bestellen alleen wat door de klant besteld is.’

Volgens Spierdijk heeft Picnic de hele keten van bestellen en bezorgen efficiënt opgezet. Bezorging gebeurt met de inmiddels bekende kleine elektrische wagentjes. ‘Het bezorgen gebeurt dus duurzaam. Het voorkomt bovendien, zoals geldt voor alle bezorgdiensten, dat mensen zelf regelmatig naar de supermarkt rijden voor hun boodschappen. We stellen de bezorgroutes efficiënt samen door leveringen voor meerdere adressen tegelijk mee te nemen. Klanten kiezen bij ons geen tijdslot, maar een tijdstip op een dag. Wij rijden vaste routes op vaste tijden. Dat is duurzamer en goedkoper. Daardoor heeft Picnic geen bezorgkosten.’

Shaula Tak

Elkaar helpen
Bij de lokale Zuid-Hollandse bezorgdienst Bio Aan Huis werkt het ook efficiënt, maar een stuk kleinschaliger. Bioboerin Shaula Tak zette de dienst ruim vijftien jaar geleden op omdat ze meer wilde dan alleen ‘boeren’ en wilde telen voor de lokale markt. De dienst bezorgt biologische groente- en fruitpakketten bij mensen in Zuid-Holland. ‘We rijden op vaste dagen een vaste route. De pakketten zijn gevuld met producten van onszelf en van collega-bioboeren. In de webwinkel kun je extra producten bijbestellen.’
Via netwerk- en kennisbijeenkomsten is er veel contact met collega’s in de regio. ‘Er komen steeds meer bioboeren, dus we kunnen de boxen steeds beter vullen met lokale producten. We werken sinds kort ook samen met Tuinderij Natuurluck in Zevenhuizen. Als zij eens een goede oogst hebben, kunnen we een deel van onze klanten postelein of andijvie geven. Zo kunnen we elkaar helpen.’

Shaula merkt dat klanten het aspect van duurzaamheid steeds belangrijker vinden. Zo hebben sommige klanten een beetje moeite met tropisch fruit in de fruitbox. ‘Dat bieden we wel aan, want je kunt de box niet vullen met alleen appels en peren. Maar voor mensen die alleen regionale producten willen eten, is dat wel een drempel. Dus daar moeten we een middenweg zoeken. Overigens is ook het tropische fruit honderd procent biologisch, en bovendien alleen vervoerd over de weg of het water. In de groentebox zit ook een rode paprika uit Spanje, maar dat komt omdat het in de winter hier te koud is om biologische paprika te telen.’

Efficiënt transport
Wat betreft vervoer wil Tak in de toekomst elektrisch gaan rijden, maar daarmee kan ze de afstand naar de klanten nu nog niet overbruggen. Het transport gaat wel zo efficiënt mogelijk: ‘We rijden volgens vaste routes en hebben in de loop der jaren de ideale maat bus gevonden.’

De groenten- en fruitpakketten worden bij de klant geleverd in kartonnen dozen. Ook daarmee let Tak op duurzaamheid. ‘Gaandeweg zijn we karton zo veel mogelijk gaan hergebruiken. Binnenkomende dozen gebruiken we voor extra bestellingen en voor grote groentepakketten. We gebruiken zo weinig mogelijk plastic en papier. Alleen tere producten zoals veldsla verpakken we in een plastic zakje. Komkommers uit Spanje zijn veelal nog wel geseald in plastic, maar we vragen steeds naar ongesealde producten en dan komen die ook wel. Klanten willen eveneens liever geen plastic meer. En in onze boerderijwinkel hebben we klanten via een flyer gevraagd of ze dat papieren zakje echt wel nodig hebben. Een papieren zakje wordt pas duurzamer dan een plastic zakje als je het vele malen hergebruikt. Ik zie dat mensen nu vaker eigen zakjes hergebruiken, of de gekochte producten meteen in de tas doen. Zo kunnen we het bewustzijn van mensen hierover vergroten.’

Maarten Zijlstra
Maarten Zijlstra

Relaxed bezorgen
De bezorging van Lokaal Ideaal, een platform voor lokale winkeliers, is volgens directeur Maarten Zijlstra efficiënt en daardoor duurzaam: ‘Als klant kun je in één keer bestellen bij alle winkels op het platform. Wij halen de bestellingen op met een elektrische bakfiets en bezorgen die op één moment bij de klant thuis.’ 

Er is wel oog voor duurzaamheid in vervoer: de huidige trend is om heel snel te bezorgen, maar Zijlstra ziet meer in ‘relaxed bezorgen’. ‘We kunnen dezelfde dag bezorgen als de bestelling op tijd wordt gedaan, maar we hoeven ons niet te haasten. Bovendien combineren we bestellingen, dus we gaan niet voor iedere order apart heen en weer. We weten dat fietspaden tegenwoordig erg vol zijn, en proberen onze impact daarop te beperken.’

De producten op het platform zijn niet altijd duurzaam, geeft Zijlstra toe: ‘Het gaat ons echt om de lokale winkeliers. Maar ik zie wel dat winkels zelf steeds duurzamer worden.’

Ambachtelijke producten
Minder relaxed zijn de flitsbezorgers van Gorillas, die binnen tien minuten de boodschappen per e-bike thuisbezorgen. Met veel geld van investeerders wierp de dienst zich onlangs in de markt. Gorillas levert zowel kleinere dagelijkse boodschappen als de wekelijkse, vertelt een woordvoerder van het bedrijf. En ook de wat lokalere producten: ‘Naast de bekende merken die je ook in de traditionele supermarkten vindt, hebben wij lokale fabrikanten met ambachtelijke producten. Bijvoorbeeld Meatless Farm, Oma’s Soep, Hessling Vlees, Bocca Coffee, Boeren van Amstel en lokale bakkerijen in de verschillende steden waar wij actief zijn. Wij geloven dat we met een vers en lokaal assortiment voldoen aan de vraag van zowel de consument als de lokale producenten.’

In de bedrijfsvoering van het bedrijf gaat alles elektronisch en papierloos, is snelle communicatie mogelijk en kunnen voorraden in de hubs goed worden afgestemd op de behoeften van een wijk. ‘Dat leidt tot een minimale verspilling van voedsel. In de strijd tegen voedselverspilling zijn wij bovendien aangesloten bij Too Good To Go.’

Flexibel
Picnic levert misschien minder snel, maar wel een uitgebreid assortiment bio-producten, waar volgens Spierdijk veel vraag naar is. Klanten kunnen aangeven als zij een product missen, waarna dat eventueel kan worden toegevoegd. En niet-gangbare producten worden uit het assortiment gehaald. ‘Zo is het aanbod flexibel. Voor een supermarkt is het veel ingewikkelder om bijvoorbeeld een nieuw product toe te voegen. Want dat moet dan in alle vestigingen verkrijgbaar zijn. En als het toch niet goed blijkt te lopen, blijft er dus veel van het product over.’

De dienst werkt ook met lokale producten, in samenwerking met lokale leveranciers. Voorbeelden zijn Sambal Bert in Amersfoort, worstenbroodjes in Breda, en bier van lokale brouwers. Spierdijk: ‘We bezorgen bovendien sinds 2019 eieren uit eigen stal: de Eitjes van Picnic. Die hebben 3 sterren van het Beter Leven keurmerk en hebben ook het keurmerk Planet Proof. De eitjes voldoen daarmee aan de hoogste normen voor dierenwelzijn en duurzaamheid. De Picnic-kippen scharrelen rond op een boerderij van Kipster in Ewijk.’

In het nieuwe regeerakkoord van het onlangs gepresenteerde kabinet zit een verlaging van de BTW op groente en fruit. Goed nieuws, zou je denken. Ongezond voedsel duurder, gezond voedsel goedkoper maken, dat stimuleert consumenten wel om hun leefstijl aan te passen. Zou je denken…

Marja van der Ende

Persoonlijk denk ik dat de gemiddelde consument voor intelligenter mag worden aangezien, dan nu met dit beleid gebeurt. Prijsprikkels zijn slechts tijdelijke beloningen en als je verslaafd bent aan bewerkte voeding, zal een lagere prijs voor groente en fruit je echt niet bewegen om daar op over te stappen. Dan doe je er alles aan om aan je genot te komen, suikertaks of niet. Lagere BTW of niet.

Bovendien is de vraag of groente en fruit wel goedkoper zullen worden als de BTW verlaging eenmaal is doorgevoerd. In andere sectoren (kappers) hebben we gezien dat de prijs voor de klant hetzelfde bleef en de extra marge naar de ondernemer ging. Waarschijnlijk een terechte stap omdat de concurrentie en het effect daarvan op de prijsstelling van een kappersbezoek, moordend was.

Zo ook in de voedselwereld. Wie garandeert dat de prijs die we straks voor ons eten in de supermarkt gaan betalen, niet nog meer winst betekent voor de supermarkt? Dat de inkoopprijzen bij voedselproducenten met dit middel niet nog verder afgeknepen worden? Het zijn zomaar wat hersenspinsels die ik heb als consument, als collega-ondernemer en als observator van gedrag bij veranderingen.

De eerste scheuren in het voorgenomen BTW-beleid worden inmiddels al zichtbaar: het verlagen van de BTW op groenten en fruit blijkt ‘voorlopig niet mogelijk door ict-problemen bij de Belastingdienst’. De eerste complottheorieën laten zich horen in mijn hoofd bij het lezen van dergelijke nieuwsberichten. Eerst een verhoging naar negen procent zonder probleem doorgevoerd, en bij een verlaging is het ineens technisch niet mogelijk vanwege verouderde systemen. Jaja, wie gelooft dat?

Voordat we onszelf voor onze gezondheid afhankelijk stellen van ict-systemen en prijsprikkels als motivator, kunnen we ook kijken naar een effectievere aanpak. De meeste mensen zijn namelijk meer ontvankelijk voor pijn. Of beter gezegd: het verhelpen en voorkomen van pijn. Als te weinig groente en fruit eten je lichaam pijn heeft gedaan, ben je beter te porren voor een gezonde leefstijl. Dan is er nog een noodzakelijkheid: de juiste voorlichting over wat gezond is. Juist daar schort het momenteel aan.

Columniste Marja vraagt zich af of een BTW-verlaging wel echt werkt

De eerste supermarktketen biedt inmiddels al de ‘gratis’ app vol tips van leefstijlcoaches aan. Gewapend met de Nutriscore in de app maak je gezondere keuzes als je in de supermarkt bent. Zou je denken. Uit een filmpje van Upfront op Instagram en LinkedIn, een oprecht voedselbedrijf zoals ze zichzelf noemen, blijkt dat de Nutriscore misleidend kan zijn omdat appels met peren worden vergeleken. Dat betekent dat een bak perenijs dezelfde score kan hebben, als … een appel. Wat natuurlijk volslagen niet klopt als je het hebt over het effect van een bak perenijs en een appel op je gezondheid.

Weet je wanneer je wel gezond(er) bezig kunt zijn? Wanneer je de lokale voedselproducenten rechtstreeks bezoekt en hun pure verse producten rechtstreeks koopt. Die producten hebben allemaal van zichzelf al ‘Nutriscore A’ en hebben dus eigenlijk helemaal geen (misleidend) scorebord nodig om verkocht te worden.

Buiten de supermarkt vind je sowieso een veel lager percentage aan bewerkte producten, dus wordt je ook niet verleid om die te kopen. Afgezien van die zakjes ‘De lekkerste drop’ en potten eierroom dan. Af en toe een guilty pleasure, fiets ik er zo weer af. Gaat die BTW-verlaging straks wel door, dan is het voordeel daarvan rechtstreeks voor de boer en tuinder. En die gun ik dat voordeel van harte!

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Kees Vermeer

Terwijl hij voor De Kortste weg schreef, vroeg journalist Kees Vermeer zich steeds vaker af waarom de overheid het boeren zo lastig maakt om te veranderen. Het maakt hem boos.

Kees Vermeer

Zo’n anderhalf jaar schrijf ik nu als freelance journalist voor De Kortste Weg. Met een achtergrond als medisch bioloog schrijf ik voornamelijk over de medische zorg en het medisch-wetenschappelijk onderzoek. Een heel ander werkveld dus dan waar de Natuur- en Milieufederatie Zuid-Holland zich mee bezighoudt, maar juist daarom vond ik het boeiend om voor De Kortste Weg te gaan schrijven.

En wat een prachtige onderwerpen ben ik al tegengekomen! Ik spreek bevlogen boeren en burgers die zich met hart en ziel inzetten voor een beter milieu, meer biodiversiteit, welzijn van dieren en planten, gezondere grond, minder troep in ons eten, aandacht voor ecosystemen, de gezondheid van ons allemaal en een betere toekomst voor de wereld. Zij durven buiten de gebaande paden te denken en laten zich niet ontmoedigen als het even tegenzit. Ik hoor over geweldige initiatieven en innovaties die soms starten bij een kleine groep en uitgroeien tot een mooie beweging met veel gedreven mensen. Dat vergroot het bewustzijn van velen dat we niet langer kunnen doorgaan op de oude weg, met veel te veel nadruk op geld verdienen, ‘groei’ en doorgeslagen efficiëntie.

Boos
Tegelijk word ik soms een beetje boos. Sommige initiatieven en ontwikkelingen zijn niet van de laatste jaren maar zijn al veel langer aan de gang. Waarom horen we daar zo weinig over in de gangbare media? En keer op keer hoor ik in interviews dat bijvoorbeeld boeren wel willen veranderen, maar dat de wet- en regelgeving dat vaak in de weg staat. Waarom maakt de overheid het hen zo moeilijk? Waarom worden de mooie ideeën en projecten zo weinig omarmd en gestimuleerd? 

Boeren staan in de productieketen helemaal vooraan en aan hen hebben we ons dagelijks eten te danken. Maar in de financiële keten staan ze vreemd genoeg vaak helemaal achteraan. Ze mogen aansluiten achter grote bedrijven en hopen dat er voor hen nog iets overblijft, terwijl supermarktketens enorme winsten maken. Boeren moeten al jarenlang de ene na de andere investering doen om de wetgeving te volgen, en grote afwegingen maken om het hoofd boven water te houden. En tegelijk genoegen nemen met wat in de grote pot met geld voor hen overblijft. Hoe kan dat?

Milieumaatregelen
Boos word ik ook als ik weer eens iets lees over maatregelen van de overheid tegen grote milieuproblemen van deze tijd. Regelmatig wordt als eerste naar boeren gewezen: die moeten worden uitgekocht, hun vergunning moet worden ingetrokken, of ze moeten met hun bedrijf maar verhuizen naar de Flevopolder. Terwijl juist boeren vele ideeën hebben en initiatieven ontplooien om de uitstoot van verkeerde stoffen tegen te gaan, de lokale natuur te beschermen en de biodiversiteit te stimuleren. Met oog voor mens, dier en milieu. 

Lokale boeren lijken altijd de klos, terwijl grote en vervuilende multinationals worden ontzien en gedoogd. Dat zorgt, terecht lijkt me, voor verontwaardiging bij boeren en ook voor onzekerheid over hun toekomst. Ook in Zeewolde is een multinational uit de VS (alhoewel de komst steeds onzekerder wordt) belangrijker dan de lokale boerenbedrijven en het gebruik van vruchtbare landbouwgrond. 

“Lokale boeren lijken altijd de klos, terwijl grote en vervuilende multinationals worden ontzien en gedoogd”

Veranderingen kunnen komen van ‘bovenaf’ vanuit de overheid, of van ‘onderaf’ vanuit mensen zelf. Het mooist zou zijn als dat hand in hand gaat, maar eerlijk gezegd verwacht ik weinig van bovenaf. Het ontbreekt aan visie, durf en daadkracht. Gelukkig groeit onder de bevolking wel het bewustzijn dat het zo niet langer kan. Velen komen in actie, met wél visie, durf en daadkracht. We gaan eropuit om bij boeren en telers zelf ons eten te kopen, voor een eerlijke prijs. We willen geen groente meer die in plastic is verpakt. We protesteren tegen megastallen. We willen dat dieren het goed hebben. We eten bewuster, en vaker biologisch en vegetarisch.

‘Achter de schermen’ gebeurt er veel om de broodnodige verandering te bereiken. Kleine en grote plannen, alles helpt daarbij. Veel mensen maken bewuste keuzes om te komen tot een mooiere en gezondere wereld. Iedereen kan zo een steentje bijdragen. Dat geeft mij een sprankje hoop dat de toekomst voor mijn kinderen misschien toch niet zo somber is als het nu lijkt. 

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Steeds meer mensen kopen hun voeding in biologische speciaalzaken, blijkt uit een recent rapport van BioNext Nederland. Maar er valt nog een wereld te winnen, want het marktaandeel van biologisch voedsel in de Nederlandse supermarkten blijft rond de drie procent hangen. Flink minder dan in Europese koplopers als Denemarken (12,1%), Zwitserland (10,4%) en Oostenrijk (9,3%). Roosmarijn Saat, supermarkteigenaar en bestuurslid van BioNext, wijst naar de prijs als grootste boosdoener. Maar dat is niet het enige.

Kees Vermeer

Saat is eigenaar van de biologische supermarkt Gimsel, in het centrum van Rotterdam. Haar winkel deed het in 2020, met een omzetgroei van 15 procent, erg goed. Maar Saat ziet ook dat nog veel stappen nodig zijn. “De prijs blijkt voor veel mensen nog een drempel om biologische producten te kopen. Maar met biologisch zorg je op alle fronten voor verbetering van onze hele leefomgeving.”

Verschillende crisissen
“Maar er zijn nu verschillende crisissen tegelijk aan de gang. Niet alleen corona maar ook stikstof, het klimaat en afnemende biodiversiteit. Die crisissen hangen met elkaar samen en we kunnen ze niet langer negeren. Steeds meer mensen vragen zich af wat zij zelf kunnen doen. Als je volledig overstapt naar biologisch, ga je in één keer veel aspecten van de crisissen te lijf. Je draagt bij aan het tegengaan van klimaatverandering en biodiversiteit, en aan betere bodem- en waterkwaliteit.” Biologische producten hebben dus veel extra waarde(n) in zich. Maar het is volgens Saat lastig om al die waarden te laten zien aan de consument. Dat verklaart ten dele het tot nu toe karige aanbod van biologische producten in de gewone supermarkt, waar producten vooral wat betreft prijs met elkaar concurreren.

‘Als je volledig overstapt naar biologisch, ga je in één keer veel aspecten van de crisissen te lijf‘ – Roosmarijn Saat

Verdienmodel
Toch kan biologisch een goed verdienmodel zijn. Saats eigen winkel laat dat wel zien: een mooie grote supermarkt met alleen maar biologische producten, die bovendien veelal van lokale leveranciers komen. De supermarkt is onderdeel van het drukbezochte winkelcentrum De Groene Passage in hartje Rotterdam: zeven winkeliers die samenwerken vanuit dezelfde gedachte van duurzaam, fairtrade en groen. “Voor verdere groei van de biologische sector is het van belang dat vraag en aanbod hand in hand gaan. Als de vraag groeit, kunnen boeren meer investeren om hun bedrijf uit te breiden zodat ook het aanbod toeneemt.”

Marktaandeel
Saat is ook lid van het dagelijks bestuur van Bionext. Deze ketenorganisatie voor biologische landbouw en voeding publiceert elk jaar een trendrapport. In het recent verschenen rapport over 2020 staat onder andere dat er iets meer Nederlandse landbouwgrond wordt gebruikt voor biologische productie, dat 95,6% van de Nederlandse huishoudens in 2020 biologische producten heeft gekocht, en dat melk, eieren en yoghurt de meest verkochte biologische producten waren in de supermarkt. Maar het marktaandeel van biologisch in de Nederlandse supermarkten is slechts rond 3%. Flink minder dan in de Europese koplopers Denemarken (12,1%), Zwitserland (10,4%) en Oostenrijk (9,3%). Nederland blijft ook ver achter wat betreft het percentage landbouwgrond met biologische teelt: dat is slechts 4%, tegen 8,5% als Europees gemiddelde. Oostenrijk is in de EU koploper met 26% biologisch landbouwareaal.

Teleurstellend
Vooral het lage percentage biologische landbouwgrond is erg teleurstellend, vindt Saat. “Nederland heeft veel reguliere landbouw, met een groot deel voor export en voor diervoeding en veeteelt. Om dat te veranderen, zijn onder andere maatregelen nodig van de overheid. Die kan boeren bij de hand nemen en hen goede mogelijkheden bieden zodat zij zich gesteund voelen. Boeren die willen omschakelen, hebben de overheid nodig om dat mogelijk te maken. Maar helaas maakten afgelopen jaar, voor het vierde jaar op rij, minder boeren de overstap naar biologisch. Vanuit de Europese Green Deal wordt nu de Farm to Fork strategie uitgewerkt. Bionext praat daarover mee en kan haar visie inbrengen. Bovendien zien we steeds meer aandacht voor biologisch bij het ministerie van LNV. Met de Green Deal hebben we gelukkig wel de wind in de rug.”

Prijs is barrière
Er is ook ondersteuning nodig voor de consument, betoogt Saat. Bijvoorbeeld meer voorlichting over de waarden van biologische producten. Want de prijs blijft de grootste barrière om biologisch te kopen: 65% van de huishoudens zegt vaker biologisch te kopen als het goedkoper zou zijn. “Maar in prijzen in de reguliere supermarkt zijn niet de effecten op de leefomgeving verrekend. Dat zijn dus geen ‘echte’ prijzen. Biologische producten hebben een prijs die verantwoord is. Je doet er iets goeds mee voor de wereld en voor je eigen gezondheid. Een win-win situatie. Bovendien help je boeren om te verduurzamen. Daarom hoop ik dat er meer bewustzijn ontstaat over prijzen van producten.”

BTW schrappen
De biologische speciaalzaken hadden vorig jaar een omzetgroei van gemiddeld 7,8%, voor Gimsel was dat zelfs bijna het dubbele. “Belangrijke punten voor onze klanten zijn hun gezondheid, de echte prijs van producten, openheid over hoe vervuilend reguliere producten zijn, het tegengaan van de huidige crisissen, en het verminderen van afval. Klimaat, milieu en gezondheid zijn de grote thema’s die nu spelen.”

Het moet sneller
Saat vertelt gepassioneerd over haar werk en visie. Ze is er mee opgegroeid: in 1988 startten haar ouders natuurvoedingswinkel Gimsel in Rotterdam, waar zij als jonge meid meehielp. “Mijn ouders waren pioniers. Toen al was er het besef dat de reguliere manier van landbouw niet kan doorgaan. Ik ben blij dat het biologisch marktaandeel groeit, maar er zijn nog stappen nodig en het moet sneller. Misschien moet het ook rigoureuzer, met boeren die eisen dat zij met steun van de overheid kunnen omschakelen naar biologisch. Bijvoorbeeld met een omschakelfonds voor boeren. Ook Bionext wil hen daarin ondersteunen. We weten hoe het moet, dus laat ons je helpen om de goede weg te vinden.”

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Mijn brein heeft een natuurlijke filtering ontwikkeld op reclames. Wat mijn aandacht verdient, krijgt mijn aandacht. Anders is het ‘ene oor in, andere oor uit’. Dat is maar goed ook, want wat een geweld aan emotionele manipulatie en neuromarketingtrucjes wordt er op ons afgevuurd! Vooral op TV en zeker nu Black Friday weer voorbij kwam. Men beperkt zich daarbij tegenwoordig opeens zelfs niet meer tot één dag kortingen, op dingen waarvan je je kunt afvragen of je ze wel nodig hebt. 

Marja van der Ende

Wat mij opvalt aan reclames van supermarkten en de voedingsindustrie, is dat ze zelden over gezonde voeding gaan. Vooral frisdranken, snoep en koek, alcoholische dranken en plof-vlees komen als duveltjes uit doosjes op het scherm en in de folders voorbij. 

Hoe vaker ik het zie, hoe meer ik denk: “zoveel reclame voor die producten, dan zal het wel niet zo goed voor me zijn…”. En: “wat een geld wordt daaraan gespendeerd! Dat moet toch ook ergens op terug verdiend worden…”. De consument en de producent betaalt de prijs, zo bleek al uit de documentaire van Zembla van 30 september.  

Onderzoek WUR
Uit nieuw onderzoek van Wageningen University & Research, Vrije Universiteit Amsterdam en Universiteit Utrecht, blijkt nu dat maar liefst 80% van het aanbod en de promoties van supermarkten ook niet past in de Schijf van Vijf. De Schijf van Vijf is de visuele voorstelling van de richtlijnen voor een gezond eetpatroon, die sinds 1953 in Nederland wordt gebruikt in de voorlichting over goede en gezonde voeding (bron: Wikipedia)

Het besef dat de supermarkten geen gezonde voedselkeuzes stimuleren, was voor mij in 2017 al een van de aanleidingen om ze helemaal te mijden. Wil je pure onbewerkte voeding eten, dan heb je in de supermarkt simpelweg dus te weinig keus. Dat blijkt wel uit het feit dat ik nu bij de lokale producenten eten vindt, dat ik nooit bereid zou hebben als ik in de supermarkt was blijven shoppen. Dat klinkt wellicht raar, omdat je denkt dat zo’n grote winkel een grote variëteit biedt. Maar uiteindelijk is het grootste deel van het aanbod slechts vulling, geen voeding. De nee-sticker tegen die nutteloze stapel folders plakte ik toen op de brievenbus en ik ging fietsen voor m’n lokale eten.

Wat je niet vindt in de supermarkt
Dat het maken van verse soepen eigenlijk zo simpel is en ook snel kan, staat niet vermeld op de soep in zak vol E-nummers. Dat margarine veel chemische bewerkingen heeft ondergaan om het zo zacht en smeerbaar te krijgen en wat het effect daarvan op je lijf is als je het eet, vind je niet op het kuipje. Dat de grote hoeveelheid producten met tarwemeel als toevoeging je op den duur intolerant kan maken voor gluten, staat nergens vermeld. Dat dextrose in supermarktgehakt ook gewoon suiker is om het langer houdbaar te krijgen, weet je alleen als je het weet. Dat de vele light producten bomvol suiker of zoetstoffen zitten om het nog een beetje smakelijk te krijgen, kun je hooguit afleiden uit de hele kleine lettertjes. Dat frisdrank wordt samengesteld met vage ingrediënten uit zakken met doodshoofden erop, zie je niet terug op de kleurige etiketten. 

Deze laatste voorstelling van zaken hoorde ik trouwens jaren geleden uit de mond van de ondernemer achter Oggu, die de uitdaging aanging om de eerste biologische frisdranken met natuurlijke ingrediënten te ontwikkelen. Hij deelde de ervaringen van zijn bezoeken aan de frisdrankenindustrie, tijdens een presentatie aan een groot publiek tijdens een ondernemerscongres in 2010. Het is hem destijds gelukt een biologisch product te produceren, echter was dit slechts een kort leven beschoren. De Reclame Code Commissie tikte hem later op de vingers over claims in zijn reclamecampagne en de frisdrankenfabriek waar het product geproduceerd werd, ging failliet.

Waar dan wel?
Dat er wel degelijk alternatieve locaties zijn voor de producten die je denkt alleen in de supermarkt te kunnen kopen, is een kwestie van zelf ondervinden. Als ik mensen vertel dat ik al vier jaar geen supermarkt meer heb bezocht, vraagt eigenlijk niemand waar ik mijn cola dan haal. Meestal vraagt men waar ik waspoeder of toiletpapier koop en ik verwijs hen dan door naar de kleine gezondheidswinkel, die producten zonder chemische meuk verkopen. 

Daar koop ik ook de producten die nog op mijn zeer korte lijstje van bewerkte voeding staan, zoals conserven (biologisch), bouillonblokjes (zonder smaakversterkers) en een potje mayonaise en ketchup (zonder E-nummers). Zelfs die mayonaise is daar een met liefde handgemaakt ‘lokaal’ product, uit Zierikzee. De supermarkt mijden en gezondere keuzes maken, is zo moeilijk niet. Een leven zonder cola, margarine, snoep en light producten is prima te doen.

Daarvoor in de plaats komen volvette, van nature suikervrije en zoveel mogelijk onbewerkte vitaminen- en mineralenbommetjes die je kunt kopen via de kortste weg: rechtstreeks van de bron of met slechts een kleine winkelier die bewuste keuzes maakt. Als je dan de bewerkte industrievoeding weglaat en lokaal geteelde groenten en fruit, graanproducten, zuivel, vetten en vlees koopt, ben je per saldo hetzelfde bedrag aan boodschappen kwijt. Mijn maandbudget is gelijk gebleven aan toen en mijn keuzes zijn veel gezonder en gevarieerder. Verrassend, hè? 

Conclusie uit het onderzoek
Volgens onderzoeker Maartje Poelman is monitoring van de Nederlandse voedselomgeving structureel nodig. Het is ook aan de politiek om hardere afspraken te maken met supermarkten om hun reclameproducten meer te koppelen aan de Schijf van Vijf, zo blijkt uit de aangenomen motie van Dik-Faber en Sazias. 

In mijn optiek is monitoring alleen niet voldoende. Er is nog een wezenlijke stap mogelijk: een bredere voorlichting over gezonde voeding. Wanneer we van kinds af aan meekrijgen wat gezond is en wat niet, en welke effecten ongezonde voeding heeft op ons lijf, dan leggen onze breinen die natuurlijke filtering aan. En ervaringsleren leidt dan nog beter en sneller tot het maken van gezondere keuzes. Oftewel voelen hoe het voelt als je uit de bubbel van een ongezond eetpatroon en de supermarkt stapt. 

Merken hoeveel energieker en fitter je bent als je stopt met industrieel bewerkte voeding, is nog altijd de beste confrontatie om gedrag te zien veranderen. Reclames voor ongezonde voeding gaan dan bij iedereen het ene oor in en het andere oor weer uit. En die Black Friday reclames al helemaal. Gezonde voeding heeft helemaal geen reclame nodig, gewoon omdat je lijf vraagt om die appel en kool vol vitamine C, die komkommer met schil voor de vezels en die vette vis voor de vetzuren zodat je helderder kunt blijven denken.

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

In het hele land staan boeren op hun achterste benen omdat er boerderijen uitgekocht dreigen te worden, al dan niet verplicht. Niet gek, gezien de impact en de soms dubieuze rol van de overheid. Maar er is een andere kant: een uitkoop kan ook positief uitpakken voor sommige boeren, zo blijkt bijvoorbeeld bij de Beijersche Schuur in Zuid-Holland.

Wouter van Wijk

Boerin en mede-eigenaar Yfke Boer vertelt: “We hadden weinig keuze toen de provincie Zuid-Holland bij ons aanklopte. Weggaan, meegaan of ermee stoppen. ‘We zien wel’, dachten we. Het waaide ook over. Maar we zagen ook wel dat er iets moest veranderen en wilden ook niet op dezelfde voet verder.” 

Yfke Boer – ‘Jaja, we doen onze naam eer aan!’

“Toen kwamen de provincie er weer mee. Een aantal jaar later, in 2010. Ze vroegen: willen jullie biologisch worden? Dat wilden we niet. Dan moet je vee loslopen, je moet veranderen. Je mag geen kunstmest gebruiken, waardoor alles minder hard groeit. Dan heb je voor dezelfde opbrengst weer meer land nodig.” 

Twee dochters, twee stukken land

“Maar toen kwamen onze dochters, die zeiden: we willen verder met het bedrijf. Ze zijn 30 en 28. Dat veranderde alles. We dachten: als zij het willen, dan wij ook. Dat hebben we aangegrepen om te veranderen. Zonder hen zou ons bedrijf stoppen.”

“Dus hebben we ons ingeschreven om er land bij te krijgen. Op Haastrecht. De boer die er zat is uitgekocht. Hij wilde tien jaar geleden niet meedoen en is weggegaan. Dat was niet leuk voor ze hoor! Ze hadden een melkveebedrijf. Hij zag niets in biologisch boeren en wilde op oude voet verder gaan. Ze zijn nu verhuisd naar een paar kilometer verderop. Op zich hebben ze mooi land nu en ze kunnen nu meer koeien melken. Maar hij is nog steeds boos.”

“De boerderij ernaast is ook uitgekocht. De provincie zat met die boerderijen in de maag. Na een beetje onderhandelen lukte het om het land erbij te pachten. We hebben het in gebruik en kunnen er maaien en droogvee kunnen brengen. Dat ging dus goed. Nu staat er een boerderij. Daar willen we graag de stal van gebruiken. “

“Want de ene dochter wil in Haastrecht verder. Ze gaat er jongvee opfokken. De ander blijft hier. Daarom willen we de boerderij die op dat land staat overnemen en land erbij huren.”

Otter moet settelen

“Maar goed, het is wel een heel andere manier van werken. Je moet een natuurinrichtingsplan maken. Daar kijkt dan een ecoloog naar. Je moet het met die ecoloog eens zijn, en de ecoloog met jou. Dat is wel gedoe, maar ook wel mooi.”

“Er loopt zo’n ecologische lijn door het land heen, vanuit Reeuwijk en dan door naar Bilwijk toe. De dieren moeten zelfs onder de provinciale weg door kunnen. Zo moet de otter zich hier kunnen settelen. Die willen ze graag hierheen krijgen. En andere soorten vogels en vissen. Zo moesten we de walkant afgraven, omdat de waterhuishouding anders moet.”

Yfke en Marinda leggen uit hoe ze overstappen op ‘natuurlijk boeren’

“De insteek is heel anders. We werken aan kruidenrijk grasland en stroken natuur. De sloten worden vergroot, waardoor een deel van je land moeras-achtig wordt en er meer riet kan groeien. Zo ben je op een heel andere manier met de natuur bezig dan wij al die jaren hebben gedaan. Je gaat ook deels terug in de tijd! Dat maakt het ook interessant.”

“Aan de andere kant moet je voor biologisch boeren ook een heleboel doen en laten. De natuur inrichten, geen kunstmest, bestrijdingsmiddelen. Dat kost geld. En je moet duurder inkopen. Voer bijvoorbeeld. Daar moet ook wat tegenover staan. Ik hoop dat consumenten en supermarkten zich dat ook beseffen.”

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

De ene week fiets je in een lekker zonnetje naar je eten toe, een regenachtige week later ligt opeens de eerste zuurkoolstamppot alweer op je bord. Van dat laatste word ik blij! Het seizoen van de wintergroenten breekt weer aan: boerenkool, zuurkool, spruitjes, winterpeen, winterbietjes. De tijd van de knollen en bollen die ook in koude omstandigheden gewoon in de volle grond groeien, is er weer. Heerlijk!

Marja van der Ende

Zuurkool!

Ik ben gek op kool. Niet alleen vanwege de volle smaak en omdat het zo makkelijk in stamppotten te verwerken is, maar vooral omdat er veel voedingswaarde in zit. Maak je voor twee personen bijvoorbeeld een pond zuurkool klaar, dan heb je al bijna de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH-waarde) aan vitamine C binnen. Omdat zuurkool gefermenteerd wordt met behulp van natrium, is dat zoutgehalte wel erg hoog. Dus extra zout aan de aardappels toevoegen, hoeft niet en de zuurkool goed afgieten, is aan te raden. Zelf doe ik dat afgieten met het water waar de aardappelen in gekookt zijn.

Slecht weer
Omdat ik al mijn eten op de fiets bij elkaar sprokkel, is de winter een uitdagende tijd. Ik fiets dan minder vaak en afgestemd op de weersvoorspellingen en ik neem meer in één keer mee. Het vooruit bereiden van soepen en deze invriezen, is voor mij een manier om bij slecht weer minder vaak weg te hoeven en toch zo vers mogelijk te eten. Zonder kunstmatige toevoegingen natuurlijk, voor mij nooit meer soep in zak, pot of blik! Tenzij huisgemaakt door een van de kanjers uit de regio, die tegen voedselverspilling zijn en zonder E-nummers en met ‘op het nippertje geredde groenten’ koken voor hun klanten: de bewuste consumenten zoals ik.

Arme bodem
De voedingswaarde van kool is natuurlijk wel afhankelijk van de plek waar het geteeld is. De kwaliteit van de bodem is hoofdzaak, want als de bodem arm is, ben je jezelf aan het vullen in plaats van voeden. Ook de manier waarop het vervolgens verwerkt wordt, is van levensbelang voor het product. Wil je dat jouw kool een zo hoog mogelijk vitamine- en mineralengehalte bevat? Koop dan lokaal, liefst op de plek waar de kool nog diezelfde dag vers van het land is gehaald. Of zelfs zo voor je neus wordt geoogst. Iedere extra handeling van verwerking, verpakking en transport, heeft invloed op de voedingswaarde. 

Wanneer een product veel te verduren heeft, verbruikt het zijn eigen antioxidanten om zoveel mogelijk levenskracht te behouden. Vitamine C is zo’n antioxidant. Hoe meer ‘stress’ onderweg, hoe minder vitamine C overblijft in de groenten die je net hebt gekocht, maar die misschien al wel een week oud zijn. Alleen daarom al levert het kiezen voor de kortste weg de meeste waarde op je bord op. Mits je het vervolgens ook met een grote dosis liefde bereidt.

Ook in de winter kunnen we genieten van frissere bladgroenten, die prima groeien op koude grond of hydrocultuur, zoals andijvie en sla. Witlof groeit sowieso al in het donker dus ook in de winter is dit prima te vinden in de buurt. 

Pesto van radijs

Gooi het blad niet weg
Een knolletje die je de hele winter door kunt kopen, is radijs. De meeste mensen eten de radijsjes en gooien het blad weg. Wist je dat ook het blad prima te eten is? Je kunt het bijvoorbeeld verwerken tot radijsbladsoep. Of er pesto van maken, zoals ik deze week zelf heb gedaan. Tien bosjes radijs op de fiets gescoord bij het stalletje langs de weg van de kweker zelf, werden honderd snoepjes en zes porties pesto. De pesto gebruik ik voor meer pit in courgettesoep en als smeersel op een versgebakken brood. En pesto kun je prima invriezen, net als de soep.

In december, januari en februari zal het aanbod van bloemkool en broccoli wellicht wat minder zijn, alsook de sperziebonen en snijbonen. Daar is de grond te koud voor, tenzij geteeld in een verwarmde kas. Wil je in de wintermaanden toch een goed gevuld bord met eten (en dan bedoel ik niet vol maar waardevol), eet dan rode kool. Het vitamine C gehalte van rode kool is zelfs nog hoger dan dat van broccoli. 

Het belang van vitamine C is natuurlijk bij iedereen bekend: je weerstand. En in een periode waarin er weinig fruit te vinden is als bron van deze vitamine, denk dan aan het eten van kool. Maak je een lekkere stamppot, kies dan eens vaker voor zoete aardappelen in plaats van ‘gewone’ aardappelen. Het vitamine C gehalte is namelijk bijna twee keer zo hoog. En vind je zuurkoolstamppot te zuur? Dan is het zoetje van zoete aardappelen een mooie combinatie om de smaak in balans te krijgen.

Wil je nog bewuster bezig zijn met de waarde van het eten op jouw bord? Zoek dan de voedingswaarde van wat je eet eens op, gewoon via de zoekmachine op internet. En bedenk dan dat je met het kopen via de kortste weg, nog beter bezig bent. Zo kom jij de winter wel door!

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Op 30 september viel mijn oog op een documentaire van Zembla, genaamd ‘De uitgeputte bodem: supermarktmacht’. Na het zien van de beelden van de vele aanbiedingen van vlees, zuivel en bananen als lokkertje in de supermarkt en het aanhoren van alle argumenten van onderzoekers wat hier zo fout aan is, bleef ik vooral verbijsterd achter. 

Marja van der Ende

De manier waarop in de gangbare teelt voedsel geproduceerd wordt, put de bodem uit, vervuilt water, stoot fijnstof uit en maakt mensen ziek. De partijen die het doen, weten dit en toch blijft men ermee doorgaan. Boeren worden gedwongen om massaproductie te doen, om nog marge te hebben. Genoeg marge om te verduurzamen is dat echter niet en het is destructief voor de aarde. Cornelis Mosselman, voorheen gangbare boer die de stap naar biologisch boeren heeft gezet, noemt het ‘moderne slavernij’. 

De gevolgen van monocultuur
De problemen die zich door deze monocultuur wereldwijd laten zien, worden steeds nijpender. Het kappen van tropisch regenwoud voor de productie van veevoer, de uitstoot van broeikasgassen en een afname van biodiversiteit door het gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen, zijn de drie genoemde hoofdproblemen. Buiten het bewustzijn van de supermarktconsument werken supermarkten hier bewust aan mee. Volgens een gedragsonderzoeker is de hebzucht van de consument, van de supermarktketens en van de boer hiervan de oorzaak. De supermarktconsument wil een lage prijs, de supermarktmanager wil winst maken en de boer wil marge op zijn producten.

400-600-800-gram-knallers

Alle grote supermarktketens adverteren in elke folder met vlees, hetgeen leidt tot meer vlees eten. De consument koopt dan meer dan nodig is, ook omdat kortingen pas ingaan wanneer twee of meer verpakkingen gekocht worden. In de Quote 500 vind je veel supermarkteigenaren. Als in de supermarktketens zoveel winsten gemaakt worden, is het des te kwalijker dat zij boeren niet meer betalen voor hun producten. 

De wereld van voedselproductie en -verkoop is dusdanig georganiseerd dat niemand zich zal verroeren. Als de supermarktmanager besluit om de kiloknallers niet meer te verkopen, gaat de klant naar de winkel waar ze deze nog wel aanbieden. “De macht ligt bij de consument”, wordt dan heel makkelijk gezegd. Zolang de top 3 van overwegingen van de consument eerst prijs, dan uiterlijk en daarna pas het geweten is, blijft dit systeem in stand. 

Geweten
Hoe krijgen we het geweten op plaats 1 in die top 3? Wat als we als consumenten weten dat deze industrie de aarde uitbuit? Wat als we tot in detail weten wat de ware kosten van de productie van ons voedsel zijn? Zouden we dan nog kiezen voor die vleesaanbieding in de supermarkt, of überhaupt om ons eten in de supermarkt te kopen? Of zorgt de stem van ons geweten er dan voor dat we met ons allen kiezen voor de kortste weg? 

Misschien zijn voor die bewustwording hardere maatregelen nodig. Geen misleidende ‘beter leven’ of ‘on the way to planet proof’-keurmerken, die alleen te realiseren zijn door de grote spelers in de voedingsindustrie. Misschien helpt het om, net als op pakjes sigaretten, plaatjes van een gekapt regenwoud te plaatsen op verpakkingen van supermarktvlees en 2-litertankjes melk. Als je stopt met roken omdat je de kans op longkanker wilt verkleinen, is het zien van de schade aan de longen van onze aarde wellicht ook motiverend om dergelijke producten niet meer te kopen.

Misschien helpt het om, net als op pakjes sigaretten, plaatjes van een gekapt regenwoud te plaatsen op verpakkingen van supermarktvlees en 2-litertankjes melk.

Van weten naar geweten
In de bewering “De macht ligt bij de consument” zit natuurlijk een waarheid als een koe. Willen we als consumenten die macht ook daadwerkelijk benutten, dan is veel meer voorlichting nodig. In de supermarkt ga je die voorlichting niet aantreffen, omdat ze daarmee nagenoeg hun gehele assortiment tot ‘verkeerde keuze’ moeten gaan bestempelen. Zeventig procent van het aanbod bestaat uit bewerkte voeding, waarvan de herkomst niet te traceren is. Documentaires als die van Zembla en ook de afleveringen van de Keuringsdienst van Waarde zouden ook vaste lesstof op scholen kunnen zijn, zodat de jeugd het tij kan keren. De jeugd van nu is de consument van de toekomst.

Documentaires als die van Zembla en ook de afleveringen van de Keuringsdienst van Waarde zouden ook vaste lesstof op scholen kunnen zijn

De inhoud van de documentaire van Zembla kwam voor mij natuurlijk niet helemaal als een verrassing. Mijn verbijstering ging vooral over: waarom is het tij nog steeds niet gekeerd? Vier jaar fietsen voor m’n eten naar lokale voedselproducenten en me verdiepen in hun werk, heeft me veel geleerd. Weten hoe het eraan toe gaat in voedselproductieland heeft mijn weten gevoed en mijn geweten op plek één gezet. De documentaire was voor mij slechts een bevestiging. Het sterkte mijn keuze om nooit meer naar de supermarkt te gaan, opnieuw. Bij jou nu ook?

(Wil je nog meer redenen om te kiezen voor de kortste weg? Lees dan de blog ‘5 redenen om de supermarkt voorbij te fietsen’ eens, inmiddels al een classic uit 2018…)

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Streekproducten zijn populair. Komt er daardoor nu meer lokaal aanbod in supermarkten? Het lijkt zo logisch dat je er niet over na hoeft te denken. Toch is het minder eenvoudig dan het lijkt: “We zitten met ons allen gevangen in een ingewikkeld systeem.”

Kees Vermeer

Dat blijkt uit een belronde van De Kortste Weg langs lokale supers. Eigenaren van de supermarkten blijken met verschillende problemen te maken te krijgen: Wat is lokaal? Wat wil de supermarktketen waar je onderdeel van bent? Zijn er wel aanbieders van lokale producten? En welke producten wil je wel of niet opnemen?

Zo kijkt franchisenemer Gerrit de Jong van Coop in Stolwijk er positief naar, maar loopt hij soms tegen beperkingen aan. Hij zoekt altijd naar lokale leveranciers: “In onze winkel is ruimte voor de verkoop van hun producten. Voor een bedrijfsleider van een keten-supermarkt is dat vaak lastiger. Maar ik ben zelfstandig ondernemer en heb veel vrijheid om te bepalen wat ik in de winkel verkoop.”

Cranberry’s uit de Krimpenerwaard

Leveranciers verdwenen
Toch plaatst De Jong meteen enkele kanttekeningen. Ten eerste moeten er lokale leveranciers zijn. Rond Stolwijk waren er vroeger tien tot vijftien tuinders, maar die zijn vrijwel allemaal weg. “Tien jaar geleden haalde ik mijn komkommers hier in de buurt, maar dat kan niet meer. Telers en boeren moeten op steeds grotere schaal gaan werken om nog mee te tellen en rond te komen. Daardoor verdwijnen veel kleine leveranciers. En kunnen wij steeds minder lokaal kopen, hoe graag we dat ook willen.”

Te strenge regels
Een tweede knelpunt is de strenge en uitgebreide regelgeving voor leveranciers. De Jong noemt een voorbeeld: “Een lokaal melk- en pluimveebedrijf levert eieren aan ons, die we Stolweitjes noemen. Ik heb dat samen met die boer opgezet en de eieren zijn populair. Maar hij moet aan heel veel eisen voldoen en allerlei certificaten behalen om aan een supermarkt te kunnen leveren. En dat geldt voor alle leveranciers. Op zich wel begrijpelijk want producten moeten veilig zijn. Maar de strenge regelgeving bemoeilijkt de levering. Supermarkten staan daardoor niet altijd te trappelen om lokale producten te verkopen, mede omdat zij aansprakelijk kunnen zijn als er iets fout gaat.”

Bijna onmogelijk
Volgens De Jong ervaart de hele voedingssector hinder van de strikte wet- en regelgeving. De regels van verschillende instanties spreken elkaar soms zelfs tegen: “Zo moeten we van de Voedsel- en Waren Autoriteit vlees verwerken bij een bepaalde temperatuur. Terwijl de arbodienst zegt dat de medewerkers niet bij die temperatuur mogen werken. Allerlei adviserende partijen bedenken heel veel regels, waardoor nieuwe initiatieven bijna onmogelijk worden. We zitten met ons allen gevangen in een ingewikkeld systeem.”

Dat laatste nekt sommige initiatieven. Zoals recent De Proefschuur, een samenwerkingsverband van 52 boeren en tuinders op Voorne-Putten. Zij wilden hun streekproducten in de supermarkt verkopen, maar liepen daar aan tegen geautomatiseerde inkoop, logistiek via algoritmes, ‘doorgeslagen’ efficiëntie en grote concurrentie op prijs. Het initiatief startte in 2017 maar stopte noodgedwongen al na twee jaar.

Kruidenbotermix van Eetcafé ‘t Centrum

‘Lokale pareltjes’
Toch is De Jong continu op zoek naar ‘lokale pareltjes’, zoals hij ze noemt. Samen met een eetcafé verkoopt hij droge mixen voor kruidenboter, er is een lokale leverancier voor vleeswaren en ook met een bakker ‘om de hoek’ zoekt hij samenwerking. Maar dan nog: veel consumenten letten sterk op de prijs van producten. “Zeker nu alles duurder wordt. Wij hebben in de supermarkt een hoek met biologische producten, maar de doorstroming is eigenlijk te laag om dat goed voor elkaar te hebben.”

Vanwege het ontbreken van lokale leveranciers wil De Jong wel op grotere afstand gaan zoeken, maar dan gaan het vervoer en CO2-uitstoot meespelen. “Bovendien is dan het lokale gevoel bij de consument minder. Daarnaast moet een medewerker op pad, terwijl personeel momenteel schaars is. Onze goede wil is er wel, maar het is een complex verhaal.”

Twee kanten op
Biowinkel Gouda verkoopt enkele producten van lokale biologische producenten, vertelt eigenaar Céline Brugman. Al vanaf 1994 werkt zij samen met een tuinder in Zevenhuizen, voor wie zij destijds het eerste verkooppunt in Gouda was. “Verder werken we samen met twee kaasboeren. Een daarvan is een geitenboerderij, die ook kefir levert. En sinds kort eieren. Hij is namelijk ook kippen gaan houden, juist omdat hij wist dat wij zijn eieren gingen verkopen. Samenwerking werkt dus twee kanten op.”
Door corona zijn consumenten meer gaan nadenken over voedselproductie, merkt Brugman. “Ik hoop dat we dat kunnen vasthouden. We zijn ons gaan realiseren dat we producten over de hele wereld slepen. Wij verkopen zo’n zesduizend biologische producten, met voorkeur voor seizoensproducten van Hollandse bodem. Biologische groothandels kopen weliswaar ook buitenlandse producten, maar wel met zo klein mogelijke voetafdruk.”

Geen formule
Rond Gouda zijn er slechts een beperkt aantal biologische producenten. Zodra er een bijkomt, zoekt Brugman zo snel mogelijk contact. “Ik werk zelfstandig en heb de vrijheid om dat zelf te beslissen. Ik werk wel samen met groothandels, omdat die veel expertise hebben over bijvoorbeeld logistiek of automatisering. Maar ik ben niet gebonden aan een formule. Dat vind ik erg prettig. Ik ga bijvoorbeeld wel eens naar vrienden in Italië, waar ik dan ook biologische boeren bezoek. Soms neem ik producten mee van kleine lokale bedrijven om die in mijn winkel te verkopen. Ik zie dat mijn klanten dat erg leuk vinden.”

Herkenbaarheid
Ook Ekoplaza heeft voorkeur voor producten uit Nederland, vertelt franchisenemer Rina van der Stok van Ekoplaza Delft. Zij kan zelf op zoek gaan naar biologische boeren en telers in de omgeving en samenwerking aangaan. “Ik ben daar groot voorstander van. Want daar kunnen wij en ook de klanten op bezoek gaan. Dat geeft binding en herkenbaarheid, en onze medewerkers kunnen in de winkel dan ook informatie geven over een product. In alle productgroepen hebben we in de winkel regionale producten. Bijvoorbeeld vlees en brood van Hoeve Biesland, bloemen uit Zevenhuizen, kaas uit Zoeterwoude, Hollands wild uit de Hoekse Waard, meel van een Schiedamse molen en paddenstoelen van Rotterzwam. We geven die producten een prominente plek in de winkel.”

Stolwijkse sperziebonen

Vervoer
Een knelpunt is echter de logistiek: Ekoplaza heeft geen mogelijkheid om producten zelf te halen. Want daarvoor is een koelwagen nodig die aan kwaliteitseisen voldoet, en die is er niet. “Dus we zijn afhankelijk van levering, waarbij we wel meteen veel afnemen. Gelukkig levert bijvoorbeeld Hoeve Biesland ook aan restaurants, dan kunnen ze meteen langs ons rijden. Maar vervoer is een belangrijk aspect in het geheel. We streven naar korte ketens, maar iemand moet kilometers maken. Dat vind ik een dilemma. We halen niet van ver als het niet nodig is.”

Groene Hart
Supermarktketen Hoogvliet richt zich eveneens op streekproducten, vertelt marketing manager Anneke van Kempen. De roots van de supermarkt liggen in het Groene Hart en zo’n tien jaar geleden is Hoogvliet in alle filialen producten uit deze streek gaan verkopen. “We werken samen met de Groene Hart Coöperatie van boeren uit deze regio. Inmiddels hebben we onder de naam STREEK ruim veertig producten in onze winkels, zoals kaas, zuivel, groenten, vlees, fruit en brood. Alles duurzaam geproduceerd in het Groene Hart, dus van Hollandse bodem. Regelmatig worden nieuwe producten toegevoegd, zoals recent STREEK roomboter. Ook is het vlees-assortiment uitgebreid.”

Waardevol
Klanten vinden het belangrijk dat streekproducten aanwezig zijn in de supermarkt, merkt Van Kempen: “Die producten staan voor lekker en gezond, maar ook voor verantwoord en duurzaam. De STREEK-producten worden goed verkocht. Dat is dus goed voor de klant, voor de boer en voor ons. Het aanbod is wisselend qua seizoen en in de meeste filialen gelijk. Met STREEK hebben we een mooie samenwerking met de boeren uit de regio. In deze tijd is dat bijzonder en waardevol.”

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Wat een bofkont ben ik! Eind augustus voor bijna drie weken met de caravan op stap en slechts één dag regen. De eerste stop wordt een camping aan de Kagerplassen. Lekker dichtbij in Zuid-Holland en toch even in een heel andere wereld. Van tevoren zoek ik alvast wat lokale voedselproducenten op de kaart van regio Holland Rijnland, op de website van Fietsen voor m’n eten. 

Marja van der Ende

Een kaasboerderij op 200 meter van de camping, nog meer kaasboerderijen in de omgeving en een landwinkel op vier kilometer fietsen. Daar kan ik de koelkast wel mee vullen. De landwinkel is klein en vooral gevuld met eigen teelt. Heerlijk, al dat seizoensfruit! De laatste kersen en aardbeien, de eerste pruimen, appels en peren, het wordt er weer tijd voor. Ook vind ik er een klein beetje groente uit de moestuin. Onze tweede en derde stop worden campings in Zeeland. Het Zeeuwse fruit groeit daar weelderig. Tijdens mijn fietstochtje naar weer een landwinkel spot ik een stalletje met komkommers, sperzie- en snijbonen. Wat zullen we weer smullen van al die producten van en uit eigen land!

Westland en Midden-Delfland maken de Schijf van Vijf het meest compleet op lokale bodem

Bij thuiskomst realiseer ik me weer wat een bofkont ik ben. Mijn ‘home town’ bevat waarschijnlijk wel de grootste diversiteit aan lokaal geproduceerd eten. Van al die regio’s in Nederland kun je wel stellen dat Westland en Midden-Delfland de Schijf van Vijf het meest compleet maken op lokale bodem. Groente en fruit uit de tuinbouw, vis uit de Noordzee, vlees en zuivel van een handjevol boerderijen, meel bij de molens. En een paar prachtige initiatieven zoals Boeregoed en Rechtstreex waar deze diversiteit aan producten op één plek terug te vinden is. Maak er maar de Schijf van Zes van, als je onderweg ook nog fietsend kunt genieten van de omgeving waar die planten bloeien en die vruchten groeien. Mijn regio maakt namelijk ook onderdeel uit van het Nationaal Park Hollandse Duinen, wat wil je nog meer?

Dat wens ik iedere inwoner in iedere regio in Nederland toe: die diversiteit aan voedselproductie en natuur, gewoon in ieders eigen omgeving. Zal dit er ooit van komen, gezien de berichtgeving over onteigening en vergunningen van boeren intrekken door de overheid? Leiden die ontwikkelingen niet juist tot meer import van vlees uit het buitenland? Wordt dat het einde van de kortste weg: de lokale boer? Een ander bericht geeft meer hoop: de koe kan uit de beklaagdenbank. Uit onderzoek blijkt dat de invloed van methaan op het klimaat veel kleiner is dan tot nu toe werd aangenomen. Het is natuurlijk maar één onderzoek, maar laten we hopen dat dit onderzoek niet alleen de koe maar ook de boer uit de beklaagdenbank haalt.

Wasabi uit Westland? Het komt eraan!

Ik geniet sinds ik thuis ben weer volop van de Westlandse tafeldruiven, die tijd is ook weer aangebroken. Later dan normaal, want ons Hollandse weer beïnvloedt natuurlijk de groei en opbrengst van die sappige lokale vruchten. De waterstand is gelukkig weer op peil door de regen van de afgelopen maanden, van droogte geen sprake meer. En als de gemiddelde temperatuur door de opwarming van de aarde blijft stijgen, kunnen we bananen, kiwi’s, ananassen en mango’s dan ook tot onze seizoensproducten gaan rekenen? Er wordt al geëxperimenteerd met wasabi in de Westlandse kas, dus wie weet.

Er wordt al geëxperimenteerd met wasabi in de Westlandse kas

Ik pleit voor het vergroten van de diversiteit aan producten in elke regio in Nederland. Minder afhankelijkheid van het buitenland, meer zelfvoorzienend worden en meer volgens de seizoenen leven. Niet meer het hele jaar door appels en peren in supermarkt, maar wat het land ons dan geeft en wat in die periode in de kassen kan groeien zonder de cyclus van de natuur teveel te beïnvloeden. Dat is niet alleen leuk voor mijn fietsrondjes als ik elders met vakantie ben, maar een must voor onze gezondheid, natuur en milieu.  

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!