De Kortste Weg

Door je voedsel direct te kopen op het boerenerf, sta je als consument een stuk dichterbij de boer en dus bij het eten dat uiteindelijk op je bord ligt. Interessant, milieuvriendelijk en lekker. Maar voor sommigen is dat niet genoeg. Het concept Herenboeren gaat een flinke stap verder. Daar kopen mensen niet bij een boer, maar richten gezinnen samen een boerderij op. Meer werk en toewijding vereist, maar je kunt wel precies (laten) verbouwen wat je nodig hebt.

Sammy Shawky

De eerste Herenboerderij in Zuid-Holland opent over een half jaar in het Noorden van Rotterdam. In de Schiebroekse polder, op een half uur fietsen van het centrum en naast metrostation Rodenrijs, worden komend voorjaar de eerste groenten geoogst bij Herenboerderij Vlinderstrik.

Een Herenboerderij is een boerderij die wordt gerund door een coöperatie van zo’n honderdvijftig tot tweehonderd gezinnen, ofwel vijfhonderd ‘monden‘. Samen pachten ze een stuk grond en beheren daar, in samenwerking met een boer, hun eigen boerderij. In plaats van te wachten op nieuwe initiatieven vanuit de landbouw, nemen deze mensen het heft in eigen hand en creëren ze het soort landbouw waar zij behoefte aan hebben. Duurzame, gemengde landbouw met respect voor dieren en de natuur en met een zo klein mogelijke afstand tussen producent en consument.

En met succes. In 2016 startte de eerste Herenboerderij Wilhelminapark in Boxtel. Inmiddels is ook een tweede boerderij geopend en staan er nog zo’n twintig in de startblokken. Dat vertelt Henk Vroom, die vanuit Herenboeren Nederland verantwoordelijk is voor de nieuwe boerderijen. “In Zuid-Holland hebben we meerdere projecten lopen. De boerderij in Rotterdam is het verst”, zegt Vroom.

Niet duurder dan de biologische winkel
Handig voor de Rotterdammers is dat ze het wiel niet opnieuw hoeven uit te vinden “Doordat we van de boerderij in Boxtel al veel informatie hebben over hoe zo’n boerderij werkt kunnen we vrij goed voorspellen wat we nodig hebben en wat de opbrengsten zullen zijn”, vertelt Vroom. Om een Herenboerderij op te starten zijn minimaal honderdvijftig gezinnen nodig, die ieder tweeduizend euro inleggen als startgeld. Daarnaast betalen de gezinnen per gezinslid tien euro per week om de boerderij draaiende te houden. Vroom: “Daarvan betalen we de boer en kunnen ook nieuwe plantjes en zaden gekocht worden en voer voor de dieren.”

“Het gaat niet zozeer om de prijs, maar om sociaal en kwalitatief voedsel”

Lian Tan, Herenboeren Groene Hart

Voor dat geld krijg je behoorlijk wat voedsel, vertelt Lian Tan, een van de initiatiefnemers van Herenboeren Groene Hart, een project dat nog op zoek is naar een geschikte locatie. “De bedoeling is dat de pakketten in ongeveer zestig procent van de voedselbehoefte gaan voorzien. We telen natuurlijk niet alles, want een melklicentie is duur en apparatuur om wijn te maken ook, dus voor dat soort producten moeten mensen nog steeds naar de supermarkt”, zegt Tan. “Maar doordat je er zo veel eten voor krijgt is die tien euro per persoon per week eigenlijk helemaal niet zo veel. We hebben het uitgezocht en het komt neer op ongeveer evenveel als wanneer je alles zou halen bij een biologische winkel.” Al is dat volgens Tan niet het belangrijkste. “Het gaat niet zozeer om de prijs, maar om sociaal en kwalitatief voedsel.”

Dichter bij de natuur
Gevraagd naar de redenen waarom Vroom en Tan zo enthousiast zijn over het principe van Herenboeren geven ze bijna dezelfde antwoorden. Ze zien dat het idee verschillende mensen aanspreekt, om uitlopende redenen.  “Sommigen vinden het fijn om voedsel dicht bij huis te halen, omdat er weinig transport voor nodig is. Anderen vinden het belangrijk dat we weinig verpakkingsmaterialen gebruiken”, stelt Vroom. Daarnaast zegt hij dat sommige mensen de Herenboerderij ook gewoon een fijne plek vinden, waar ze lekker buiten kunnen zijn en de handen uit de mouwen steken. “Meehelpen mag bij ons, maar het hoeft niet.”

Tan vertelt dat een van de belangrijkste redenen om lid te worden voor haar het terugkrijgen van de regie over haar eigen eten was. “Dat komt van mijn ouders en grootouders, want die verbouwden alles wat ze nodig hadden in de tuin. Samen met de buren of de boer in de buurt.” Ook noemt ze het gevoel van gemeenschap en het sociale aspect van de Herenboerderij als belangrijk pluspunt. En wat voor zowel Tan als Vroom ook meespeelt is het verbouwen van voedsel met inachtneming van de grond en de natuur. “Je hoeft de grond niet uit te putten want je kunt ervoor zorgen dat je zo je voedsel verbouwd dat de dieren en de planten ook nog een leven hebben”, aldus Tan.

Boer in dienst
Voor de initiatiefnemers lijkt het plan eigenlijk geen nadelen te hebben. Maar hoe denken boeren erover? Voor een beroepsgroep die veelal een eigen onderneming heeft en niet werkt in opdracht van een coöperatie is het werken op een Herenboerderij wel andere koek. De boer wordt betaald door de leden en draagt zorg voor het reilen en zeilen op de boerderij.

Koning bezoekt Herenboeren © Peter de Koning

Vroom geeft toe dat dit misschien niet voor alle boeren even aantrekkelijk klinkt. “Sommige boeren houden van hun eigen vrijheid en hun eigen grond. Maar er zijn ook boeren die dat niet willen, of voor wie dat niet realistisch is.” Boeren die Herenboer willen worden krijgen van de stichting eerst een opleiding in gemengd en duurzaam boeren en worden daarna gekoppeld aan een boerderij. “Maar ook als ze niet op een Herenboerderij terechtkomen zijn er genoeg plekken in Nederland waar ze met deze kennis terechtkunnen”, zegt Vroom.

Terwijl De Vlinderstrik nu vijfhonderd monden kan voeden, willen de mensen achter Stichting Herenboeren Rotterdam meer. Ze hopen de komende jaren zelfs meerdere boerderijen op te richten in en om Rotterdam en zoeken nog naar mensen die willen helpen de kar te trekken.

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren.

Niet fruit- of kaasboeren, maar wijnboeren verkopen in Nederland het grootste deel van hun producten direct aan de consument of via de landbouwwinkel. Dat blijkt uit cijfers van het centraal bureau voor de statistiek (CBS). Ook in Zuid-Holland werken wijnboeren zo.

Sammy Shawky

Dat de boeren vooral via de korte keten werken, en Nederlandse wijn dus nauwelijks in de supermarkt ligt, heeft meerdere oorzaken. Vooral praktische. “Een supermarkt verwacht dat je elke maand een bepaalde hoeveelheid wijn kunt leveren. Maar dat is in Nederland bijna niet te doen, want voor zo’n grote opbrengst heb je ook veel land nodig”, vertelt Wouter Lorsheijd van Agthuysen Wijnbouw.

Het is volgens hem lastig om genoeg wijn te produceren om aan de vraag van de supermarkt te voldoen. “Grond is schaars in Nederland, dus is het niet gemakkelijk om uit de breiden. De totale oppervlakte van de hele Nederlandse wijnbouw is ongeveer even groot als die van de regio Bordeaux alleen.” In Frankrijk en de rest van Europa zijn er natuurlijk honderden van dat soort regio’s, die hectoliters wijn produceren tegen een relatief lage prijs. “Daar is niet tegenop te boksen”, zegt Lorsheijd.

Dat ziet ook Adam Dijkstra van het Nederlands Wijnbouwcentrum. “In Nederland hebben we tussen de tweehonderdvijftig en driehonderd hectare aan wijnbouw. Op Europese schaal is dat peanuts.” Hij ziet ook dat de omvang simpelweg te beperkt is om grote hoeveelheden wijn te produceren. “Het is hier qua kwaliteit heel interessant om wijn te verbouwen, maar om massa’s wijn te produceren zijn andere landen echt geschikter.”

Veel wijnboeren kiezen er daarom bewust voor om niet aan supermarkten te verkopen, waardoor je bijna geen wijn van eigen bodem in de Zuid-Hollandse supermarkt ziet. Maar er zijn meer redenen.

Nederlandse wijn duurder dan buitenlandse
Naast de vaak kleine oplage is ook de prijs een factor die verkoop in de supermarkt bemoeilijkt. Dijkstra: “Het is lastig om te concurreren op prijsniveau. Ik denk dat de meeste supermarktwijnen uit het buitenland zo tussen de drie en vijf euro kosten. Als Nederlandse wijnboer heb je het dan moeilijk, met een prijs van rond de vijftien euro per fles.” De winsten voor wijn liggen volgens Dijkstra ook lager, door de duurdere grond en hogere productiekosten. “In de wijnindustrie worden de grootste marges gemaakt in de handel.”

Dat beaamt Venhuizen: “Wij verkopen het grootste deel van onze wijn aan regionale winkels, maar het zelf verkopen is wel lucratiever.” Dat is alleen niet altijd makkelijk vertelt Venhuizen. “Als je zelf je wijn verkoopt kan je wel de volle prijs rekenen, maar het kost ook veel tijd.”

Voor Lorsheijd is zijn oplage van tussen de twee- en vijfduizend flessen wijn per jaar vooralsnog te beperkt om aan winkels te leveren. In zijn eigen winkel bij de wijngaard loopt de verkoop goed. “Maar van alleen de wijnbouw kunnen we niet leven, daarom doen we er ook van alles naast. We doen aan agrotoerisme, verzorgen lunches en wijnproeverijen en zijn bezig met het opstarten van een Bed & Breakfast,” vertelt hij. 

Wijnbouw in Zuid-Holland
Hoewel ons land culinair vooral bekend staat om de haring, Gouda kaas en stroopwafels, gaat de wijnbouw in Nederland terug tot de Romeinen. Het aantal Nederlandse wijnboeren groeit momenteel zelfs, net als de omvang van de Nederlandse wijngaarden. En het beperkt zich al lang niet meer tot provincies als Limburg of Noord-Brabant.

Wijnbouwer Lorsheijd zit met zijn bedrijf Agthuysen Wijnbouw uit Simonshaven al sinds 1983 in Zuid-Holland. “Je kunt hier prima wijn verbouwen, als je maar de goede druivensoorten kiest. Zuid-Franse soorten zoals een Merlot, Syrah of een Cabernet Sauvignon doen het hier niet”, vertelt Lorsheijd. “Maar soorten zoals de Riesling of een Pinot Noir of Binot Blanc gedijen hier prima.”

Toch zitten er in Zuid-Holland niet veel professionele wijnboeren, ziet Wilco Venhuizen van wijngaard Bilderhof in Dordrecht. “Ik denk dat er maar een stuk of vier, vijf wijnboeren zijn in Zuid-Holland die echt wijn verkopen”, zegt Venhuizen. Waarom er in het zuidelijke Holland minder wijnboeren zijn dan in andere provincies weet hij niet. “Er is niet echt een reden voor, want met nieuwe wijnrassen kan je prima wijn verbouwen hier. Als de grondsoort maar goed is, en niet te drassig.” Hij merkt wel op dat het in Limburg vaak warmer is, waardoor het daar makkelijker is om meer traditionele druivenrassen te telen. “Maar in principe kan het met de juiste druivensoorten overal in Nederland.”

Proeverij of rondleiding
Adam Dijkstra van het Nederlands Wijnbouwcentrum denkt dat de combinatie van wijnbouw met andere activiteiten een belangrijke reden is voor het grote aantal directe verkopen. “Het is lastig om rond te komen van de wijnbouw, daarom houden veel wijnboeren bijvoorbeeld proeverijen in de wijngaard of hebben ze er een camping bij.”

Ook Steven de Roo, wijnliefhebber en oprichter van de website NederlandseWijnboeren.nl, denkt dat het contact met de klant bijdraagt aan de korte-ketenverkoop. “Wijn is gewoon een sexy product en je ziet dat er tegenwoordig veel mensen afkomen op bijvoorbeeld een wijnproeverij bij de wijnboer. Mensen vinden het leuk om langs te gaan en te zien hoe de wijnen gemaakt worden. En na het proeven willen ze dan vaak ook wel een flesje kopen.”

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren.

Steeds meer producenten van voedingsmiddelen onderzoeken de mogelijkheid hun producten rechtstreeks aan de consument verkopen. Dat bleek uit onderzoek van ABN Amro, deze zomer. Producenten zoeken naar mogelijkheden om winkels en distributeurs te omzeilen en de consument direct (digitaal) te bereiken. Maar vindt de consument dat wel een goed idee? Waarom willen producenten dat eigenlijk? En wat komt daar allemaal bij kijken?

Bo Steehouwer

“Wat we zien, is dat veel bedrijven in de sector het contact hebben verloren met hun klanten. De retailers hebben een directe relatie met de consument, maar er sijpelt weinig informatie door naar de producent. Het is voor hen dan ook moeilijk om contact op te bouwen met klanten”, aldus specialist van de food sector bij ABN Amro, Rob Morren. Voor veel grote fabrikanten gaat het volgens hem niet zozeer om omzet, maar om hun klanten beter te leren kennen. Zo kunnen ze onder meer hun assortiment op aanpassen en nieuwe producten testen.

Uit het onderzoek bleek verder dat drie op de tien consumenten hun boodschappen rechtstreeks bij de producent zou willen kopen als die extra’s biedt. “Maar liefst de helft van de consumenten overweegt dit te doen als deze voedingsmiddelen goedkoper zijn of als het speciale producten betreft, die niet in de supermarkt te koop zijn”, aldus het onderzoek.

Hoewel zijn onderzoek vooral over grotere producenten gaat, geldt een deel van de uitkomsten ook voor individuele boeren, zegt Morren: “In de agrarische sector is het soms noodzaak om rechtstreeks te leveren aan de consument. Het is namelijk heel moeilijk om jouw boodschap, waarde en onderscheidend vermogen via een supermarkt te communiceren. Via directe levering kan je veel beter je verhaal vertellen. Daar zijn consumenten vaak van gecharmeerd. De meeste mensen vinden het fijn om te weten waar hun eten vandaan komt, wie ‘hun’ boer is en om dat te steunen.”

Goed verhaal
Tot nu toe klinkt deze ontwikkeling redelijk rooskleurig, maar er hangt een flink prijskaartje aan rechtstreeks leveren aan de consument. “Het betekent dat je veel functies zelf moet vervullen: logistiek, klachtenafhandeling, data analyseren, enzovoort. En daar zitten kosten aan vast. Bij de supermarkt halen klanten het product zelf uit de schappen en nemen het mee naar huis. Als je het gaat bezorgen, dan moet je dat als producent allemaal zelf regelen”, aldus Morren.

Wat dat betreft zijn supermarkten nog een stuk efficiënter, stelt Morren. “En laten we eerlijk zijn, het schap in Nederlandse supermarkt ziet er hartstikke goed en vers uit. Daar moet je als producent tegenop boksen. Dan moet je een heel goed verhaal hebben.”

Bloemkool
Producten met een ‘hoge toegevoegde waarde’ zijn volgens ABN Amro de meest geschikte kandidaten. Of zoals Morren het uitlegt: “Producten waar de consument echt bereid is om meer voor te betalen en waar een hogere marge aan zit”. Die producten verkoopt de supermarkt dan niet en moeten onder andere een uitzonderlijke smaak of kwaliteit hebben. Zo noemt het onderzoek exclusieve koffiecups, zelf samengestelde muesli of proteïne drankjes. Ook een bekende afkomst is één van de redenen. Dat maakt dat de producten ‘dicht bij de boer staan’.

Een andere mogelijkheid is om de consument om een vergoeding vragen voor die extra kosten, want boodschappen bezorgen is lastig kostendekkend te krijgen. Morren: “Als jij een lokale slager hebt met lekker en duurzaam vlees en je bent bereid om meer te betalen als die het thuis bezorgd. Dan kan het. Maar het hangt er allemaal vanaf: wat is de toegevoegde waarde voor de consument? En is die bereid om ervoor te betalen?”

Vooral in de agrarische sector is samenwerking erg belangrijk. Individuele boeren kunnen volgens Morren bijvoorbeeld niet zo’n rechtstreekse levering opzetten, maar samen is weer een ander verhaal. “De consument zit niet te wachten alleen een bloemkool, die wil gewoon een hele versbox hebben. Dus je zal echt moeten samenwerken zoiets succesvol te kunnen doen. Willem & Drees is daar een goed voorbeeld van. Dat is een coöperatie waar boeren eigenaar van zijn. En ze leveren direct aan hun klanten.”

Van meer naar beter
Maar er zijn meer schakels in de agrarische sector die nauwe proberen samen te werken. En dat zorgt voor meer zekerheid voor zowel de producent, als de afnemer. “Bijvoorbeeld door langdurige contracten aan te gaan. Zo zijn verwerkers van groente, fruit, vlees of andere producten zekerder van het juiste product op de juiste tijd. En met goede kwaliteit. Maar zorgt er ook voor dat producenten hun investeringen in duurzaamheid, kwaliteit en smaak ook te gelde maken.”

Morren stelt dat we in Nederland ‘van meer naar beter’ moeten. “Niet meer gaan produceren, maar juist betere producten waar een betere prijs tegenover staat. Dan maak je je ook minder afhankelijk van de prijsontwikkelingen van sommige agrarische producten op de wereldmarkt.”

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren.