Hoe korter de weg die ons voedsel aflegt, hoe beter voor mens en milieu. Dat is het idee achter de campagne De Kortste Weg, die zaterdag van start gaat in Zuid-Holland. Logisch, zou je zeggen, maar de boodschap is dieper. Niet alleen moet het voedsel letterlijk zo weinig mogelijk kilometers maken, maar ook gezonder eten op tafel krijgen, de boeren aan een beter inkomen helpen en de natuur verbeteren.
De initiatiefnemer van de campagne, de Natuur- en Milieufederatie Zuid-Holland heeft daarmee een pittige klus, in vier delen. Het letterlijke deel ligt het meest voor de hand: hoe dichterbij, hoe minder kilometers. En dus: hoe minder brandstof, hoe beter voor het milieu. Om een sperzieboontje uit Marokko op je bord te krijgen, is er nou eenmaal meer uitstoot van schadelijke gassen nodig dan een boontje uit de Hoeksche Waard.
“Het aantal kilometers is belangrijk, maar er is meer,” zegt Alex Ouwehand, directeur van de federatie, “Met de huidige landbouw worden akkers en weiden stil. Letterlijk. Het aantal vogels neemt af. Insecten sterven uit. En daarbij willen we de consument weer de keuze geven. Nu heb je die eigenlijk niet. We willen dat de consument weer kan kiezen voor lokaal voedsel.”
Voedsel uit deze zogenaamde ‘korte keten’, komt met maximaal één tussenschakel van het land land van de boer naar je bord. Door een kilo aardappels op die manier te kopen, blijft er minder geld aan de strijkstok van supermarkten, vervoerders en distributeurs hangen. Daarmee blijft er meer geld over voor de boer, en kan de boer beter zorg dragen voor de natuur.
“Zolang de supermarkten alles kunnen beslissen in onze voedselketen, gaat er niet veel veranderen. Die macht zullen ze niet zo snel loslaten. Maar als consumenten het willen, volgen die supers uiteindelijk wel. Het is de vraag wie de eerste supermarkt wordt die de beweging maakt.”
De campagne is voor de Natuur- en Milieufederatie een onderdeel van de ‘voedseltransitie’. Van een voedselketen waar alle macht bij supermarkten en hun distributeurs ligt, naar een keten die meer in evenwicht is. Meer macht en geld voor boeren dus.
Maar voor dat geld kan de boer theoretisch ook een nieuwe auto kopen. ,,Daar ben ik niet bang voor. Als zo’n boer de stap zet naar meer biologisch en natuurvriendelijk boeren, en de kortste weg, dan heeft hij al afscheid genomen van zo’n grote auto en zit hij op een heel ander spoor. Nu krijgen ze subsidie voor natuurbeheer. Maar die subsidies veroorzaken een heel raar mechanisme. Veel boeren hebben zoiets van ‘Hier krijg ik het geld voor, meer doe ik niet.’ Dat zit in de kortste weg anders.”
Bijkomend voordeel van de viertrapsraket, is dat verse groenten gezonder zijn dan minder verse. Groenten van dichtbij zijn natuurlijk per definitie verser dan die van ver weg. Daar komt bij dat de Nederlandse normen voor onkruidbestrijding steviger zijn dan in bijvoorbeeld Marokko, Turkije of Argentinië. Waardoor je dus ook minder gif op je appel vindt. Ouwehand: ,,Dat geldt niet voor alle groenten overigens, hier worden ze soms ook platgespoten. Maar als je als boer die stap hebt gezet, ga je op zoek naar alternatieven. De korte keten levert per definitie lekkerder en gezonder voedsel. Lekkerder trouwens ook in psychologische zin. Het is gewetensvoller.”
Voor het zover is, heeft De Kortste Weg nog een lange weg te gaan, erkent Ouwehand ook: “Het is flink afkicken. Alles begint met kleine stapjes. Die worden uiteindelijk bij elkaar een grote stap. Dit is ook zo’n stapje. Op Youtube staat zo’n filmpje van een dansende man. Eerst wordt hij voor gek verklaard, maar binnen zes minuten staat het hele veld te dansen. Zo is het ook met dit project. Er zijn een aantal mensen al tien, twintig jaar bezig. Dat was het begin. Die werden voor zot verklaard. Nu zijn we verder. Wij doen er weer een schepje bovenop en uiteindelijk dansen heel veel mensen. Een ballade voor heel Nederland.”