Een paar jaar geleden was ik op een bijeenkomst van een netwerk gericht op voedselinnovaties. Er werden kleine hamburgers uitgedeeld om te proeven, niet van vlees maar gemaakt van krekels. Ik heb vriendelijk overgeslagen. De gedachte alleen al dat ik een insect in mijn mond zou stoppen, deed me walgen. De bietenburger vond wel de weg naar mijn mond. In een notendop is dat wat er met mij gebeurt als het gaat over voedselinnovaties. Niet alles is een verbetering.
Marja van der Ende
Zo verleende de Europese Unie toestemming om krekelpoeder te stoppen in brood, koekjes, pasta en nog meer producten, als vervanging voor tarwe. Social media ontplofte met waarschuwingen. Zo zou de stof chitine schadelijk kunnen zijn voor onze gezondheid. Het zou een voedingsbodem voor schimmels, parasieten en zelfs kanker kunnen zijn. Inmiddels ligt de storm weer en zijn deze beweringen allang door officiële instanties ontkracht en zijn drie insecten goedgekeurd voor consumptie: de huiskrekel, migrerende sprinkhaan en meelworm. Toch staat het idee me niet aan.
Vleesvervangers al op hun retour?
Ook trok een artikel over vleesvervangers mijn aandacht: “Fake meat was supposed to save the world. It became just another Fad”. Samengevat wordt in dit artikel omschreven hoe de miljardeninvesteringen in de markt van vleesvervangers in de VS hun winsten niet opbrengen omdat de consument er minder van koopt en geclaimde gezondheidseffecten blijven uit. Nu gaat dat vooral over de grote jongens als Beyond Meat en Impossible, maar toch.
De weerstand tegen ultrabewerkt voedsel wordt steeds groter, zo lijkt het. Er moet wel een markt zijn om een innovatie tot een succes te maken. Als deze weerstand groter wordt, worden vleesvervangers en producten waar insectenmeel aan toegevoegd is, vermoedelijk niet of onvoldoende gekocht om bestaansrecht voor de producent te behouden.
Het einde voor de kortste weg?
Betekenen deze ontwikkelingen in de toekomst het einde voor de kortste weg? Worden boeren en tuinders straks vervangen voor laboratoria en kweekvijvers waar van ‘de natuur haar werk laten doen’ geen sprake meer is? Ik hoop het uiteraard niet!
In mijn optiek is de kortste weg, de lokale voedselproducent, juist dé oplossing voor veel uitdagingen in voedselland. Innoveren door terug te kijken. De groeiende behoefte van de consument om te weten waar het voedsel vandaan komt en hoe het geteeld wordt, bepaalt de toenemende keuze voor lokaal geteeld voedsel. De boeren en tuinders en sectorgenoten die de afgelopen jaren zoveel geld geïnvesteerd hebben in het ontwikkelen van hun bedrijven om duurzamer te produceren, hebben de wijsheid in pacht om de mens te voeden met pure producten.
Mijn hoop is dat meer boeren aan natuurinclusieve en biologische landbouw doen en de veeteelt ingezet wordt om de lokale bevolking te voeden (in plaats van het merendeel te exporteren naar het buitenland). En dat meer consumenten de weg naar de lokale voedselproducent en naar hun eigen keuken terugvinden.
Stoppen met bewerkte voeding
Mijn weerstand tegen bewerkte voeding is al jaren groot en ik beperk de inname tot een minimum en uitsluitend tot biologische varianten. Intussen komen ook steeds meer onderzoeksrapporten naar buiten waarin verbanden tussen ultrabewerkte voeding en obesitas, diabetes, hart- en vaatziekten en bepaalde vormen van kanker zijn aangetoond.
Zelf bereiden is nog altijd het beste alternatief voor bewerkt voedsel. De soep in zak is bij ons al jaren geleden vervangen voor verse huisgemaakte soep. We eten inmiddels sterk geminimaliseerde porties vlees en slaan regelmatig een dag vlees over door een grote kom vegetarische soep of salade met uitsluitend kaas of ei erin te nuttigen. Veganistisch eten geeft mij nog steeds te veel weerstand door de angst voor tekorten aan essentiële voedingsstoffen.
Omdat mijn leven niet meer gericht is op gemak, kan ik minder ultrabewerkte producten eten. Ik heb meer tijd om voedsel zelf te bereiden. Mijn goede voornemen voor dit jaar is om weer een paar bewerkte producten van het lijstje, die ik nu nog bij een natuurvoedingswinkel of ambachtelijke bakkerij koop, zelf te maken. Dan denk ik aan bijvoorbeeld mayonaise en bouillon, brood en granola. Niet omdat ik de ingrediënten niet vertrouw, maar omdat ik dan nog beter weet wat erin zit en waar het vandaan komt. En hoe het geproduceerd wordt, omdat ik het via de kortste weg koop en zelf bereid.
Ons lichaam verwerkt ‘puur natuur’ toch het beste, dus daar kies ik voor! Doe je mee?