De Kortste Weg

Het nieuwe jaar is begonnen en de goede voornemens vliegen ons alweer om de oren. Gezond en puur eten staat bij veel mensen op de agenda. Daarvoor hoef je niet gelijk allerlei moderne diëten te volgen. Ga gewoon terug naar vroeger!

Marja van der Ende

Toen ik voor mijn vorige column Roel van Buuren van boerderij Landlust over voedselprijzen sprak, kwam er meer ter sprake. Roel vertelde enthousiast over de ontwikkelingen die hij onder de consumenten van zijn producten ziet. Het lijkt er al een tijdje op, dat we steeds meer terug naar vroeger gaan. Daarom een rijtje van nieuwe trends die eigenlijk heel erg lijken op hoe men vroeger met eten omging.

Fietsen voor je lokale eten

Zo maakt fietsen voor je eten bij lokale voedselproducenten natuurlijk al die jager-verzamelaar in je wakker. Zie het fietsen maar als jagen, en verzamelen kun je volop, zeker als je een lekker lange fietstocht maakt. Speurend langs de boerenwegen en tuinderslaantjes, alle zintuigen op scherp, om rood-wit geblokte kleedjes op de kraampjes en uithangborden en vlaggen bij boeren en tuinders op te merken.

Het is een heerlijke sport om zo je eten bij elkaar te sprokkelen. Vroeger leefde de mens niet anders. Bij de buur die boer was eten kopen of ruilen tegen iets dat je zelf gekweekt, geschoten of gevangen had.

Rauwe melk tap je zo!

Rauwe melk tappen    

Misschien herinner je je nog of werd door je ouders of grootouders verteld, dat de melk vroeger in grote melkbussen door de melkboer gebracht werd. Deze melk was nog onbewerkt en werd zo van het land naar de klant gebracht.

Steeds meer mensen beseffen de waarde van rauwe melk. Hoewel de boer nog steeds moet adviseren de rauwe melk te koken voor consumptie, blijkt uit onderzoeken dat rauwe niet-verhitte melk astma en allergie kan voorkomen. Verhitting kan juist een allergische reactie uitlokken.

De meningen zijn er nog over verdeeld en meer onderzoek is nodig. Verschillende officiële instanties zoals het Voedingscentrum brengen rauwe melk in verband met schadelijke bacteriën, terwijl de genoemde onderzoekers en bijvoorbeeld kaasmakers juist de in rauwe melk aanwezige probiotica roemen die goed zijn voor je darmflora. Voor mensen met lactose-intolerantie is er zelfs een speciale melk uit koeien die het A2-gen hebben, waardoor ze wel koemelk kunnen drinken.

Zelf heb ik onderweg al menig fles rauwe melk getapt en zowel rauw als gekookt gedronken, zonder enig nadelig effect. Wel even rekening houden met de kortere bewaartijd van 3-5 dagen.

Grasgevoerde producten     

Een andere trend die Roel noemde, was de toenemende behoefte van de consument aan producten zoals vlees en boter, van koeien die uitsluitend gras gevoerd krijgen. Uit diverse studies te vinden in dit artikel, blijkt dat de vetzuurverhouding van vlees van grasgevoerde runderen ten opzichte van graangevoerde runderen gunstiger is voor de mens, hetgeen een minder nadelig tot neutraal effect op cholesterolwaarden in het bloed heeft.

Jersey koeien op boerderij Landlust

Ook ontdekten onderzoekers dat het vlees van met gras gevoerde runderen hogere concentraties bètacaroteen bevat. Bètacaroteen is een stof die het menselijk lichaam kan omzetten in vitamine A, belangrijk voor bijvoorbeeld het gezichtsvermogen en botten.

Bottenbouillon

Over botten gesproken: “We eten tegenwoordig bijna alleen nog de mooiste stukken vlees, maar er zit nog zoveel meer aan wat gebruikt kan worden”, zei Roel. Hij noemde daarbij orgaanvlees maar ook de botten zijn erg geschikt om bijvoorbeeld bottenbouillon van te maken.

Bottenbouillon bevat veel vitaminen, mineralen, vetzuren en aminozuren die ons lichaam goed kan gebruiken, bijvoorbeeld voor het herstel van huid en weefsel of de darmwand bij een lekkende darm. Ook reinigt het de lever, bevordert het de nachtrust en kan het allergieën verminderen door de kalmerende werking op het immuunsysteem.

Hup, in de slowcooker!

Met de toenemende behoefte aan rust in en om ons heen, neemt ook de behoefte aan het zelf bereiden van vers voedsel toe. En met de nieuwste snufjes zoals een slowcooker heb je geen omkijken naar je bouillon in de vele uren dat deze staat te pruttelen.

Fermentatie

Het vooruitzicht dat voedsel schaarser wordt, door allerlei oorzaken zoals klimaatverandering, uitkopen van boeren en de toenemende kosten voor voedselproductie, zorgt ervoor dat we spaarzamer met het beschikbare voedsel omgaan.

Groenten fermenteren is een manier om voedselverspilling tegen te gaan en groenten langer houdbaar te maken. We kennen natuurlijk zuurkool, dat zijn naam vooral dankt aan het zuur waarin de witte kool gelegd wordt. Ook andere groenten kunnen gefermenteerd worden.

Bij Boeregoed organiseren ze daar ook workshops over, gegeven door Hester van der Leeden van Voeding zonder fratsen. Dus haal die weckpotten van je moeder of oma maar weer uit de kast!

Trend of gewoon weer terug naar vroeger?

Volgens Roel van Buuren gaan we “terug naar de ideeën van vroeger, met de technieken van nu”. Toevallig sprak ik met mijn moeder deze week nog over ‘hoe het vroeger ging’. Mijn oma had een koude kelder waar ze eten in bewaarde, een koelkast was er nog niet. Men was dus gedwongen om zo vers mogelijk en van het seizoen te eten en groenten in te maken om er langer van te kunnen eten. Het varken dat op de tuinderij rondliep en de schillen te eten kreeg, werd geslacht door de plaatselijke slager en in zijn vriezer speciaal voor de familie bewaard.

Zou het kunnen dat we, mede vanwege de huidige energieprijzen, ook op die manier weer terug naar vroeger gaan en onze eigen koelkast en vriezer uitschakelen?

Hoe de toekomst eruit komt te zien, is lastig te zeggen. Ik duim in ieder geval voor behoud van de boeren en tuinders in de buurt, zodat deze nieuwe oude trends ons terug naar vroeger doen gaan, met een vleugje moderne hulpmiddelen. Dat dan weer wel. Een gezond en voedzaam nieuw jaar gewenst!

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

“Pfff, wat zijn de boodschappen duur geworden!” Een veelgehoorde uitspraak om me heen, vooral van mensen die boodschappen doen bij grote supermarktketens. “Daar heb ik geen last van”, denk ik dan meteen. Nu nog. Ik merk namelijk nog weinig van prijsstijgingen bij de boeren en tuinders waar ik mijn eten bij elkaar fiets. Zal dat zo blijven?  

Marja van der Ende

Zelf ben ik nooit een prijskoper geweest. Als een product in de aanbieding is, is dat mooi meegenomen, maar als ik het nodig heb, heb ik het nodig. De hogere energierekening brengt daar nu ook in ons huishouden verandering in. We kunnen ons zuurverdiende geld tenslotte maar één keer uitgeven en het beschikbare budget wordt krapper door de inflatie. Tijd voor een veldonderzoek dus.

De afgelopen weken ben ik eens meer op de prijzen gaan letten die ik betaal bij de verschillende verkooppunten waar ik mijn lokale eten koop. En dan vooral om te vergelijken met de prijzen bij die grote supermarkten. Natuurlijk via hun online prijslijsten, want ik zet er al vijf jaar geen voet binnen de schuifdeuren.

Kaas

Vooral de prijzen van kaas en vlees zijn me opgevallen. Het lijkt erop dat de kazen van lokale boeren definitief mijn hart gestolen hebben. Geproduceerd door hardwerkende boeren in Midden-Delfland en inmiddels wijd verspreid bij verschillende verkooppunten in mijn regio, van boerenschuren tot kleine winkeliers als de groenteboer en de slager. De smaak is heerlijk en de prijs ligt nog lager dan die van fabriekskazen in de supermarkt. Nou, dan weet ik wel welke ik kies!

Ook de biologische kaas die ik onlangs bij de Biefit Gezondheidswinkel kocht, ligt prijstechnisch gunstiger dan de biologische kaas of zelfs de ‘gewone’ Beemsterkaas in de supermarkt. Met eigenaresse Cindy van de Biefit had ik een gesprekje over de ontwikkelingen van de prijzen in haar winkel. Bij de producten die zij betrekt van lokale telers en producenten ziet ze nauwelijks prijsstijgingen. Vooral bij de producten waar ingrediënten in verwerkt zijn die momenteel schaars zijn zoals bepaalde meelsoorten, en producten die ver en door meerdere schakels moeten reizen, ziet ze de prijzen stijgen.

Vlees

Net als bij kaas zijn bij vlees van lokale boeren de prijzen ook niet of slechts minimaal gestegen, wanneer je deze rechtstreeks of bij een lokaal verkooppunt koopt. Volgens Roel van Buuren van Biologische Boerderij Landlust komt een prijsstijging van vlees nu vooral door de hogere transportkosten naar en van de slachterij, gestegen energiekosten bij het slachthuis en voor koeling. De gestegen dieselprijs maakt het loonwerk duurder. Ook voerkosten zijn gestegen, maar omdat zij zelf bijna niets bijvoeren, heeft dat nauwelijks invloed. Waarom de prijzen bij de supermarkten zoveel meer stijgen dan bij lokale verkooppunten? “Hoe meer schakels, die ieder hun prijzen omhoog doen, hoe hoger de prijs”, verklaart Roel. Minder schakels is nu natuurlijk het grote voordeel van de korte keten.

AGF en bewerkt

Bij Rechtstreex, een korte keten-alternatief voor op de supermarkt, ziet dat een deel van de boeren en makers waar zij mee samenwerken wel prijsstijgingen doorvoert. Het meeste bij de leveranciers van bewerkte producten, het minste bij de AGF-afdeling. Dit komt volgens Tessa Moolenaar door de toenemende schaarste en gestegen kosten van grondstoffen en daarmee ook productie, vervoer en verpakkingen. “Juist in de korte keten merken we dit omdat de leveranciers over het algemeen minder schaalvoordeel hebben dus prijsstijgingen van hun leveranciers ook harder aankomen. In de reguliere supermarktketen zien we uiteraard ook prijsstijgingen, maar over het algemeen minder omdat hun contracten met leveranciers een stuk strenger zijn. Grote supermarkten weigeren regelmatig om prijsstijgingen van hun leveranciers door te voeren.”

Dit roept bij mij natuurlijk de vraag op, waar de marge dan blijft wanneer de prijzen in de supermarkten wel sterk stijgen, maar de producent zijn reële prijsstijging niet terugbetaald ziet. Hier lijkt van eerlijke prijsstelling (wederom) geen sprake.

Bezorgd over bezorging

Fred Mattern van Boeregoed geeft aan dat zij de prijzen eerlijk en scherp proberen te houden en dit met veel producten goed kunnen waarborgen. Maar ook hun vaste lasten op het gebied van elektra zijn flink gestegen, wat invloed heeft op de prijzen van hun eigen teelt. Boeregoed bezorgt ook pakketten en daar betalen klanten nu weer bezorgkosten voor, anders is het bezorgproces niet rond te rekenen door aanhoudende hoge brandstofprijzen. Voor ingekochte producten geldt dat veel streekproducten in prijs zijn gestegen. “Op het gebied van AGF zien we ook wel een stijging, wij verwachten dat dit nog maar het begin is. Door zoveel mogelijk schakels uit de keten te halen, proberen we dit natuurlijk zoveel mogelijk in te perken.”

Waar blijft de winstmarge?

Een eerlijke prijsstelling is dus vooral de keus van de verkopende partij. Tijdens de TV-uitzending van het programma Kassa op 12 september 2022 werden schrikbarende uitkomsten van onderzoeken in supermarkten gepresenteerd. Vooral prijzen van vlees en zuivel stegen sinds 2019 in de supermarkten gemiddeld met 20 tot maar liefst 45 procent. In de uitzending kwam ook een vertegenwoordiger van de supermarkten aan het woord, die aangaf dat supermarkten niet verdienen aan deze crisis en ‘slechts’ ongeveer 2 procent winstmarge over de omzet overhouden. Dit is na aftrek van alle kosten, waarbij de voedselproducent (naar eigen zeggen in de Kassa-uitzending) nog steeds niet een eerlijke prijs heeft gekregen.

In mijn hoofd is 2 procent marge over miljarden omzet, nog steeds heel veel geld. Geld dat niet in de portemonnee van de consument en producent belandt….

Conclusie

Prijzen stijgen dus om verschillende redenen: hogere brandstofkosten, energietarieven, grondstofprijzen, voerkosten en schaarste. Dit heeft invloed op de prijzen in elke schakel in de keten van boer naar bord. Dus hoe korter de keten, hoe minder hard de prijs zal stijgen. En omdat winstmarges in supermarkten berekend worden over de gestegen omzetten, komt er nog meer geld op plaatsen waar de kans klein is dat het weer terugvloeit in de lokale economie.

Mijn conclusie is duidelijk: als je je eten koopt via de kortste weg en tegen een eerlijke prijs, duurt het langer voordat je dit echt merkt in je portemonnee. En je steunt de economie in je regio, de ‘bloedsomloop’ van jouw gemeenschap. Dus kies voor die lokale voedselproducent, met zo min mogelijk tussenschakels tot het verkooppunt!

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Hebben we straks in onze omgeving nog voldoende voedselproducenten over om ons eten rechtstreeks te kopen? Of wordt de gang naar de supermarkt vol buitenlandse en bewerkte producten weer onderdeel van mijn dagelijkse leefstijl, iets dat ik inmiddels vijf jaar geleden met succes afgezworen heb…? Wordt de landkaart op de website van Fietsen voor m’n eten, gevuld met verkooppunten van lokaal eten, straks steeds leger? Net nu we ons vijfjarig bestaan vieren en ik tijdens onze kampeervakantie in Sneek weer dacht: wat fijn dat ik zo op de regiokaart kan kijken voor de juiste adressen en tips voor de melktap, stalletjes en boerenlandwinkels!

Marja van der Ende

Van een afstandje lees ik de berichten over de boerenprotesten. Ik probeer neutraal te blijven en me niet te laten manoeuvreren in één richting in de verschillende kanten van het verhaal. Verhalen over onteigening van familiegrond. Voor de natuur of stiekem toch voor woningbouw? Berichten over geweld om standpunten duidelijk te maken. Klachten over de ondersteboven-vlag omdat het voorbij gaat aan de werkelijke betekenis….

Al fietsend naar die plekken waar mijn boodschappen groeien, zie ik het protestgeluid toenemen. Ik zie meer omgekeerde vlaggen. Ik hoor over de vele tuinders die stoppen of de winterproductie stilleggen door hoge gasprijzen. Over boeren die hun al karige opbrengsten zien verdampen en ook bakkerijen die de deuren moeten sluiten, omdat de kosten voor energie, veevoer en graan de pan uitrijzen door de oorlog in Oekraïne.

Heeft al dat protesteren zin als de beeldvorming in de media scheef is en de regering niet ontvankelijk is voor het schrijnende verhaal van de eigen burgers? Ik vrees dat het verspilde energie is, vechten tegen de bierkaai. Als consument van lokale producten maak ik mij ernstig zorgen over de toekomst van ons voedsel. Vooral over de plek waar het geproduceerd wordt. Kan iemand mij geruststellen dat die kortste weg blijft? 

In Friesland vlogen de omgekeerde Nederlandse vlaggen en cynische ‘te koop’ borden bij boerderijen me ook om de oren. Even dacht ik tijdens de tweede week van mijn vakantie, op het eiland Fehmarn in het noorden van Duitsland, dat onze boerenprotesten ook door de Duitse bevolking gesteund werden. De omgekeerde Nederlandse vlaggen die statig wapperden in de wind bleken echter de vlaggen van de Duitse staat Sleeswijk-Holstein te zijn.

In Duitsland lijkt van nood ook geen sprake (behalve wanneer je er benzine gaat tanken). Al fietsend trof ik er uitgestrekte landbouwgebieden zonder protestvlaggen en spandoeken. Volop veeteelt en akkerbouw naast of geïntegreerd in de natuur en een enkele verdwaalde tomatenkas. De lokale producten waren direct terug te vinden bij de plaatselijke fleischerei, bij de vele houten aardappelstalletjes en streekproducten-automaten langs de weg en zelfs in het winkeltje op onze camping. Wat we nu in Nederland meemaken, voelt dan zo oneerlijk. Dit is hoe het bij ons ook hoort te zijn tot in lengte van dagen!

Is er straks nog wel een kortste weg, als de stikstofplannen van het kabinet doorgaan? Als tuinders tegen torenhoge energiekosten blijven oplopen? Als veevoer schaars en duur blijft? Als vissers hun boten stil moeten leggen door te hoge brandstofprijzen? Als de eerlijkere prijsstelling van de korte keten voor veel consumenten te duur blijkt omdat ze hun vaste lasten niet meer kunnen betalen? Stort het voedselproductie-systeem als een kaartenhuis in elkaar?

Of zijn deze ontwikkelingen nu juist broodnodige stappen naar meer van ‘hoe het vroeger was’, waarbij natuur en voedselproductie harmonieus samenwerken? Dat de rek in Nederland eruit is, is al langere tijd duidelijk. Is het werkelijk zo gezond voor ons land als we steeds meer productie proberen te behalen op steeds minder grond? Als we zestig procent van het hier geproduceerde voedsel exporteren naar het buitenland en ook weer heel veel producten importeren die we hier ook (kunnen) produceren, zoals vlees, veevoer en graan?

Ik wens ons toe dat deze crisis doet wat het woord eigenlijk betekent: een keerpunt. Een omkering van steeds maar meer (lees: te veel) belasting van bodem, grondstoffen en mensen, naar minder belasting en naar meer circulaire en natuurinclusieve voedselproductie. Minder druk op het systeem waardoor het zich kan herstellen en blijft functioneren. Het is als een menselijk lichaam in stress. De beste remedie is: de belasting doen afnemen en de belastbaarheid helpen toenemen.   

Op de vraag of er straks nog wel een kortste weg is, heb ik natuurlijk geen antwoord. Ik ben slechts een consument die een aantal jaren geleden besloot niet meer naar de supermarkt te willen en toen voor de kortste weg koos. Invloed op de uitdagingen waar we voor staan, heb ik niet.

Een crisis brengt helaas ook altijd slachtoffers met zich mee. Laten we hopen dat het aantal beperkt blijft en de wonden snel weer gelikt kunnen worden. En er dan geen onherstelbare schade is ontstaan…

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

CDA pleit voor minimumleeftijd voor fastfood”. Zomaar een recente krantenkop die mijn aandacht vangt. Het doet me mijmeren over vroeger, toen deze discussie helemaal niet nodig was.

Marja van der Ende

Ik ben grootgebracht met een Westlands prakkie: veel groenten en aardappelen en een stukje vlees of vis. Lekker door elkaar prakken en een flinke schep jus erover. Omdat mijn vader vrachtwagenchauffeur was bij een transportbedrijf voor groenten en fruit, kregen wij elke vrijdagmiddag een grote doos vol gezond lokaal lekkers. Op zaterdag maakte mijn moeder zelf macaroni of haalden we bij hoge uitzondering Chinees. Alleen op verjaardagen aten we patat met frikadellen en kroketten bij de plaatselijke snackbar vandaan. Dat was toen nog bijzonder.

Wat ons toen met de paplepel werd ingegoten, blijkt nu niet zo normaal meer. De voedingsindustrie heeft met haar pakjes en zakjes steeds meer terrein gewonnen en verse groenten en fruit vervangen. Dat er onlangs in een paar jaar tijd in mijn eigen woonplaats twee hamburgerrestaurants van die grote Amerikaanse ketens zijn gevestigd, baart me zorgen. Grote sappige gele paprika’s en courgettes vol vitamientjes groeien vlak naast die grote gele M. De gemeente faciliteert, de jeugd consumeert, en fast ook.

Het verbaast me ook steeds weer dat de kindermenu’s in de horeca nagenoeg altijd uit fastfood bestaan. Als volwassenen eten we meestal kwalitatief beter en culinair bereid voedsel als we gaan uit eten. Waarom doen we onze kinderen het dan aan om hen kipnuggets en industriepatat voor te laten schotelen?

Kroketten of aardbeien uit de muur?

De korte keten speelt gelukkig steeds handiger in op de wens om fast iets lekkers te halen. Zo hebben steeds meer boeren en kwekers een automaat om fruit, groente, zuivel en vlees te kunnen kopen. Zelfbediening en soms zelfs 24 uur per dag open, voorzien van contant betalen en draadloos pinnen. Als het zo snel en makkelijk gaat, haal jij dan nog kroketten uit de muur? Of fiets je samen met je kinderen richting de automaat om sappige snoeptomaatjes, kersen, aardbeien, een flesje rauwe melk of een stukje boerenkaas te verorberen?

Zo doet het pleidooi over de minimumleeftijd voor fastfood me de wenkbrauwen rijzen. Ook al lijkt het een goed idee, er is in mijn optiek iets anders nodig: betere voorlichting aan ouders en verzorgers. Die moeten bessen uit de muur trekken in plaats van een hamburger.

Al sinds ik rondloop in de wereld van gezondheid en de eerste opleidingen over voeding ging volgen, wordt het onderwerp ‘voorlichting vanuit de overheid’ bestempeld als betutteling en is het dus een no-go. De overheid mag zich vooral niet bezighouden met regels en verboden, we mogen toch zeker zelf weten wat we in onze mond stoppen?

Die vrijheid gaat echter samen met een eigen verantwoordelijkheid: dat we die keuze wel bewust kunnen maken. Weten wat we in onze mond stoppen, betekent ook weten wat de gevolgen zijn voor onze gezondheid. En daar schort de informatievoorziening vaak aan. We krijgen het niet meer met de paplepel ingegoten en veel informatie is in de huidige generatie van jonge ouders verloren gegaan.

Wat wel werkt

Ik ben een voorstander van duidelijkheid. Als uit onderzoek van artsen blijkt dat fastfood een groot gezondheidsprobleem in onze maatschappij veroorzaakt, dienen overheden te handelen naar hun adviezen. Dat betekent vestigingsvergunningen voor fastfoodrestaurants weigeren, faciliteren van gezonde voedselproductie, en voorlichtingscampagnes en leefstijlprogramma’s voor inwoners ondersteunen. Stoppen met fastfood faciliteren en juist wel aanmoedigen van voorlichting en stimulering van gezond eten (en bewegen), keert de wereld weer om.

Die voorlichting en stimulering kan prima bij lokale voedselproducenten plaatsvinden. Veel boeren, kwekers en aanverwante organisaties zijn al actief met schoolprogramma’s en zelfplukdagen, waarbij op een speelse manier aan kinderen geleerd wordt hoe het eten op hun bord groeit en waarom het zo gezond is. Hoe verser, hoe beter. Hopelijk leidt dit op de langere termijn weer tot herontwikkeling van smaak en bewustzijn van kinderen over wat gezond voor hen is. En motiveert het hen om lokaal eten te kopen als ze later groot zijn.

Weerstand tegen fastfood

Het zou mooi zijn als het spelenderwijs leren over gezonde voeding, ook leidt tot een natuurlijke weerstand tegen fastfood.  Sinds ik de kortste weg naar pure lokale producten heb ontdekt, heb ik geen voet meer in een Amerikaanse hamburgertent gezet. Het ultra-bewerkte eten daar is slechts vulling, geen voeding.

Door de bewerkingswijze die een broodje hamburger ondergaat, blijft er nagenoeg geen voedingswaarde meer over. Van fastfood weten we vaak helemaal niet waar het vandaan komt, hoe de ingrediënten geteeld zijn en hoe lang het al onderweg is naar het fastfoodrestaurant. Laat staan hoe het verder bereid wordt en gevuld wordt met toevoegingen om het langer houdbaar te maken en sneller te kunnen bereiden.

Dan kun je als boer nog zulk mooi graan, vlees en kaas hebben geleverd voor de broodjes, van waardevolle energie blijft niks meer over. Wellicht dat het blaadje sla nog wat waarde bevat, maar ook dat valt te betwijfelen door de lange weg die het heeft afgelegd. Want de vraag blijft of die ingrediënten wel uit Nederland komen. Het is onvoldoende duidelijk.

Ik kan de gedachte om een Mac of een Kingsize van zoiets levenloos in mijn mond te stoppen, niet verdragen. Mijn lichamelijke weerstand ertegen is een functionele drempel om dergelijke ketens nog langer te steunen. Ik gun iedereen die weerstand.

Eet ik dan helemaal nooit burgers? Natuurlijk wel! Maar dan liever zelfgemaakt of bij een lokaal restaurant waarvan ik weet dat de kok met passie de gerechten bereidt en graan, vlees, kaas en sla uit Nederland komen. Dat is gewoon een kwestie van jezelf informeren. Dan maak je andere keuzes voor je eigen gezondheid. En uiteindelijk doe je dat ook voor de ander, voor een gezonde maatschappij. Zodat de overheid ook geen minimumleeftijden hoeft op te leggen. Gezond voedsel heeft tenslotte geen minimumleeftijd.

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

In 2019 was ik aanwezig bij de afstudeerrede van dr. Patrick Huntjens bij Hogeschool InHolland in Rotterdam. Eén onderwerp in zijn rede is me het meest bijgebleven: de voedseltransitie op basis van het Lancet dieet. Wanneer in Zuid-Holland dit eetpatroon wordt geïntroduceerd, kan tachtig procent van het eten en drinken van de inwoners in 2050 op eigen bodem geproduceerd kan worden. Dat is nog eens een mooi voornemen! Maar waarom zouden we wachten tot 2050?

Marja van der Ende

Huidige productie

Het Lancet-dieet is een door wetenschappers uitgebalanceerd eetpatroon, waarbij niet alleen rekening gehouden is met het eten van voldoende voedingsstoffen, maar ook gekeken is naar de effecten van de voedselproductie op onze aardbol. Zo wordt bijvoorbeeld een kleinere hoeveelheid dierlijk voedsel geadviseerd dan in de huidige Schijf van Vijf, maar voldoende om aan de aanbevolen benodigde vitamines en mineralen te komen. Het doel is om dit gezonde en duurzame menu voor het jaar 2050 in te voeren en in de aanloopperiode de daarvoor benodigde verschuivingen in gang te zetten. Een positieve ontwikkeling lijkt mij als korte keten en ‘geen pillen maar paprika’ liefhebber. 

Vanwege de oorlog in Oekraïne zou het echter zomaar kunnen dat dit in een stroomversnelling komt. Zo las ik op 8 maart in dit artikel in RTL Nieuws dat boeren in Nederland meer graan zaaien, omdat de wereldhandelsprijs met vijftig procent is gestegen. 

Toekomstige verdeling

Nu is de prijs van graan de motivator om ineens weer dat gewas te produceren. Maar wat als het straks noodgedwongen moet? Omdat de structuur van ons import-exportbeleid als een kaartenhuis ineen stort door opgelegde sancties? Deze sancties hebben natuurlijk niet alleen invloed op Rusland, ook onze economie heeft eronder te lijden door de vele bedrijven die naar Rusland exporteren.

‘Eigen voedsel eerst’
De coronacrisis en oorlogssituatie dichtbij huis maken ons meer en meer bewust van het feit dat we teveel afhankelijk zijn van de import van producten die ook hier prima geproduceerd kunnen worden. En dat we teveel afhankelijk zijn van de export van onze (kwalitatief beste) producten. Zodra buitenlandse handel om welke reden dan ook stopt, redden producenten en handelaren het financieel niet meer. 

Het gevolg is dat de mens voedselstress krijgt. Het leeg hamsteren van de supermarkten tijdens de eerste corona-lockdown is een goed voorbeeld van die vorm van stress. Als hamsters die hun wangetjes vullen met noten en zaden om de winter door te komen, gooiden we de winkelkarretjes vol met … toiletpapier en bewerkte zooi in blikken en potten. 

Die voedselstress kan voorkomen worden, wanneer we zien hoeveel voedsel er in onze spreekwoordelijke achtertuin geproduceerd wordt en nog meer en anders geproduceerd kan worden. De ideeën zijn er en worden al meer en meer tot uitvoering gebracht: stadstuinderijen, natuurinclusieve landbouw, kringlooplandbouw, korte ketenverkoop. 

Terug naar vroeger
Hoewel het sterk gegroeide aantal inwoners in ons land vraagt om een grotere productie op minder grond, kunnen we toch grotendeels terug gaan naar hoe het ooit was. Diversiteit in strokenteelt, wilde bloemen ertussen voor de bijen en insecten, biologische gewasbescherming, misschien zelfs een huisvarken op de tuin of boerderij die de schillen opeet en voor het scharrelvlees zorgt. Zoals mijn opa vroeger had. Kleinere hoeveelheden eten, zoals er vroeger ook minder beschikbaar was. Terug naar seizoensproducten door de natuur het werk te laten doen. Daar besparen we ook nog een hoop energiekosten mee.

Als bewuste consument en initiatiefnemer van Fietsen voor m’n eten heb ik de afgelopen jaren veel informatie opgevangen van mensen die er meer verstand van hebben, over hoe zij vinden dat de voedseltransitie eruit moet zien. De publicatie van dr. Patrick Huntjens, die hij voor zijn lectorale rede samenstelde, is daarbij een waardevol naslagwerk. 

Tijdens een reis naar Bali in 2018 zag ik daarbij ook hoe overheidsbeleid alle verschil maakt. Een toeristisch gids die ons rondleidde over diverse Balinese organische kwekerijen vertelde ons dat slechts minimaal voedsel uit het buitenland wordt geïmporteerd. Er wordt wel geëxporteerd, maar pas nadat de eigen bevolking eerst voldoende voedsel van de beste kwaliteit heeft kunnen genieten. Eigen voedsel eerst dus.

Fruit op Bali

Beperken van afhankelijkheden
Om als maatschappij te kunnen blijven voortbestaan, kan ik mijn favoriete advies geven: beperk je afhankelijkheden. Sta zoveel mogelijk op eigen benen, of in het geval van voedselproductie, eigen bodem. En aangezien het even duurt voordat de natuur ons de vruchten van de zaden geeft, kunnen we daar het beste nu al mee beginnen zoals de boeren die nu graan zaaien.

Ik hoop daarom dat ook tot overheden doordringt, dat het nu al anders kan. Voordat het anders móet en we te laat zijn. Zou de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen, waarbij in veel gemeenten de lokale partijen gewonnen hebben, een signaal zijn dat de inwoners ander beleid willen?

Ik voorzie een toekomst zonder voedselstress, waarbij er voldoende van eigen bodem komt en via de kortste weg op ons bord terecht komt. Kijk je ook mee vooruit en zet je nu de stappen voor een versnelde voedseltransitie? Waarom wachten tot 2050?

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Terwijl op dit moment van schrijven regen en wind me nog om de oren vliegen, mijmer ik over de lente. Ik kan niet wachten tot de eerste groentestalletjes weer verschijnen en ik mijn fietstochten kan verrijken met stops langs verscholen laantjes voor verse waar, rechtstreeks van de producent.

Marja van der Ende

Met de opkomende lente komen ook de lentegroenten op. Asperges, courgettes, aubergines… De laatste boerenkool verdwijnt in de stamppot en de eerste paprika’s verschijnen in de salade. De laatste winterpeen wordt vervangen door bospeen en de eerste komkommers groeien fris en fruitig aan de plant. We gaan weer van winterbiet naar zomerbiet.

Want die lokale groenten en fruit van de lente hebben zo veel voordelen!

Krootjes
Als diëtist adviseer ik cliënten met spijsverteringsklachten vaak om bietjes te eten. Zo kunnen ze checken of ze niet onbewust obstipatie hebben. Ons lichaam kan de kleurstof in bietjes namelijk niet afbreken. Kleurt de ontlasting de volgende dag ‘zo rood als een kroot’, dan is er geen opstopping. Duurt het langer dan een dag, dan doet het lichaam er (te) lang over om het te verwerken. Dan kun je nog steeds elke dag ontlasting hebben, maar toch obstipatie. Een simpel en gezond trucje om je lijf te onderzoeken.

Wit goud
Met asperges kun je ziektes vermijden vanwege de aanwezigheid van glutathion, een antioxidant die het lichaam kan beschermen tegen DNA-schade. Ruik je een aparte stinkende urine geur bij het plassen nadat je asperges hebt gegeten? Dan mis je bepaalde enzymen om asparagusinezuur in asperges af te breken. En heb je teveel witte wijntjes gedronken bij je asperges? Dan helpen de asperges ook nog tegen een kater. Asperges en wijn, een fijne combinatie dus… 😉 

Courgettes
Ik kan niet wachten om weer een paar courgettesoep-fietstochten te organiseren! Hoewel courgettes zelf niet veel smaak bevatten, zijn ze uitermate geschikt als vervanging voor koolhydraatrijke voedingsmiddelen, zoals aardappel en pasta. Van courgette kun je van alles maken, zelfs cake en spaghettislierten. En je wordt er niet dik van! De groene zijn het meest bekend, de gele zijn aan hun opmars bezig. 

Laat de schil van de courgette maar gewoon zitten als je ze verwerkt. Deze zit namelijk vol met antioxidanten, die je beschermen tegen schadelijke invloeden van licht. Ook courgettes bevatten veel vitamine C en ijzer, en belangrijke B-vitamines en mineralen. In grote mate in een soep gestopt, zit je zo aan je ADH-waarde (Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid), die je minimaal nodig hebt om niet ziek te worden. 

Uitdagingen
Het lokale land geeft ons de komende tijd weer wat we nodig hebben om gezond te blijven. Vezelrijk voedsel voor bijvoorbeeld een goede darmwerking. Vitamines en mineralen uit de bodem voor een optimale weerstand. 

Maar er heersen allerlei gevaren. Naast plagen zoals vogelgriep en ongewenste beestjes en virussen op de planten, is ook onteigening van boeren om de grond af te staan voor woningbouw gaande. En de hoge prijzen van gas in de kas is een uitdaging voor tuinders, waardoor groenten uit gestookte teelt nu langer op zich laten wachten. Het dwingt de voedselproducenten creatief met de bodem, energie en CO2 uitstoot om te gaan.

Als fietsende en lokaal kopende consument houd ik mijn hart wel een beetje vast. Komen de vruchten op mijn bord straks nog wel uit mijn directe omgeving? Ik blijf zolang het kan, kiezen voor de kortste weg. Voor het bestaansrecht van de lokale producent en voor een gezonde leefomgeving en lokale economie. Doe jij dat ook? 

Geniet van de lente(kost)!

In het nieuwe regeerakkoord van het onlangs gepresenteerde kabinet zit een verlaging van de BTW op groente en fruit. Goed nieuws, zou je denken. Ongezond voedsel duurder, gezond voedsel goedkoper maken, dat stimuleert consumenten wel om hun leefstijl aan te passen. Zou je denken…

Marja van der Ende

Persoonlijk denk ik dat de gemiddelde consument voor intelligenter mag worden aangezien, dan nu met dit beleid gebeurt. Prijsprikkels zijn slechts tijdelijke beloningen en als je verslaafd bent aan bewerkte voeding, zal een lagere prijs voor groente en fruit je echt niet bewegen om daar op over te stappen. Dan doe je er alles aan om aan je genot te komen, suikertaks of niet. Lagere BTW of niet.

Bovendien is de vraag of groente en fruit wel goedkoper zullen worden als de BTW verlaging eenmaal is doorgevoerd. In andere sectoren (kappers) hebben we gezien dat de prijs voor de klant hetzelfde bleef en de extra marge naar de ondernemer ging. Waarschijnlijk een terechte stap omdat de concurrentie en het effect daarvan op de prijsstelling van een kappersbezoek, moordend was.

Zo ook in de voedselwereld. Wie garandeert dat de prijs die we straks voor ons eten in de supermarkt gaan betalen, niet nog meer winst betekent voor de supermarkt? Dat de inkoopprijzen bij voedselproducenten met dit middel niet nog verder afgeknepen worden? Het zijn zomaar wat hersenspinsels die ik heb als consument, als collega-ondernemer en als observator van gedrag bij veranderingen.

De eerste scheuren in het voorgenomen BTW-beleid worden inmiddels al zichtbaar: het verlagen van de BTW op groenten en fruit blijkt ‘voorlopig niet mogelijk door ict-problemen bij de Belastingdienst’. De eerste complottheorieën laten zich horen in mijn hoofd bij het lezen van dergelijke nieuwsberichten. Eerst een verhoging naar negen procent zonder probleem doorgevoerd, en bij een verlaging is het ineens technisch niet mogelijk vanwege verouderde systemen. Jaja, wie gelooft dat?

Voordat we onszelf voor onze gezondheid afhankelijk stellen van ict-systemen en prijsprikkels als motivator, kunnen we ook kijken naar een effectievere aanpak. De meeste mensen zijn namelijk meer ontvankelijk voor pijn. Of beter gezegd: het verhelpen en voorkomen van pijn. Als te weinig groente en fruit eten je lichaam pijn heeft gedaan, ben je beter te porren voor een gezonde leefstijl. Dan is er nog een noodzakelijkheid: de juiste voorlichting over wat gezond is. Juist daar schort het momenteel aan.

Columniste Marja vraagt zich af of een BTW-verlaging wel echt werkt

De eerste supermarktketen biedt inmiddels al de ‘gratis’ app vol tips van leefstijlcoaches aan. Gewapend met de Nutriscore in de app maak je gezondere keuzes als je in de supermarkt bent. Zou je denken. Uit een filmpje van Upfront op Instagram en LinkedIn, een oprecht voedselbedrijf zoals ze zichzelf noemen, blijkt dat de Nutriscore misleidend kan zijn omdat appels met peren worden vergeleken. Dat betekent dat een bak perenijs dezelfde score kan hebben, als … een appel. Wat natuurlijk volslagen niet klopt als je het hebt over het effect van een bak perenijs en een appel op je gezondheid.

Weet je wanneer je wel gezond(er) bezig kunt zijn? Wanneer je de lokale voedselproducenten rechtstreeks bezoekt en hun pure verse producten rechtstreeks koopt. Die producten hebben allemaal van zichzelf al ‘Nutriscore A’ en hebben dus eigenlijk helemaal geen (misleidend) scorebord nodig om verkocht te worden.

Buiten de supermarkt vind je sowieso een veel lager percentage aan bewerkte producten, dus wordt je ook niet verleid om die te kopen. Afgezien van die zakjes ‘De lekkerste drop’ en potten eierroom dan. Af en toe een guilty pleasure, fiets ik er zo weer af. Gaat die BTW-verlaging straks wel door, dan is het voordeel daarvan rechtstreeks voor de boer en tuinder. En die gun ik dat voordeel van harte!

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Kees Vermeer

Terwijl hij voor De Kortste weg schreef, vroeg journalist Kees Vermeer zich steeds vaker af waarom de overheid het boeren zo lastig maakt om te veranderen. Het maakt hem boos.

Kees Vermeer

Zo’n anderhalf jaar schrijf ik nu als freelance journalist voor De Kortste Weg. Met een achtergrond als medisch bioloog schrijf ik voornamelijk over de medische zorg en het medisch-wetenschappelijk onderzoek. Een heel ander werkveld dus dan waar de Natuur- en Milieufederatie Zuid-Holland zich mee bezighoudt, maar juist daarom vond ik het boeiend om voor De Kortste Weg te gaan schrijven.

En wat een prachtige onderwerpen ben ik al tegengekomen! Ik spreek bevlogen boeren en burgers die zich met hart en ziel inzetten voor een beter milieu, meer biodiversiteit, welzijn van dieren en planten, gezondere grond, minder troep in ons eten, aandacht voor ecosystemen, de gezondheid van ons allemaal en een betere toekomst voor de wereld. Zij durven buiten de gebaande paden te denken en laten zich niet ontmoedigen als het even tegenzit. Ik hoor over geweldige initiatieven en innovaties die soms starten bij een kleine groep en uitgroeien tot een mooie beweging met veel gedreven mensen. Dat vergroot het bewustzijn van velen dat we niet langer kunnen doorgaan op de oude weg, met veel te veel nadruk op geld verdienen, ‘groei’ en doorgeslagen efficiëntie.

Boos
Tegelijk word ik soms een beetje boos. Sommige initiatieven en ontwikkelingen zijn niet van de laatste jaren maar zijn al veel langer aan de gang. Waarom horen we daar zo weinig over in de gangbare media? En keer op keer hoor ik in interviews dat bijvoorbeeld boeren wel willen veranderen, maar dat de wet- en regelgeving dat vaak in de weg staat. Waarom maakt de overheid het hen zo moeilijk? Waarom worden de mooie ideeën en projecten zo weinig omarmd en gestimuleerd? 

Boeren staan in de productieketen helemaal vooraan en aan hen hebben we ons dagelijks eten te danken. Maar in de financiële keten staan ze vreemd genoeg vaak helemaal achteraan. Ze mogen aansluiten achter grote bedrijven en hopen dat er voor hen nog iets overblijft, terwijl supermarktketens enorme winsten maken. Boeren moeten al jarenlang de ene na de andere investering doen om de wetgeving te volgen, en grote afwegingen maken om het hoofd boven water te houden. En tegelijk genoegen nemen met wat in de grote pot met geld voor hen overblijft. Hoe kan dat?

Milieumaatregelen
Boos word ik ook als ik weer eens iets lees over maatregelen van de overheid tegen grote milieuproblemen van deze tijd. Regelmatig wordt als eerste naar boeren gewezen: die moeten worden uitgekocht, hun vergunning moet worden ingetrokken, of ze moeten met hun bedrijf maar verhuizen naar de Flevopolder. Terwijl juist boeren vele ideeën hebben en initiatieven ontplooien om de uitstoot van verkeerde stoffen tegen te gaan, de lokale natuur te beschermen en de biodiversiteit te stimuleren. Met oog voor mens, dier en milieu. 

Lokale boeren lijken altijd de klos, terwijl grote en vervuilende multinationals worden ontzien en gedoogd. Dat zorgt, terecht lijkt me, voor verontwaardiging bij boeren en ook voor onzekerheid over hun toekomst. Ook in Zeewolde is een multinational uit de VS (alhoewel de komst steeds onzekerder wordt) belangrijker dan de lokale boerenbedrijven en het gebruik van vruchtbare landbouwgrond. 

“Lokale boeren lijken altijd de klos, terwijl grote en vervuilende multinationals worden ontzien en gedoogd”

Veranderingen kunnen komen van ‘bovenaf’ vanuit de overheid, of van ‘onderaf’ vanuit mensen zelf. Het mooist zou zijn als dat hand in hand gaat, maar eerlijk gezegd verwacht ik weinig van bovenaf. Het ontbreekt aan visie, durf en daadkracht. Gelukkig groeit onder de bevolking wel het bewustzijn dat het zo niet langer kan. Velen komen in actie, met wél visie, durf en daadkracht. We gaan eropuit om bij boeren en telers zelf ons eten te kopen, voor een eerlijke prijs. We willen geen groente meer die in plastic is verpakt. We protesteren tegen megastallen. We willen dat dieren het goed hebben. We eten bewuster, en vaker biologisch en vegetarisch.

‘Achter de schermen’ gebeurt er veel om de broodnodige verandering te bereiken. Kleine en grote plannen, alles helpt daarbij. Veel mensen maken bewuste keuzes om te komen tot een mooiere en gezondere wereld. Iedereen kan zo een steentje bijdragen. Dat geeft mij een sprankje hoop dat de toekomst voor mijn kinderen misschien toch niet zo somber is als het nu lijkt. 

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Mijn brein heeft een natuurlijke filtering ontwikkeld op reclames. Wat mijn aandacht verdient, krijgt mijn aandacht. Anders is het ‘ene oor in, andere oor uit’. Dat is maar goed ook, want wat een geweld aan emotionele manipulatie en neuromarketingtrucjes wordt er op ons afgevuurd! Vooral op TV en zeker nu Black Friday weer voorbij kwam. Men beperkt zich daarbij tegenwoordig opeens zelfs niet meer tot één dag kortingen, op dingen waarvan je je kunt afvragen of je ze wel nodig hebt. 

Marja van der Ende

Wat mij opvalt aan reclames van supermarkten en de voedingsindustrie, is dat ze zelden over gezonde voeding gaan. Vooral frisdranken, snoep en koek, alcoholische dranken en plof-vlees komen als duveltjes uit doosjes op het scherm en in de folders voorbij. 

Hoe vaker ik het zie, hoe meer ik denk: “zoveel reclame voor die producten, dan zal het wel niet zo goed voor me zijn…”. En: “wat een geld wordt daaraan gespendeerd! Dat moet toch ook ergens op terug verdiend worden…”. De consument en de producent betaalt de prijs, zo bleek al uit de documentaire van Zembla van 30 september.  

Onderzoek WUR
Uit nieuw onderzoek van Wageningen University & Research, Vrije Universiteit Amsterdam en Universiteit Utrecht, blijkt nu dat maar liefst 80% van het aanbod en de promoties van supermarkten ook niet past in de Schijf van Vijf. De Schijf van Vijf is de visuele voorstelling van de richtlijnen voor een gezond eetpatroon, die sinds 1953 in Nederland wordt gebruikt in de voorlichting over goede en gezonde voeding (bron: Wikipedia)

Het besef dat de supermarkten geen gezonde voedselkeuzes stimuleren, was voor mij in 2017 al een van de aanleidingen om ze helemaal te mijden. Wil je pure onbewerkte voeding eten, dan heb je in de supermarkt simpelweg dus te weinig keus. Dat blijkt wel uit het feit dat ik nu bij de lokale producenten eten vindt, dat ik nooit bereid zou hebben als ik in de supermarkt was blijven shoppen. Dat klinkt wellicht raar, omdat je denkt dat zo’n grote winkel een grote variëteit biedt. Maar uiteindelijk is het grootste deel van het aanbod slechts vulling, geen voeding. De nee-sticker tegen die nutteloze stapel folders plakte ik toen op de brievenbus en ik ging fietsen voor m’n lokale eten.

Wat je niet vindt in de supermarkt
Dat het maken van verse soepen eigenlijk zo simpel is en ook snel kan, staat niet vermeld op de soep in zak vol E-nummers. Dat margarine veel chemische bewerkingen heeft ondergaan om het zo zacht en smeerbaar te krijgen en wat het effect daarvan op je lijf is als je het eet, vind je niet op het kuipje. Dat de grote hoeveelheid producten met tarwemeel als toevoeging je op den duur intolerant kan maken voor gluten, staat nergens vermeld. Dat dextrose in supermarktgehakt ook gewoon suiker is om het langer houdbaar te krijgen, weet je alleen als je het weet. Dat de vele light producten bomvol suiker of zoetstoffen zitten om het nog een beetje smakelijk te krijgen, kun je hooguit afleiden uit de hele kleine lettertjes. Dat frisdrank wordt samengesteld met vage ingrediënten uit zakken met doodshoofden erop, zie je niet terug op de kleurige etiketten. 

Deze laatste voorstelling van zaken hoorde ik trouwens jaren geleden uit de mond van de ondernemer achter Oggu, die de uitdaging aanging om de eerste biologische frisdranken met natuurlijke ingrediënten te ontwikkelen. Hij deelde de ervaringen van zijn bezoeken aan de frisdrankenindustrie, tijdens een presentatie aan een groot publiek tijdens een ondernemerscongres in 2010. Het is hem destijds gelukt een biologisch product te produceren, echter was dit slechts een kort leven beschoren. De Reclame Code Commissie tikte hem later op de vingers over claims in zijn reclamecampagne en de frisdrankenfabriek waar het product geproduceerd werd, ging failliet.

Waar dan wel?
Dat er wel degelijk alternatieve locaties zijn voor de producten die je denkt alleen in de supermarkt te kunnen kopen, is een kwestie van zelf ondervinden. Als ik mensen vertel dat ik al vier jaar geen supermarkt meer heb bezocht, vraagt eigenlijk niemand waar ik mijn cola dan haal. Meestal vraagt men waar ik waspoeder of toiletpapier koop en ik verwijs hen dan door naar de kleine gezondheidswinkel, die producten zonder chemische meuk verkopen. 

Daar koop ik ook de producten die nog op mijn zeer korte lijstje van bewerkte voeding staan, zoals conserven (biologisch), bouillonblokjes (zonder smaakversterkers) en een potje mayonaise en ketchup (zonder E-nummers). Zelfs die mayonaise is daar een met liefde handgemaakt ‘lokaal’ product, uit Zierikzee. De supermarkt mijden en gezondere keuzes maken, is zo moeilijk niet. Een leven zonder cola, margarine, snoep en light producten is prima te doen.

Daarvoor in de plaats komen volvette, van nature suikervrije en zoveel mogelijk onbewerkte vitaminen- en mineralenbommetjes die je kunt kopen via de kortste weg: rechtstreeks van de bron of met slechts een kleine winkelier die bewuste keuzes maakt. Als je dan de bewerkte industrievoeding weglaat en lokaal geteelde groenten en fruit, graanproducten, zuivel, vetten en vlees koopt, ben je per saldo hetzelfde bedrag aan boodschappen kwijt. Mijn maandbudget is gelijk gebleven aan toen en mijn keuzes zijn veel gezonder en gevarieerder. Verrassend, hè? 

Conclusie uit het onderzoek
Volgens onderzoeker Maartje Poelman is monitoring van de Nederlandse voedselomgeving structureel nodig. Het is ook aan de politiek om hardere afspraken te maken met supermarkten om hun reclameproducten meer te koppelen aan de Schijf van Vijf, zo blijkt uit de aangenomen motie van Dik-Faber en Sazias. 

In mijn optiek is monitoring alleen niet voldoende. Er is nog een wezenlijke stap mogelijk: een bredere voorlichting over gezonde voeding. Wanneer we van kinds af aan meekrijgen wat gezond is en wat niet, en welke effecten ongezonde voeding heeft op ons lijf, dan leggen onze breinen die natuurlijke filtering aan. En ervaringsleren leidt dan nog beter en sneller tot het maken van gezondere keuzes. Oftewel voelen hoe het voelt als je uit de bubbel van een ongezond eetpatroon en de supermarkt stapt. 

Merken hoeveel energieker en fitter je bent als je stopt met industrieel bewerkte voeding, is nog altijd de beste confrontatie om gedrag te zien veranderen. Reclames voor ongezonde voeding gaan dan bij iedereen het ene oor in en het andere oor weer uit. En die Black Friday reclames al helemaal. Gezonde voeding heeft helemaal geen reclame nodig, gewoon omdat je lijf vraagt om die appel en kool vol vitamine C, die komkommer met schil voor de vezels en die vette vis voor de vetzuren zodat je helderder kunt blijven denken.

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

De ene week fiets je in een lekker zonnetje naar je eten toe, een regenachtige week later ligt opeens de eerste zuurkoolstamppot alweer op je bord. Van dat laatste word ik blij! Het seizoen van de wintergroenten breekt weer aan: boerenkool, zuurkool, spruitjes, winterpeen, winterbietjes. De tijd van de knollen en bollen die ook in koude omstandigheden gewoon in de volle grond groeien, is er weer. Heerlijk!

Marja van der Ende

Zuurkool!

Ik ben gek op kool. Niet alleen vanwege de volle smaak en omdat het zo makkelijk in stamppotten te verwerken is, maar vooral omdat er veel voedingswaarde in zit. Maak je voor twee personen bijvoorbeeld een pond zuurkool klaar, dan heb je al bijna de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH-waarde) aan vitamine C binnen. Omdat zuurkool gefermenteerd wordt met behulp van natrium, is dat zoutgehalte wel erg hoog. Dus extra zout aan de aardappels toevoegen, hoeft niet en de zuurkool goed afgieten, is aan te raden. Zelf doe ik dat afgieten met het water waar de aardappelen in gekookt zijn.

Slecht weer
Omdat ik al mijn eten op de fiets bij elkaar sprokkel, is de winter een uitdagende tijd. Ik fiets dan minder vaak en afgestemd op de weersvoorspellingen en ik neem meer in één keer mee. Het vooruit bereiden van soepen en deze invriezen, is voor mij een manier om bij slecht weer minder vaak weg te hoeven en toch zo vers mogelijk te eten. Zonder kunstmatige toevoegingen natuurlijk, voor mij nooit meer soep in zak, pot of blik! Tenzij huisgemaakt door een van de kanjers uit de regio, die tegen voedselverspilling zijn en zonder E-nummers en met ‘op het nippertje geredde groenten’ koken voor hun klanten: de bewuste consumenten zoals ik.

Arme bodem
De voedingswaarde van kool is natuurlijk wel afhankelijk van de plek waar het geteeld is. De kwaliteit van de bodem is hoofdzaak, want als de bodem arm is, ben je jezelf aan het vullen in plaats van voeden. Ook de manier waarop het vervolgens verwerkt wordt, is van levensbelang voor het product. Wil je dat jouw kool een zo hoog mogelijk vitamine- en mineralengehalte bevat? Koop dan lokaal, liefst op de plek waar de kool nog diezelfde dag vers van het land is gehaald. Of zelfs zo voor je neus wordt geoogst. Iedere extra handeling van verwerking, verpakking en transport, heeft invloed op de voedingswaarde. 

Wanneer een product veel te verduren heeft, verbruikt het zijn eigen antioxidanten om zoveel mogelijk levenskracht te behouden. Vitamine C is zo’n antioxidant. Hoe meer ‘stress’ onderweg, hoe minder vitamine C overblijft in de groenten die je net hebt gekocht, maar die misschien al wel een week oud zijn. Alleen daarom al levert het kiezen voor de kortste weg de meeste waarde op je bord op. Mits je het vervolgens ook met een grote dosis liefde bereidt.

Ook in de winter kunnen we genieten van frissere bladgroenten, die prima groeien op koude grond of hydrocultuur, zoals andijvie en sla. Witlof groeit sowieso al in het donker dus ook in de winter is dit prima te vinden in de buurt. 

Pesto van radijs

Gooi het blad niet weg
Een knolletje die je de hele winter door kunt kopen, is radijs. De meeste mensen eten de radijsjes en gooien het blad weg. Wist je dat ook het blad prima te eten is? Je kunt het bijvoorbeeld verwerken tot radijsbladsoep. Of er pesto van maken, zoals ik deze week zelf heb gedaan. Tien bosjes radijs op de fiets gescoord bij het stalletje langs de weg van de kweker zelf, werden honderd snoepjes en zes porties pesto. De pesto gebruik ik voor meer pit in courgettesoep en als smeersel op een versgebakken brood. En pesto kun je prima invriezen, net als de soep.

In december, januari en februari zal het aanbod van bloemkool en broccoli wellicht wat minder zijn, alsook de sperziebonen en snijbonen. Daar is de grond te koud voor, tenzij geteeld in een verwarmde kas. Wil je in de wintermaanden toch een goed gevuld bord met eten (en dan bedoel ik niet vol maar waardevol), eet dan rode kool. Het vitamine C gehalte van rode kool is zelfs nog hoger dan dat van broccoli. 

Het belang van vitamine C is natuurlijk bij iedereen bekend: je weerstand. En in een periode waarin er weinig fruit te vinden is als bron van deze vitamine, denk dan aan het eten van kool. Maak je een lekkere stamppot, kies dan eens vaker voor zoete aardappelen in plaats van ‘gewone’ aardappelen. Het vitamine C gehalte is namelijk bijna twee keer zo hoog. En vind je zuurkoolstamppot te zuur? Dan is het zoetje van zoete aardappelen een mooie combinatie om de smaak in balans te krijgen.

Wil je nog bewuster bezig zijn met de waarde van het eten op jouw bord? Zoek dan de voedingswaarde van wat je eet eens op, gewoon via de zoekmachine op internet. En bedenk dan dat je met het kopen via de kortste weg, nog beter bezig bent. Zo kom jij de winter wel door!

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!