De Kortste Weg

Op 30 september viel mijn oog op een documentaire van Zembla, genaamd ‘De uitgeputte bodem: supermarktmacht’. Na het zien van de beelden van de vele aanbiedingen van vlees, zuivel en bananen als lokkertje in de supermarkt en het aanhoren van alle argumenten van onderzoekers wat hier zo fout aan is, bleef ik vooral verbijsterd achter. 

Marja van der Ende

De manier waarop in de gangbare teelt voedsel geproduceerd wordt, put de bodem uit, vervuilt water, stoot fijnstof uit en maakt mensen ziek. De partijen die het doen, weten dit en toch blijft men ermee doorgaan. Boeren worden gedwongen om massaproductie te doen, om nog marge te hebben. Genoeg marge om te verduurzamen is dat echter niet en het is destructief voor de aarde. Cornelis Mosselman, voorheen gangbare boer die de stap naar biologisch boeren heeft gezet, noemt het ‘moderne slavernij’. 

De gevolgen van monocultuur
De problemen die zich door deze monocultuur wereldwijd laten zien, worden steeds nijpender. Het kappen van tropisch regenwoud voor de productie van veevoer, de uitstoot van broeikasgassen en een afname van biodiversiteit door het gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen, zijn de drie genoemde hoofdproblemen. Buiten het bewustzijn van de supermarktconsument werken supermarkten hier bewust aan mee. Volgens een gedragsonderzoeker is de hebzucht van de consument, van de supermarktketens en van de boer hiervan de oorzaak. De supermarktconsument wil een lage prijs, de supermarktmanager wil winst maken en de boer wil marge op zijn producten.

400-600-800-gram-knallers

Alle grote supermarktketens adverteren in elke folder met vlees, hetgeen leidt tot meer vlees eten. De consument koopt dan meer dan nodig is, ook omdat kortingen pas ingaan wanneer twee of meer verpakkingen gekocht worden. In de Quote 500 vind je veel supermarkteigenaren. Als in de supermarktketens zoveel winsten gemaakt worden, is het des te kwalijker dat zij boeren niet meer betalen voor hun producten. 

De wereld van voedselproductie en -verkoop is dusdanig georganiseerd dat niemand zich zal verroeren. Als de supermarktmanager besluit om de kiloknallers niet meer te verkopen, gaat de klant naar de winkel waar ze deze nog wel aanbieden. “De macht ligt bij de consument”, wordt dan heel makkelijk gezegd. Zolang de top 3 van overwegingen van de consument eerst prijs, dan uiterlijk en daarna pas het geweten is, blijft dit systeem in stand. 

Geweten
Hoe krijgen we het geweten op plaats 1 in die top 3? Wat als we als consumenten weten dat deze industrie de aarde uitbuit? Wat als we tot in detail weten wat de ware kosten van de productie van ons voedsel zijn? Zouden we dan nog kiezen voor die vleesaanbieding in de supermarkt, of überhaupt om ons eten in de supermarkt te kopen? Of zorgt de stem van ons geweten er dan voor dat we met ons allen kiezen voor de kortste weg? 

Misschien zijn voor die bewustwording hardere maatregelen nodig. Geen misleidende ‘beter leven’ of ‘on the way to planet proof’-keurmerken, die alleen te realiseren zijn door de grote spelers in de voedingsindustrie. Misschien helpt het om, net als op pakjes sigaretten, plaatjes van een gekapt regenwoud te plaatsen op verpakkingen van supermarktvlees en 2-litertankjes melk. Als je stopt met roken omdat je de kans op longkanker wilt verkleinen, is het zien van de schade aan de longen van onze aarde wellicht ook motiverend om dergelijke producten niet meer te kopen.

Misschien helpt het om, net als op pakjes sigaretten, plaatjes van een gekapt regenwoud te plaatsen op verpakkingen van supermarktvlees en 2-litertankjes melk.

Van weten naar geweten
In de bewering “De macht ligt bij de consument” zit natuurlijk een waarheid als een koe. Willen we als consumenten die macht ook daadwerkelijk benutten, dan is veel meer voorlichting nodig. In de supermarkt ga je die voorlichting niet aantreffen, omdat ze daarmee nagenoeg hun gehele assortiment tot ‘verkeerde keuze’ moeten gaan bestempelen. Zeventig procent van het aanbod bestaat uit bewerkte voeding, waarvan de herkomst niet te traceren is. Documentaires als die van Zembla en ook de afleveringen van de Keuringsdienst van Waarde zouden ook vaste lesstof op scholen kunnen zijn, zodat de jeugd het tij kan keren. De jeugd van nu is de consument van de toekomst.

Documentaires als die van Zembla en ook de afleveringen van de Keuringsdienst van Waarde zouden ook vaste lesstof op scholen kunnen zijn

De inhoud van de documentaire van Zembla kwam voor mij natuurlijk niet helemaal als een verrassing. Mijn verbijstering ging vooral over: waarom is het tij nog steeds niet gekeerd? Vier jaar fietsen voor m’n eten naar lokale voedselproducenten en me verdiepen in hun werk, heeft me veel geleerd. Weten hoe het eraan toe gaat in voedselproductieland heeft mijn weten gevoed en mijn geweten op plek één gezet. De documentaire was voor mij slechts een bevestiging. Het sterkte mijn keuze om nooit meer naar de supermarkt te gaan, opnieuw. Bij jou nu ook?

(Wil je nog meer redenen om te kiezen voor de kortste weg? Lees dan de blog ‘5 redenen om de supermarkt voorbij te fietsen’ eens, inmiddels al een classic uit 2018…)

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Wat een bofkont ben ik! Eind augustus voor bijna drie weken met de caravan op stap en slechts één dag regen. De eerste stop wordt een camping aan de Kagerplassen. Lekker dichtbij in Zuid-Holland en toch even in een heel andere wereld. Van tevoren zoek ik alvast wat lokale voedselproducenten op de kaart van regio Holland Rijnland, op de website van Fietsen voor m’n eten. 

Marja van der Ende

Een kaasboerderij op 200 meter van de camping, nog meer kaasboerderijen in de omgeving en een landwinkel op vier kilometer fietsen. Daar kan ik de koelkast wel mee vullen. De landwinkel is klein en vooral gevuld met eigen teelt. Heerlijk, al dat seizoensfruit! De laatste kersen en aardbeien, de eerste pruimen, appels en peren, het wordt er weer tijd voor. Ook vind ik er een klein beetje groente uit de moestuin. Onze tweede en derde stop worden campings in Zeeland. Het Zeeuwse fruit groeit daar weelderig. Tijdens mijn fietstochtje naar weer een landwinkel spot ik een stalletje met komkommers, sperzie- en snijbonen. Wat zullen we weer smullen van al die producten van en uit eigen land!

Westland en Midden-Delfland maken de Schijf van Vijf het meest compleet op lokale bodem

Bij thuiskomst realiseer ik me weer wat een bofkont ik ben. Mijn ‘home town’ bevat waarschijnlijk wel de grootste diversiteit aan lokaal geproduceerd eten. Van al die regio’s in Nederland kun je wel stellen dat Westland en Midden-Delfland de Schijf van Vijf het meest compleet maken op lokale bodem. Groente en fruit uit de tuinbouw, vis uit de Noordzee, vlees en zuivel van een handjevol boerderijen, meel bij de molens. En een paar prachtige initiatieven zoals Boeregoed en Rechtstreex waar deze diversiteit aan producten op één plek terug te vinden is. Maak er maar de Schijf van Zes van, als je onderweg ook nog fietsend kunt genieten van de omgeving waar die planten bloeien en die vruchten groeien. Mijn regio maakt namelijk ook onderdeel uit van het Nationaal Park Hollandse Duinen, wat wil je nog meer?

Dat wens ik iedere inwoner in iedere regio in Nederland toe: die diversiteit aan voedselproductie en natuur, gewoon in ieders eigen omgeving. Zal dit er ooit van komen, gezien de berichtgeving over onteigening en vergunningen van boeren intrekken door de overheid? Leiden die ontwikkelingen niet juist tot meer import van vlees uit het buitenland? Wordt dat het einde van de kortste weg: de lokale boer? Een ander bericht geeft meer hoop: de koe kan uit de beklaagdenbank. Uit onderzoek blijkt dat de invloed van methaan op het klimaat veel kleiner is dan tot nu toe werd aangenomen. Het is natuurlijk maar één onderzoek, maar laten we hopen dat dit onderzoek niet alleen de koe maar ook de boer uit de beklaagdenbank haalt.

Wasabi uit Westland? Het komt eraan!

Ik geniet sinds ik thuis ben weer volop van de Westlandse tafeldruiven, die tijd is ook weer aangebroken. Later dan normaal, want ons Hollandse weer beïnvloedt natuurlijk de groei en opbrengst van die sappige lokale vruchten. De waterstand is gelukkig weer op peil door de regen van de afgelopen maanden, van droogte geen sprake meer. En als de gemiddelde temperatuur door de opwarming van de aarde blijft stijgen, kunnen we bananen, kiwi’s, ananassen en mango’s dan ook tot onze seizoensproducten gaan rekenen? Er wordt al geëxperimenteerd met wasabi in de Westlandse kas, dus wie weet.

Er wordt al geëxperimenteerd met wasabi in de Westlandse kas

Ik pleit voor het vergroten van de diversiteit aan producten in elke regio in Nederland. Minder afhankelijkheid van het buitenland, meer zelfvoorzienend worden en meer volgens de seizoenen leven. Niet meer het hele jaar door appels en peren in supermarkt, maar wat het land ons dan geeft en wat in die periode in de kassen kan groeien zonder de cyclus van de natuur teveel te beïnvloeden. Dat is niet alleen leuk voor mijn fietsrondjes als ik elders met vakantie ben, maar een must voor onze gezondheid, natuur en milieu.  

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Het is woensdag 7 juli, de tractoren trekken weer naar het Malieveld. Ook in Den Bosch, Arnhem, Zwolle en Assen zijn demonstraties van boeren. Weer een poging om de beleidsmakers wakker te schudden en op andere gedachten te brengen. Aanleiding is een stikstofrapport, dat het stof drastisch heeft doen opwaaien. De veehouderij moet flink krimpen en de grootste uitstoters van stikstof in de landbouw moeten worden uitgekocht. Land dat vervolgens vermoedelijk vol gebouwd zal worden met zonnepanelen en woningen. 

Marja van der Ende

Wat doet dat met de productie van ons lokale voedsel? Kan ik straks niet meer dichtbij terecht voor het eten op mijn bord? Ik maak me er zorgen om. Als niet-agrariër snap ik weinig van wat er gebeurt. Boeren zien door de bomen het bos niet meer in het woud van stikstofquota. Zelfs biologische boeren en boeren die veel geïnvesteerd hebben in innovaties om stikstofuitstoot te reduceren, zouden in Brabant, Gelderland en Overijssel moeten verdwijnen om aan de ambitie van de regering te voldoen. 

Als fietsende consument maak ik me zorgen om het eten dat straks op mijn bord ligt. Komt dat nog wel van dichtbij? Als orthomoleculair geschoold therapeut en bewuste consument maak ik me zorgen om nog een ander aspect, wellicht nog veel belangrijker: de voedingswaarde van dat eten op mijn bord. Bevat dit nog wel voldoende vitamines en mineralen, als het niet meer van dichtbij komt?

Minder vitamines en mineralen

De eerste Schijf van Vijf, uit 1953

Toen ik in 2007 de opleiding orthomoleculaire voedingsleer volgde, leerden we dat het voedsel toen al veel minder vitamines en mineralen bevatte dan 20 jaar daarvoor, de tijd waarin de ‘Schijf van Vijf’ werd bepaald. Door massaproductie, kunstmest en pesticiden raakt de bodem waarop voedsel groeit, steeds verder verarmd. Het voedsel bevat daardoor minder stoffen die we zo hard nodig hebben om gezond te zijn en blijven. En meer stoffen die ons lichaam niet meer kan afbreken, waardoor ziektes ontstaan.

Toen ik in 2017 startte met fietsen voor m’n eten bij lokale voedselproducenten, merkte ik al gauw dat ik sneller verzadigd was van het lokale eten en dus minder eten nodig had. Dit is niet met wetenschappelijk onderzoek onderbouwd, maar het lijkt een gevolg van een hogere voedingswaarde, doordat lokaal voedsel verser is. Als een vrucht een lange weg aflegt, verandert de voedingswaarde. 

Het is zonneklaar dat een tomaat die diezelfde ochtend geplukt is, nog veel meer voedingsstoffen bevat dan een tomaat die uit Spanje vandaan is gereisd en een week later pas in de winkel te koop is. Dat de vrucht er hetzelfde uitziet en dezelfde hoeveelheid eiwitten, koolhydraten en vetten bevat als de lokaal geteelde vrucht, zegt nog niets over de hoeveelheid vitamine C, B6, D, B12, ijzer, magnesium, calcium, kalium en natrium in de vrucht. Daarnaast kennen we ook nog de term ‘levenskracht’ van voeding: die tomaat leeft nog steeds, ook al is hij eerder van zijn toestroom van levenssappen afgeplukt. Welk effect heeft die levenskracht op ons eigen lichaam als we die vers geplukte of die buitenlandse tomaat eten? 

Voedsel en voeding zijn dus twee verschillende zaken. Bij de term voedsel wordt gesproken over voedselproductie, voedselveiligheid en duurzaamheid. Het woord voeding gaat veel meer over de vraag hoe we gezond blijven door bepaalde producten, die op een bepaalde manier geproduceerd zijn, te eten. De manier waarop voedsel geproduceerd en vervoerd wordt, heeft dus wel invloed op de uiteindelijke voeding op ons bord. Wordt het voeding of vulling?

Voedingswaarde

Wat mij steeds opvalt als ik me in voedselproductie-netwerken begeef, is dat er weinig wordt stilgestaan bij de voedingswaarde en levenskracht van het voedsel. Om aan al die overheidsregels te voldoen en de gedane investeringen terug te verdienen, lijkt slechts één doel voor ogen: veel productie. En voor veel productie heb je veel land nodig. En laten we niet vergeten dat er veel voedsel geëxporteerd wordt naar het buitenland. De motor van onze landbouweconomie, maar uiteindelijk wellicht funest voor onze boeren in dit aangescherpte stikstofbeleid. Slechts een handjevol boeren durft in de natuurinclusieve landbouw of biodynamische teelt te stappen. Om vervolgens nu te horen dat ook zij uitgekocht dreigen te worden….

Tomaten op transport

Wat als al ons voedsel lokaal geproduceerd en lokaal verkocht wordt? Als we uitsluitend zelfvoorzienend worden, stoppen met importeren en exporteren en alles wat we dagelijks nodig hebben, gewoon uit Nederland komt? Hoeveel land hebben we dan nodig? Wat doet dit met onze economie? Met de bodem? Met de boeren en tuinders in Nederland? Met onze gezondheid?

De beweging richting 100% lokaal is een beweging die door de consument ingezet kan worden. De bewuste voedselproducent beweegt mee met de behoefte van die bewuste consument. Als de beleidsmakers vervolgens dichterbij kijken welke effecten dit heeft op de regionale stikstofuitstoot, is uitkopen wellicht niet nodig, maar anders inrichten de juiste weg. Misschien een weg met een lange adem, maar met één doel: behoud van de kortste weg naar de lokale boeren en telers. 

Utopie of nieuwe werkelijkheid? De toekomst zal het ons leren. 

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Het is maandag 12 oktober, vroeg in de ochtend. De avond ervoor ben ik neergestreken op een camping in Tienhoven aan de Lek. Het is koud en vochtig, de dauw staat op het gras als ik naar de ingang van de camping fiets om documentairemaker Rik en zijn compagnon Edwin, die de drone gaat besturen, te ontmoeten.

Marja van der Ende

Het wordt een prachtige dag om het landschap van de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden op beeld vast te leggen. Het is een lappendeken van weilanden met koeien en schapen, fruitboomgaarden, slootjes en dijken en het water van de Lek, die het gebied scheidt van de Lopikerwaard en Krimpenerwaard. De zon komt langzaam op en op die Lekdijk maken we de meest wonderschone beelden. Ook mijn bezoeken aan de vele zuivelboerderijen en kleine boerderij- en fruitwinkels worden vastgelegd.

Ruim driekwart jaar later, op maandag 21 juni, is de documentaire ‘Het voedsel van hier’ van het Gebiedsplatform Alblasserwaard-Vijfheerenlanden in première gegaan. De versoepelingen lieten toe dat we elkaar weer konden ontmoeten, buiten op een inspirerende locatie: Avonturenboerderij Molenwaard. Daar weer te zijn, op een uurtje autorijden vanaf mijn vertrouwde Westland, doet het verlangen direct oplaaien om meer lokale voedselproducenten en hun winkeltjes te ontdekken. 

Deze documentaire leende zich het beste voor een persoonlijke première-setting en dat was het wachten meer dan waard. De aanloop naar de première was spannend. De glunderende gezichten van Marieke, Amber en Laura van KnowWhy even voordat de film getoond werd, spraken boekdelen en voerden de spanning bij mij nog verder op.

Marja ontvangt een cadeautje als dank voor het meedoen

De documentaire is een schitterend portret geworden van het gebied, van de geschiedenis van het land en water, en van verschillende boeren die vertellen over hun bedrijf. De boeren Kortleve, Kuiper, De Jong, Verhoef en Van de Water delen hun visie over de landbouw van nu en de toekomst. Vreemde ‘eend’ in het gebied is het duo Kiem & Salari die insecten kweken in een bij boer Kuiper gehuurde schuur. Het initiatief Lev Lokaal is de verbindende schakel voor het leveren van boodschappenpakketten met lokale producten aan de consument. 

Tussendoor fiets ik op beeld voorbij en vertel ik waarom ik als consument de macht heb om te bepalen wat ik in mijn mond stop en waar ik het koop: rechtstreeks bij de voedselproducent. En dat die stap om lokaal te kopen ook helpt het landschap in het gebied, in stand te houden. Die glunderende gezichten van de makers waren terecht. Precies de juiste beelden en woorden zijn gekozen om te verwerken in deze film, van alle geportretteerden.

Ik ben trots aan deze documentaire meegewerkt te hebben. Gevleid dat ik gevraagd ben en bevoorrecht met zo een gedreven team gewerkt te hebben. Wat in dit gebied nog ontbreekt, is een voorfietser voor Fietsen voor m’n eten, die de passie en sfeer van het gebied ook gaat uitstralen naar andere (fietsende) consumenten. Zowel naar de inwoners zelf als naar de toeristen, de lokale producten zijn het waard om ontdekt te worden. 

Zodat dit prachtige gebied niet verandert in een New Yorkse Central Park (quote van boer Jan Kuiper), maar vruchten kan blijven geven om de bevolking te voeden.

De documentaire is vanaf nu als een programma bij het Gebiedsplatform Alblasserwaard-Vijfheerenlanden te boeken via info@gebiedsplatform.nl. De makers komen dan mee om uitleg te geven. In het najaar zullen dialoogavonden georganiseerd worden met Het voedsel van hier als insteek voor de dialoog. De documentaire is mede gerealiseerd met steun van de Provincie Zuid-Holland.   

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

“Vannacht werd er één van de jongens (os) opgehaald voor de reis. Volgende week vrijdag hoop ik de vriezer weer gevuld te hebben.” Door een van de Midden-Delflandse boeren werd deze week deze zin in een bericht gedeeld, in de Facebookgroep van Fietsen voor m’n eten – Westland. En op dezelfde dag een bericht van een andere boer: “Ook de vriezer met vlees ligt weer vol. Dus zin in bijvoorbeeld rollade, buikspek of speklapjes, kom vooral langs.”

Marja van der Ende

Als beheerder van de (besloten) groep houd ik altijd mijn hart vast voor berichten over vlees. Het levert steevast een hoop discussie van voor- en tegenstanders van vlees eten op. En ja hoor, “Wat vreselijk voor die dieren” was de eerste reactie op het bericht over de os. 

De os in kwestie

De discussie onder het bericht vlamde direct op. De vleeseters buitelden over elkaar heen, om de niet-vleeseter tegen te spreken en de boer te roemen voor zijn eerlijkheid. Ook de boer zelf reageerde met nog een open en eerlijke uitleg en de oproep aan de tegenstanders van vlees eten om langs te komen en met eigen ogen te zien hoe de dieren met liefde verzorgd worden. Zo leek de rust onder dit bericht gehandhaafd te blijven. Maar niet voor lang. Want een opmerking als “Gezellig, al het gezeik van vega’s”, deed het vlammetje weer oplaaien. Zelfs de Zwarte Pietendiscussie werd erbij gehaald. Uiteindelijk hebben we toch de opmerkingenvelden gesloten om de tijdlijn in de groep neutraal en gezellig te houden en terug te brengen naar de bedoeling: tips en fietsverhalen delen. 

Als beheerder van de groep houd ik altijd mijn hart vast voor berichten over vlees

Onder het andere bericht over het varkensvlees ging het er nog iets feller aan toe. Hier stond vrijwel direct de opmerking: “Als iedereen nu eens stopt met vlees eten”, overigens van dezelfde niet-vleeseter als onder het bericht over de os. Binnen no-time 35 opmerkingen eronder in de trant van ‘dat we dat allemaal lekker zelf mogen bepalen’. De discussie ging al snel nergens meer over en werd moddergooien naar elkaar en een welles-nietes gesprek. Dus ook hier werden de opmerkingenvelden door ons gesloten.

Bezoek de boer

Zo zie je weer dat het in discussies over vlees de beschuldigingen snel over en weer gaan, van ‘dierenmishandeling’ aan de ene kant tot ‘jij bepaalt niet voor mij of ik vlees eet’ aan de andere kant. Een gulden middenweg lijkt niet te vinden, terwijl die er volgens mij wel is. Die gulden middenweg is de kortste weg: de boer in de buurt. De boeren in onze buurt hebben hart voor de dieren die ze verzorgen en voor de natuur om ons heen. 

De gulden middenweg is de kortste weg: de boer in de buurt

De boer van het bericht van de os schreef het in zijn oproep heel treffend: “bedankt voor jullie reactie. Ik begrijp best dat het voor niet vlees eters wel lastig kan zijn om de realiteit van het boerenleven mee te maken. Met dit bericht laat ik zien wat er zoal gebeurt. Op ons bedrijf worden de dieren met alle zorg en liefde verzorgd. En het is nu eenmaal zo dat we onze dieren niet alleen voor de hobby hebben. Dus wordt er regelmatig een geslacht. Net zo goed als dat we elke dag de koeien melken.

Niet iedereen vind dit fijn. En nét zo goed als dat iedereen het recht heeft om er iets van te vinden, hebben wíj het recht om ons bedrijf op deze manier vorm te geven. Ik zou het enorm waarderen als iedereen die vindt dat we het niet goed doen, ook de moeite neemt om zich écht te verdiepen in hoe wij de dingen doen. Dus geen nutteloze kreten over diermishandeling. Daarmee doe je jezelf te kort, want je weet niet hoe het er bij ons aan toe gaat. Dus wederzijds respect graag. Iedereen mag het op zijn of haar eigen manier beleven. Samen komen we er wel.”

Discussie over en weer

Ik kies voor lokaal vlees

Het vlees van de dieren van de lokale boeren is van een geheel andere kwaliteit dan het vlees dat uit de massa vleesindustrie komt en in de supermarkt verkocht wordt. Massa is kassa en het dierenwelzijn is daar vaak ver te zoeken. 

Sinds ik fiets voor mijn eten buiten de supermarkt, eet ik juist minder vlees. Het vlees dat ik eet, komt bij de boeren uit de buurt en bij de slager die het vlees ook uit de buurt betrekt. Uit een bloedonderzoek dat ik onlangs via de huisarts moest ondergaan, kwam naar voren dat het B12 gehalte wat aan de hoge kant was, wat bij mij resulteerde in het verder minderen van mijn vleesconsumptie. Omdat mijn lichaam aangeeft dat het minder kan.

Zou het kunnen dat het vlees van dieren van lokale boeren meer voedingswaarde bevat, waardoor we sneller verzadigd kunnen zijn en we er dus minder van nodig hebben? Dat zou wat mij betreft een groot wetenschappelijk onderzoek waard zijn! Ook het regelmatig onderzoeken van je vitamine- en mineralenwaarden kan veel helderheid geven, of je nog wel de juiste (hoeveelheden) voeding tot je neemt.

Wat betreft de vleesdiscussie, spreek ik de wens uit dat zowel de vleeseters als de niet-vleeseters zich beter laten voorlichten over het verhaal achter vlees. Over het verschil tussen vlees van lokale boeren en supermarktvlees, over de verzorging van de dieren op de boerderij, over hoeveel vlees je lichaam eigenlijk echt nodig heeft, maar zeker ook over de vele alternatieven voor vlees die een echte voedingswaardevolle vervanging kunnen zijn. 

Met heftig activisme van beide kanten worden slechts weerstanden opgewekt en lijken we niet meer elkaars woorden te kunnen ontvangen. Dus open en onbevooroordeeld luisteren naar elkaar gaat zeker meer opleveren. Ik kan niet wachten tot het zover is en werk daar graag aan mee! 

Activisme van beide kanten (overigens wordt verreweg de meeste soja niet verbouwd voor vegetariërs, maar voor de productie van veevoer voor zuivel en vlees)

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Het is nog steeds slecht gesteld met de kennis van kinderen en jongeren over voedsel. Waar komt die tomaat vandaan? Hoe is die kaas in de winkel beland? Ze weten er vaak weinig van. Dat een appel niet ver van de boom valt, is wellicht het enige. Dat is zonde. Voor de kinderen én voor de maatschappij. Want vaak is de kennis die er wél is, nogal ongezond. Kunnen bedrijven in de korte keten daarbij helpen?

Marja van der Ende

Tijdens de Food Forward Track, waar ik in mijn vorige column al over schreef, bespreken we dit onderwerp. Onze conclusie? Niet alleen voedseleducatie IN de klas is belangrijk, maar nog belangrijker is wat er BUITEN de klas gebeurt. Als het aan mij ligt, raakt het onderwerp voedsel verweven in het totale curriculum van de school en daarbuiten, in het gezin en in de omgeving die kinderen dagelijks zien.

Zo kun je op school rekenen met kistjes aubergines, alle gezegdes over eten en spijsvertering in de taallessen belichten, de geschiedenis van voedsel en landbouw relateren aan periodes uit het verleden en tijdens aardrijkskunde het belang van diversiteit in de bodem toelichten. Aan de standaard lesstof kun je smaak- en kooklessen toevoegen. Maar wat bij kinderen nog effectiever kan zijn, is hen zelf de regie geven over het ontdekkingsproces. Ervaringsleren en belevingsvol leren werkt duizend keer sneller dan leren uit een boekje.

Kinderen enthousiast maken voor gezonde voeding, is voor veel ouders een grote uitdaging. In mijn praktijk begeleid ik ook kinderen met gedragsproblemen en experimenteren we met het weglaten van bepaalde toevoegingen die hyperactiviteit kunnen veroorzaken. Meestal is na een week weglaten en meer voedingsmiddelen als snoepgroenten en fruit toevoegen, bij het kind wel duidelijk wat de positieve effecten daarvan zijn. Zeker als het kind, bijvoorbeeld tijdens een vakantie of kinderfeestje, de hypermakende stof weer tot zich neemt. 

Frikandellenfabriek

Dit doet me terugdenken aan een moment in mijn eigen jeugd. Mijn zus zat op de hotelschool en ging met haar klas op bedrijfsbezoek bij een frikandellenfabriek. In geuren en kleuren vertelde ze wat er allemaal in die frikandel terecht kwam. Ik was al geen fan van frikandellen en toen wist ik waarom. Het werd een aversie voor de rest van mijn leven. Zoveel impact kan één ervaring hebben!

Voedseleducatie behoort tot ‘een leven lang leren’. Er zijn zoveel bewegingen en onderzoeken continu gaande rondom voedsel en voedselproductie, dat je als mens eigenlijk niet kunt verzuimen om bij te blijven. Om nieuwe informatie met de paplepel in je hersenpan te blijven gieten.

Uit het vierjarige promotieonderzoek van Angelique Verdonschot aan de Wageningen U&R blijkt dat Smaaklessen effectief zijn in het verhogen van kennis over gezonde voeding bij kinderen. Zowel het EU-Schoolfruit en de Smaaklessen blijken vooral effectief bij kinderen die van huis uit niet gestimuleerd worden groente en fruit te eten. Ook binnen gezinnen valt daarom nog veel winst te behalen. Een goed voorbeeld is de Tafel Gezonde Mensen. Vanuit Greenports Nederland, de overkoepelende netwerkorganisatie voor de tuinbouw, worden op een school in Alphen aan den Rijn gezonde schoollunches georganiseerd in samenwerking met Rob Baan van Koppert Cress en de gemeente.

Pluktuinen en voedselbossen

Gelukkig zijn er dus ook steeds meer lokale voedselproducenten die het belang van belevingsvolle educatie inzien. Pluktuinen waar kinderen zelf frambozen of aardbeien kunnen plukken, boerderijen waar kinderen kunnen kamperen, eten en beleven wat er dagelijks gebeurt… boeren en tuinders verleggen steeds meer hun focus. 

Hoe zal de toekomst eruit zien, als de kinderen van nu beter ontdekken hoe ze zelf een moestuin, voedselbos of eetbaar plantsoen in hun stad kunnen aanleggen en onderhouden? Als ze zelf leren wat planten nodig hebben om sterke vruchtbare planten te worden en zich te weren tegen vijanden van buitenaf? Dat het eten van de vruchten van deze planten hun weerstand tegen ziekten ook vergroot? Als ze leren hoe ze zelf en door met anderen samen te werken, de kringloop kunnen sluiten? En vooral: nieuwe oplossingen voor voedselvraagstukken zelf bedenken, die wij als volwassenen nog niet bedacht hadden? 

Met onze denktank doen we de komende weken in ieder geval een inventarisatie van wat er al is aan lopende projecten op dit gebied. Daarna willen we verbindingen leggen om tot een ‘holistisch’ geheel te komen. Ik ben erg benieuwd!

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

De Nederlandse voedselwereld zit boordevol werkgroepen en samenwerkingsverbanden die de innovatie moeten bevorderen of bedrijven verder moet brengen. De afgelopen jaren zag ik er veel  voorbij komen. Daarbij valt me steeds één ding op: er is zelden ruimte voor de stem van de consument. De meeste initiatieven worden opgezet vanuit de voedselproducenten en tussenhandel. 

Marja van der Ende

Goede bedoelingen en soms met gebruikmaking van dure marketingbureaus, maar de producent heeft dan vaak nog geen weet van de echte behoefte van de consument. Vooral als deze alleen aan de tussenhandel levert, komt die informatie zelden naar boven. En de tussenhandel, zoals supermarkten, voert een beleid dat volgens hen bepaald is door ‘wat de klant wil’. 

Maar is dat echt wat de klant wil? Of wordt de echte behoefte gemaskeerd door het algoritme van het inkoopbeleid en de daarop gebaseerde beschikbare producten die in de winkel liggen? Als er geen paprika’s met een plekje in de winkel liggen of slechts in zakken van twee kilo aangeboden worden, lijkt het kopen van paprika’s zonder plekje de behoefte te zijn….   

Vertical Farming

Daarom zit ik sinds kort bij de Rabo Food Forward Track aan tafel, een werkgroep waarin meegedacht kan worden over de toekomst van ons voedsel. Hoe produceren we in de toekomst genoeg en voedzaam voedsel binnen de grenzen van de planeet? Het voedselvraagstuk houdt ons allemaal bezig en heeft snel oplossingen nodig.” Van innovatieve technologische oplossingen zoals vertical farming tot korte keteninitiatieven als Rechtstreex, van de horeca tot de visafslag, alle kanten van ons voedsel worden belicht in vijf sessies.

Sociale cohesie

Als initiatiefnemer van Fietsen voor m’n eten en door mijn achtergrond in voeding en gezondheid heb ik een plek aan de (online) tafel gekregen in het Track-team van de regio Leiden-Haaglanden. Vooral het thema ‘Sociale cohesie’ lijkt me op het lijf geschreven. Voedsel verbindt mensen, brengt de consument in beweging naar de producent. En andersom, getuige het grote aantal producenten dat deelnam aan het Paasbrunch-fietsen, plus de kleine winkeliers die deze producenten vertegenwoordigen in hun winkels. 

Met deze plek aan tafel hoop ik de stem van de ‘meer bewuste’ consument te zijn, die kiest voor de kortste weg en die wil dat we straks minimaal 80 procent van ons voedsel lokaal kunnen kopen.

Groot innovatiepotentieel en Energietransitie

De andere thema’s uit de Food Forward regioscan boeien me ook mateloos: ‘Groot innovatiepotentieel’ en ‘Energietransitie’. Vooral in de tuinbouw in onze regio worden snel nieuwe innovaties bedacht en ontwikkeld. Methoden om op een nog kleinere oppervlakte een grotere hoeveelheid voedsel te kunnen produceren. 

De vraag die ik daarbij stel: komen deze productievormen de voedingswaarde en levenskracht van het product nog ten goede? Gaat massa boven kwaliteit staan, vanwege de groeiende aantallen monden die gevoed moeten worden? En gaat dit gevolgen hebben voor onze gezondheid op langere termijn?

Onze gezondheid is een groot goed. Ook als je voldoende hoeveelheden voedsel eet, kun je ondervoed raken, met alle gevolgen vandien. Ondervoeding ontstaat wanneer er onvoldoende vitamines, mineralen en sporenelementen in de voeding zitten. Zoveel mogelijk vers en onbewerkt eten is het advies. Maar wat als het verse eten er wel krachtig uitziet, maar van binnen toch niet voldoende waarde bevat? Er is een groeiende groep consumenten die voedsel ziet als het medicijn tegen ziekten en aandoeningen. Zij verdienen een stem in de discussie over het voedsel van de toekomst en over de manier waarop dit voedsel geproduceerd wordt.

De kortste weg

Mijn keuze om zoveel mogelijk rechtstreeks bij de producent te kopen, is onder andere gevoed door mijn nieuwsgierigheid om te weten hoe het geproduceerd is. De afgelopen jaren heb ik veel gesprekken gehad met allerlei mensen die werkzaam zijn in de voedselproductie en bij bedrijven die daaraan vast hangen. Ook heb ik gemerkt dat ik minder eten nodig heb, waarschijnlijk omdat het eten verser is en dus meer voedingswaarde bevat. Dat zou een mooi onderwerp voor nader onderzoek zijn. 

Het versterken van de sociale cohesie kan ook een manier zijn om interessante informatie naar boven te halen over de behoefte van de consument en om de transparantie over voedselproductie te vergroten. 

Met mijn stoel in het Track-team hoop ik bij te dragen aan die sociale en de gezondheidskant van ons voedsel. Zodat het voedsel van de toekomst niet alleen vult, maar ook voedt, zowel lichamelijk als geestelijk. En zodat ons voedsel die verbindende factor blijft vervullen.

Hoe mooi zou het zijn als al deze werelden en alle opgedane kennis hierin samenkomen? Biologisch, technologisch, medisch, orthomoleculair, sociaal, duurzaam… de energie spat ervan af als multidisciplinair naar voedsel gekeken wordt. Daar werk ik graag actief aan mee.

Wordt vervolgd…

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

“Al die stalletjes langs de weg zijn illegaal!”, zegt de groenteboer waar ik ook weleens mijn inkopen doe. Ik antwoord dat ik dat als consument aan de buitenkant natuurlijk niet kan zien. En dat ik ervan uitga dat ze daar toestemming voor hebben, als ze een groot bord langs de weg plaatsen om hun waar aan te prijzen. Ook handhavers van de gemeente en de belastinginspecteur kunnen namelijk langs fietsen om te controleren. Voor mij geven die leuk aangeklede stalletjes een nostalgisch tintje aan mijn fietstochten. Voor de groenteboer met een huurcontract voor een winkelpand en personeelskosten is dat natuurlijk een ander verhaal.

Marja van der Ende

Het is al geruime tijd een discussie in de Gemeente Westland. Eerst waren het de stalletjes die producten verkochten die onmogelijk in onze kassen geteeld konden worden, zoals bananen en mango (zie mijn eerdere column). Daarna werd gekeken naar de verkoop door particulieren. Een fenomeen dat zeker tijdens de eerste lockdown veel voorkwam, met het doel de noodlijdende sierteler een handje te helpen door in de eigen voortuin een kar met bloemen of perkgoed neer te zetten. Nu gaat de discussie over de verkoop van producten die niet door de verkoper zelf geteeld zijn en soms zelfs van buiten de gemeente vandaan komen.

Onlangs werd ik als ‘stalletjesexpert’ nog gebeld door de regionale TV, om een half uur na dit telefoontje nog even op beeld mijn voorkeur voor het kopen bij stalletjes nogmaals uit te spreken. Het werd een haastklus waarbij ik in het eindresultaat pas merkte dat het een soort ‘de stalletjes ten koste van de winkeliers’ tweekampenstrijd was. Terwijl we in de Facebookgroepen Fietsen voor m’n eten en Fietsen voor m’n bloemen juist ook de kleine winkelier als de groenteboer, bakker, slager en bloemist zichtbaarheid geven. 

Dat collegevragen in de gemeente gesteld worden over de stalletjes langs de weg, geeft mij een dubbel gevoel. Ten eerste wil ik natuurlijk tot in lengte van dagen op deze manier mijn eten bij elkaar fietsen. Met deze manier van shoppen dragen we steentjes bij aan een betere wereld: minder voedselverspilling, minder verbruik van verpakkingen, een eerlijke prijs voor de lokale voedselproducent, gezond bewegen in de buitenlucht…. 

Ten tweede ben ik ook een voorstander van duidelijkheid. Dat de kleine winkelier last heeft illegale stalletjes langs de weg, is natuurlijk een vervelende zaak. Ook al worden hierdoor stalletjes verwijderd door handhaving door de gemeente, het stopt wel de wildgroei van stalletjes van mensen die een graantje denken mee te pikken en de oneerlijke concurrentie voor de winkeliers. 

Handelaren verkopen fruitboxen en -tassen met producten van onbekende herkomst, die iedere handelaar bij de groothandel kan inkopen

Marja van der Ende

In onze Facebookgroepen kunnen daarom door de leden berichten van ‘onduidelijke aard’ gerapporteerd worden bij het beheer. We gaan als beheerders op onderzoek uit welke constructie erachter zit en sluiten of verwijderen berichten die we niet in onze groep vinden passen. Zo hopen we iedereen die het moeilijk heeft, te kunnen ondersteunen. Maar wel volgens de door de gemeente gestelde regels. 

Zo hebben we al een aantal groente- en fruitboxen en -tassen die inclusief bezorging werden aangeboden, geweerd. Natuurlijk ook omdat er geen duidelijk verkooppunt was waar je naartoe kunt fietsen om af te halen, maar vooral omdat dit producten waren van onbekende herkomst, die iedere handelaar bij de groothandel kan inkopen, in een tas of box kan stoppen en met winst kan doorverkopen. De ‘ondernemers’ achter deze handel woonden niet eens in onze streek. 

Gelukkig hoef ik me in mijn regio Westland – Midden-Delfland niet bezig te houden met de vraag of er straks nog voldoende stalletjes langs de weg over blijven. Er zijn hier zoveel samenwerkingen tussen lokale voedselproducenten, boerderijwinkels, kleine winkeliers die streekproducten verkopen, automaten bij kwekers en stalletjes met eigen teelt, daar kan ik voorlopig mee vooruit. Voldoende variatie en aanbod om mijn fietstochtjes invulling te geven. En ook die kleine groenteboer met pand en personeel kan regelmatig op mijn bezoek blijven rekenen. Ik heb hem hard nodig om mijn boodschappenlijstje compleet te maken, vooral in de winterperiode. 

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Ook al fiets ik mijn woongebied al ruim drie jaar flink in de rondte voor mijn eten, regelmatig ontdek ik nog nieuwe plekjes verscholen tussen glas en groen. Zo fietste ik onlangs voor het eerst een route door het Kraaiennest, een kleine oase tussen de Westlandse kassen en Delflandse weilanden. Nooit doorheen gefietst! Tamelijk verbazingwekkend als je bedenkt hoeveel routes ik al gefietst heb. Waarna de vraag opkwam: als ik mezelf nog verbaas als verwoed korte keten fietser, wie is dan eigenlijk de gemiddelde klant in de korte keten?

Marja van der Ende

Je zou mij nu nog steeds een toerist op eigen geboortegrond kunnen noemen. En zo zijn er velen en steeds meer lokale en lokaal etende toeristen met mij. Ze fietsen voor een doel, hun dagelijkse eten, en ontdekken nieuwe tuinderslaantjes en verscholen boerenpaden. Het zijn de rechtstreekse klanten van de boeren en tuinders. Consumenten die de tijd nemen om te fietsen, rond te koekeloeren en te shoppen bij de stalletjes langs de weg, de boerderijwinkels en groente- en fruitautomaten. Het zijn ook de ouders en grootouders van kleine kinderen, die hun kroost willen leren waar het eten op hun bord vandaan komt. Liefst inclusief zelf plukken, zodat die herinnering voor altijd op hun netvlies gebrand blijft.

Een ijzig Kraaiennest (foto middendelfland.net)

Ze verschillen niet zoveel van de echte toerist die een gebied voor het eerst bezoekt om vakantie te vieren en nieuwe dingen te ontdekken. Of je nu in een huisje, tent, caravan of hotel verblijft, of de fiets pakt vanuit je eigen huis, onontdekte plekjes zijn er altijd. En als de trend van ‘vaker kiezen voor de korte keten’ zich zo voortzet, dan zullen steeds nieuwe kleine winkels in het straatbeeld en op het boerenerf verschijnen. Meer te ontdekken waar mijn hart sneller van gaat kloppen. 

Heb je tijdens je uitstapje ontdekt dat korte ketenproducten veel smaakvoller en verser zijn, dan blijft ook die herinnering hangen. Voeg daaraan het verhaal toe van eerlijkere prijsstelling richting de voedselproducent, dan ben je over de drempel. Met als kers op de taart: minder voedselverspilling en minder verbruik van plastic verpakkingen.

Meer korte ketenboeren

Laatst kopte RTL Nieuws “Eieren, kaas en vlees vanaf het erf: boeren omarmen korte ketenverkoop”. Sinds 2017 is er een stijging van bijna een derde van het aantal boeren dat rechtstreeks aan consumenten, supermarkten (zonder de lange weg van groothandels) of restaurants verkoopt. Eieren die bijna de dubbele prijs opleveren, de consument die wil weten wat er met het vlees gebeurd is, het contact met de mensen zelf…. Stuk voor stuk redenen waarom de geïnterviewde boeren gestart zijn met korte ketenverkoop.

Dat de voedselproducenten zelf steeds meer de voordelen gaan inzien van rechtstreekse verkoop, is een mooie ontwikkeling. Hoe meer aanbod, hoe leuker en afwisselender mijn fietstochtjes. Maar dan is er ook de consument met weinig tijd, zoals je kunt lezen in mijn vorige column. Even snel de boodschappen halen in de buurt. Liefst een one-stop-shopping bezoek in de met producten uit de buurt volgeladen landwinkel. Zit je als aanbieder met die landwinkel in de buurt, dan is de kans nu groter dat de keuze op jouw winkel valt en niet op de grote supermarktketen.

Of een kant-en-klare box die zo in de auto ingeladen kan worden of thuisbezorgd wordt. Sommige ideeconcepten in de maak gaan zelfs zo ver dat de inhoud van die box afgestemd kan worden op wat jouw lijf nodig heeft om gezond te blijven. Zullen dergelijke ideeën de lange keten overbodig maken? Of wordt het een nieuwe lange keten in de vermomming van de korte keten, omdat we als consument toch het hele jaar door producten willen eten die eigenlijk seizoensgebonden zijn? 

Toekomst

Het ideale toekomstbeeld is natuurlijk dat ieder soort consument volledig bediend kan worden met lokaal geteelde producten. Of je nu verdwaalde toerist of recreant bent, (groot)ouder van een vruchtplukkend kind, consument met weinig tijd of fietsende toerist in eigen geboortegebied, het zou prachtig zijn als er ‘voor elck wat wils’ is. 

We zijn daar natuurlijk nog lang niet. Wat daarvoor nodig is? Meer voedselproducenten die starten met korte ketenverkoop. Meer consumenten die daarvoor kiezen. Een groter besef van wat in het seizoen groeit en wat niet. Zou het zo simpel kunnen zijn?

Helaas bestaat er geen gemiddelde klant voor lokaal eten. Daarom zijn verschillende manieren van verkoop nodig, die afgestemd zijn op het koopgedrag van de consument. Zowel de consument die kiest voor gemak als voor ongemak, dient bediend te worden. En alles kan naast elkaar bestaan: afhalen en bezorgen, automaten en winkels, boxen vol lekkers en kleine stalletjes langs de weg, webshops en boerenschuren. 

Alles om de monden te voeden met het lokale eten via de korte keten. Werk jij mee aan die toekomst?

Boerderij Kraaiennest (Foto middendelfland.net)

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Op de vraag of iemand al gebruik maakt van een korte keteninitiatief, krijg ik meestal een heel simpel antwoord: “Ik wil wel, maar…” Hoe mensen graag ook willen, het komt er vaak toch niet van. Te druk. Werk. Gezin. Iedere reden kan. Wat zorgt er nou voor dat mensen gemotiveerd raken om hun dagelijkse boodschappen rechtstreeks te doen? En minstens net zo belangrijk: wat zorgt ervoor dat zij dit niet doen?

Marja van der Ende

Een aardig inkijkje kwam onlangs op. In december was ik vanuit Fietsen voor m’n eten – Westland bovenmatig druk met het organiseren van het Kerstdinerfietsen. Het heeft zo ongeveer op alle uithangborden gestaan, van regionale media tot gebiedsmarketingbureaus, van Natuurmonumenten tot deze site; van Facebook tot Instagram. Het bereik van de berichten was hoog, duizenden mensen die het Kerstdinerfietsen aan hun ogen voorbij zagen komen. Was dat garantie voor succes? 

Uiteindelijk blijkt van niet. Slechts een handjevol mensen legde de uitgestippelde routes daadwerkelijk fietsend af en een klein aantal ging met de auto op pad. Ze leverden bij de deelnemende winkeliers en stalletjes maar enkele coupons in. Terwijl alle ingrediënten voorgekauwd waren: recepten voor het kerstmenu, boodschappenlijsten, fietsroutes door Westland én Midden-Delfland, tips en instructies, coupons met mooie aanbiedingen, de prikkel om de lokale kleine zelfstandige te steunen, meer beweging in de donkere dagen voor kerst….

Door weer en wind! (Foto Aad van Meurs)
Door weer en wind! (Foto Aad van Meurs)
Gemak dient de mens, of toch niet?

Om te onderzoeken wat ervoor zorgde dat men toch niet massaal is gaan Kerstdinerfietsen, plaatste ik een poll in de Facebookgroep. Daar kwam een aantal duidelijke antwoorden uit. Antwoorden die niet alleen van toepassing zijn op deze activiteit. Bezwaren die ik regelmatig hoor als ik vertel over het feit dat ik al mijn boodschappen via de korte(re) keten koop en al ruim drie jaar niet meer in een supermarkt ben geweest.

Zelfs het met de auto naar een of meer boerderijwinkels rijden, zien veel consumenten al als een onoverkomelijke extra tijdsinspanning.

De grootste ‘maar’ met stip op 1 was: “…, maar ik had het te druk”. Zelfs het met de auto naar een of meer boerderijwinkels rijden, zien veel consumenten al als een onoverkomelijke extra tijdsinspanning. Het is zo makkelijk om even snel naar de supermarkt om te hoek te gaan en met één bezoek alles in huis te halen. Of online te bestellen en te laten bezorgen. Heel jammer, maar ook weer niet altijd heel verrassend. Zeker als je fulltime werkt en nu in coronatijd ook nog de kinderen thuis les moet geven. 

Voor deze groep consumenten zijn er gelukkig steeds meer korte keten initiatieven zoals Rechtstreex, Bio aan Huis en Boeregoed die de boxen vol lokaal lekkers klaarzetten of zelfs bezorgen. Ontwikkelingen die in een stroomversnelling zijn geraakt door de coronacrisis en door de toenemende behoefte aan gemak. 

De vraag is of onze zucht naar gemak de mens nog dient op lange termijn. De filevorming in de straten komt nu niet door uitgaand werkverkeer, maar inkomende over elkaar heen buitelende bezorgers van pakjes die online besteld zijn. Helaas te vaak bij de grote ketens, die steeds rijker worden, ten koste van de kleine lokale winkelier. De zelfstandige winkelier, die zijn winkel moest sluiten en misschien wel definitief zijn levenswerk uit de handen ziet glippen. 

Als we straks allemaal weer vrij naar buiten mogen, zijn de winkelcentra leeg en de zakken van een handjevol mensen elders in de wereld vol

Als we straks allemaal weer vrij naar buiten mogen, zijn de winkelcentra leeg en de zakken van een handjevol mensen elders in de wereld vol. Directeuren van bedrijven die het zelfs durven om de steunregelingen bij de overheid aan te vragen omdat ze de mazen in de wet kennen. Dergelijke praktijken leiden tot 65.000 zzp’ers in de schuldsanering en aan de lopende band faillissementen van lokale winkeliers. Dat willen we toch met ons allen niet?

Motiveren

Hoe keren we dit tij? De consument bepaalt waar hij of zij koopt, dus hen motiveren andere keuzes te maken, lijkt me de oplossing. Hoe krijg je mensen zover dat ze andere keuzes gaan maken? 

Allereerst is zichtbaarheid en bekendheid nodig. In de reacties onder mijn poll werden zinnen vermeld als: “Ik heb nu niet meegedaan, maar wel de adressen genoteerd voor later”. Dat is al een hele stap in de goede richting. Mijn Facebookgroep groeit nog elke dag met tientallen nieuwe leden die op zoek zijn naar informatie. Dagelijks komen vragen voorbij waar men lokaal geteelde groenten of lokaal vlees kan kopen.

Een volgende manier om mensen te motiveren, is het levende voorbeeld zijn van wat je verkondigt. Als je mensen vertelt dat het beter voor het milieu, voor de lokale economie, voor de gezondheid, voor de portemonnee is om te kiezen voor de korte keten, koop je zelf ook al je boodschappen daar. Het lukt mij al ruim drie jaar, dus waarom zou het jou niet lukken? Hoe meer levende voorbeelden, hoe meer motivatie om het ook te gaan doen.

Pijn

O ja, je wilt wel, maar…. Dan kom ik op de allerbelangrijkste motivator: de intrinsieke motivatie. Mensen veranderen hun gedrag en daarmee hun situatie en indirect die van anderen pas, als ze een bepaalde mate van pijn ervaren bij de oude weg. 

Wil je van de coronakilo’s af? Ga fietsen! Het wordt zelfs aangeraden door onze premier om de fiets te pakken. Je wil wel, maar… vindt het niet leuk om te fietsen zonder doel? Ga dan fietsen naar de vele boerderijwinkels die je omgeving rijk is. Je wil wel, maar… je zit met de kinderen? Neem ze mee op of met de fiets en laat ze koeien knuffelen, fruit plukken, met eigen ogen zien hoe de groenten in de buurtkas groeien. Ben je toch een beetje thuis les aan het geven, maar dan thuis bij de bron van het eten op je bord. En ondertussen help je jouw buurman aan een inkomen. 

De beloning is soms groot, ook bij slecht weer!

In de poll over het Kerstdinerfietsen kwamen veel mooiweerfietsers voorbij. “Ik wil wel, maar het is snertweer dus ik ben lekker binnen gebleven”, stond op nummer 3. Ik snap het wel, maar als voormalig krantenloper die lang geleden ontdekte niet van suiker te zijn, begrijp ik het niet. Op regen en kou kun je je kleden. Voor elk bezwaar is er een oplossing. Maar ja, zonder intrinsieke motivatie geen verandering.

Waardevolle feedback

De opmerking “ik heb een hekel aan coupons inleveren” verraste mij wel. Ik dacht dat een beetje korting meer mensen zou motiveren om de lokale voedselproducent te bezoeken, maar het tegenovergestelde bleek waar. In mijn groep zitten blijkbaar toch veel mensen die de lokale ondernemers de volle prijs voor hun producten gunnen. Dat stemt hoopvol voor een volgende activiteit. 

En als het weer dan beter is, er minder kans op besmetting met corona is (de nummer 2 van de poll) en de uitgestippelde fietsroutes iets korter zijn, dan verwacht ik grote stromen fietsers naar de boeren en tuinders om hun paasbrunch bij elkaar te sprokkelen. 

Ik heb er nu alweer zin in dat te gaan organiseren! Doe je mee?

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!