Lokaal voedsel wordt niet alleen steeds populairder bij consumenten, maar ook bij organisaties in zorg en welzijn. Die letten steeds meer op gezonde en duurzame voeding van dichtbij voor hun patiënten, bewoners en medewerkers.
Kees Vermeer
De organisatie Diverzio richt zich sinds 2011 op gezond voedsel uit korte ketens voor de zorg, welzijn, overheid en onderwijs. Hiervoor worden regionale en landelijke programma’s opgezet met agrarische en voedselondernemers, overheden, verzekeraars en banken.
Diverzio heeft twee belangrijke programma’s zegt woordvoerder Zsuzsan Proos. In het regionale programma Gezonde Korte Ketens leren boeren, telers en kwekers om zichzelf aan klanten zoals zorginstellingen te presenteren. In het landelijke programma Duurzaam en Gezond aan Tafel zijn inmiddels meer dan 120 zorgorganisaties actief met gezonde en duurzame maaltijden waarvan de ingrediënten weinig kilometers hebben afgelegd. “Door gezamenlijke en lokale inkoop wordt bovendien minder voedsel verspild en kosten bespaard. De voedingswaarde van maaltijden neemt toe, hersteltijd en opnameduur van patiënten dalen en de kans op ondervoeding neemt af.”
Deze twee programma’s samen leveren veel mogelijkheden voor ondernemers in de korte keten. Deze zullen nog toenemen doordat Diverzio sinds begin dit jaar samenwerkt met Local2Local, een korte ketenorganisatie die werkt aan een duurzaam perspectief voor boeren en aan de relatie tussen burgers en boeren. “Korte voedselketens versterken die relatie,” zegt Proos. “Local2Local heeft op lokaal, regionaal en zelfs internationaal niveau een groot kennisnetwerk waarvan wij nu ook gebruik kunnen maken. Dit jaar werken we aan een gezamenlijk platform waarop ondernemers zich kunnen presenteren en potentiële afnemers lokale aanbieders kunnen vinden. Local2local is ook een van de initiatiefnemers van de Taskforce Korte Keten, de stichting die de ontwikkeling van regionale korte voedselketens ondersteunt.”
Ondernemers die zich op een andere manier willen gaan werken en bijvoorbeeld meer omzet willen halen uit korteketenverkoop, moeten volgens Proos wel hobbels over. Ze krijgen te maken met problemen rond betaalbare grond, wettelijk kaders, of financiering van de omslag naar duurzame landbouw. “Bij elke vernieuwing loop je aan tegen gevestigde zaken en partijen die niet meteen staan te springen om vernieuwing. Maar toch is er de duidelijke trend om voedselproductie regionaal in te richten. Regio’s hebben immers vaak een eigen couleur locale. Klanten en consumenten waarderen dat. Ondernemers hoeven niet allemaal zelf het wiel uit te vinden, want zij kunnen in netwerken profiteren van elkaars ervaringen. Met die kennis en hun eigen ideeën kunnen zij nieuwe verdienmodellen creëren. En in onze programma’s kunnen ondernemers leren hoe zij hun model of systeem aan de man kunnen brengen.”
Dat korte ketens in de lift zitten, blijkt ook uit recent gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Nederlandse landbouwbedrijven behaalden in driekwart jaar (tweede kwartaal van 2019 t/m eerste kwartaal van 2020) ongeveer 1,5 miljard euro omzet uit korteketenverkoop. Dit is bijna een derde van de totale omzet van bedrijven die aan korteketenverkoop doen, hoewel dit inclusief de contractteelt voor supermarkten is. Het aantal landbouwbedrijven dat omzet uit de korte keten haalt, is gestegen van 10,5 procent in 2017 naar 13,7 procent vorig jaar. Het Westland staat met honderdtwintig bedrijven bovenaan de lange lijst van regio’s met verkoop via korte ketens. De regio Alphen aan den Rijn staat met achtenzestig bedrijven op de tiende plek.
“Wij zijn blij met deze ontwikkelingen,” zegt Proos. “Het laat de potentie zien van korte ketens, ook voor de zorg. Ook de coronacrisis heeft dat onderstreept. Mensen kopen meer lokaal, mede met het oog op gezonde voeding en een gezonde leefstijl. Het belang daarvan is door de crisis alleen maar duidelijker geworden. Dat merken we ook binnen Diverzio. Regio’s als Rotterdam, Utrecht en Amsterdam zijn al ver met de ontwikkeling van korte ketens voor bijvoorbeeld zorginstellingen. Het was wel lastig dat we aan het begin van het jaar slechts beperkt zorginstellingen konden bezoeken vanwege de coronamaatregelen. Maar voor de zomer verwachten we weer te gaan starten met de programma’s in een aantal regio’s. We merken veel enthousiasme bij de deelnemers. Zij zien het belang om met dit positieve onderwerp aan de slag te gaan.”